Topische vragen, ook wel W-vragen of de vijf W's genoemd, zijn vragen omtrent het onderwerp van een tekst, zoals wie, wat, waar, waarom, waartoe? Ze kunnen worden gebruikt in de tekstanalyse en het tekstontwerp om de opbouw van een tekst te karakteriseren. De 15 W' vragen.:
Wie?
Wat?
Waarom?
Wanneer?
Waarvoor?
Waar?
Wat is of was de wijze?
Wat waren de middelen?
Wat waren de gevolgen?
Wat is de ernst?
Wat zijn de bewijzen?.
Wat is de relevantie?
Wat is de context?
Wat is de voorgeschiedenis?
Wat is de nageschiedenis?
Het begrip "topische vragen" is afgeleid van het woord "topos". In de oud-Griekse retorica was dit een aanduiding van een standaardmethode om een argument op te bouwen of te behandelen. De Griekse stoïcijnse filosoof Hermagoras van Temnos (2e eeuw voor Christus) kwam in dit kader met een formule die vertaald in het Latijn als volgt luidde:
Quis, quid, quando, ubi, cur, quem ad modum, quibus adminiculis (Wie, wat, wanneer, waar, waarom, op welke wijze, met welke middelen).
Bij het analyseren van teksten en argumenten kunnen topische vragen gebruikt worden om de volledigheid van een tekst en de zwakke en sterke punten van een argumentatie te beoordelen.