Van de pedagogische tik, tot de beledigingen, tot de vernietiging van het zelfbeeld, tot de zelfbeschadiging, tot de automutilatie, tot de volwassenheid, tot het ouderconflict, tot de oplossingen en benaderingen.
Psychisch geweld op kinderen
De corrigerende tik
Een 'corrigerende tik' wordt door sommigen ten onrechte niet als mishandeling beschouwd, al is in België voorgesteld elke fysieke agressie tegen kinderen te verbieden. In Nederland is dit reeds het geval. Vanaf 25 april 2007 is het in Nederland voor ouders verboden om hun kinderen te slaan. Artikel 1:247 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek is hiervoor aangepast. Ook in tal van andere Europese landen is er een algeheel verbod op fysiek geweld in de breedste zin van het woord. In de Nederlandse wet staat nu dat in de verzorging en opvoeding van het kind de ouders geen geestelijk of lichamelijk geweld of enige andere vernederende behandeling mogen toepassen. Onder geweld wordt verstaan het opzettelijk pijn doen van een kind. Hieronder valt ook de 'pedagogische' of 'corrigerende' tik.
De gevolgen van psychisch geweld zijn vaak niet zichtbaar. Toch zijn er vaak onbegrepen signalen.
Een ‘pedagogische tik’, is te begrijpen als een lichte fysieke handeling, beperkt in tijd, gesteld met de intentie het gedrag van het kind te controleren of te corrigeren. Deze definiëring verhindert evenwel niet dat de handeling als een ‘slag’ in de betekenis van artikel 398 Strafwetboek te omschrijven is. Dergelijke slag kan immers met eender welk voorwerp worden toegebracht, ook met de vlakke hand, en moet niet noodzakelijk in een verwonding resulteren. Wanneer het toebrengen van een slag vaststaat, kan het concreet verweten feit niet residuair worden gekwalificeerd als een feitelijkheid in de zin van artikel 563, 3°, Strafwetboek.
Het staat bovendien buiten iedere twijfel vast dat een pedagogische tik opzettelijk wordt toebracht, meer bepaald met het specifieke doel gedrag te willen corrigeren of te controleren. Deze fysieke handeling opzichtens een kind is derhalve bewust en gewild en maakt dat de betrokken dader schuldig is aan het misdrijf bepaald in artikel 398 SW.
Psychische mishandeling
Onder psychische mishandeling valt de herhaaldelijk verbale agressie, het kleineren of het zich minderwaardig laten voelen van het kind. Een bijzondere vorm van psychische mishandeling is de "cognitieve mishandeling" waarbij er aan het kind te hoge eisen gesteld worden en het kind bijvoorbeeld almaar verplicht wordt beter te presteren.
Bron Wikipedia.
Het gekwetste zelfbeeld door ouderlijke belediging
Ouders zijn de eerste beoordelers over hun kinderen. Zij stellen eisen en verwachtingen en hopen deze ingelost te zien, observeren, geven kritiek in alle mogelijke vormen of moedigen aan.
"Zelfwaardering heeft te maken met zelfvertrouwen, met veilig voelen. Bij een positieve zelfwaardering horen gevoelens als zelfrespect en welbevinden, bij een negatieve zelfbeeld domineren gevoelens van leegte en waardeloosheid. Zelfbeeld is de naam voor het idee wat iemand van zijn eigen persoonlijkheid heeft. Dat zelfbeeld heeft te maken met objectieve feiten (kleur van haar, lichaamsbouw, etc.), maar ook met hoe we deze kenmerken waarderen en welke boodschappen we hierover krijgen van onze ouders tijdens de kindsheid. (Een zelfbeeld kan beschadigd worden door te hoge eisen die ouders stellen, de verwachting van perfectie en onfeilbaarheid van het kind, maar ook door slagen en beledigingen uitgaande van de ouders, weze het onder impulsen, weze het als "goedbedoelde" "pedagogische" correctie of bezorgdheid).
Maar ook omgekeerd: wie te vaak beledigd, uitgescholden of gepest wordt, genegeerd of gekleineerd wordt, kan gemakkelijk een negatief gekleurd zelfbeeld ontwikkelen. Je kunt niet alles zeggen. Goede voeding is meer dan goed eten. Als je liefde voor jezelf niet met de paplepel ingegoten krijgt, ontstaan gemakkelijk vergroeiingen. Het is niet meer dan logisch, dat zij die van hun ouders geleerd hebben zichzelf als (psychisch of fysiek) niet-waardevol te zien, eenmaal volleerd zichzelf als waardeloos zullen beleven. Daarbij vrolijk blijven is een welhaast onmenselijke opgave, bij een dergelijk beschadigd zelfbeeld liggen depressies op de loer. "
Martin Steendam
Zelfbeschadiging
Zelfbeschadiging is een term die niet alleen geldt voor het beter gekende term van zelfverminking. Zelfbeschadiging van een kind is ook het zichzelf toebrengen van materieel of psychisch letsel, waarbij het kind onverklaarbaar lijkende daden stelt, destructieve gedachten ontwikkelt, zelfmoordgedachten heeft dan wel morbide liefde voor de dood, eigen goederen vernietigt...Dit fenomeen doet zich het vaakst voor aan het begin van de puberteit voor.
Tieners aan wie te hoge verwachtingen worden gesteld en die door ouders voortdurend en vaak kwetsend gecorrigeerd worden of opmerkingen ontvangen op hun uiterlijk of intellectuele dan wel schoolse prestaties evenals tieners die een tragere fysieke ontwikkelingsgroei hebben en intellectueel of fysiek in de ontwikkelingsfase lager op de ladder staan dan hun klasgenoten voelen zich onzeker, hebben maar al te vaak een negatief tot zeer negatief zelfbeeld, zijn nog een eigen identiteit te vormen zowel in als buiten het kerngezin, leggen de eerste contacten en ontwikkelen gevoelens voor andere jongens en meisjes en hebben nog niet geleerd met het uiten van deze gevoelens, noch met de gevoelens die ze hebben ten aanzien van de interne gezinssituatie.
Deze tieners staan op het keerpunt. Enkele jaren gelden hadden ze nog geen gevoel van eigen identiteit, zij voelden zich enkel een deel van een groter geheel, gezin, klas, school, vriendjes. Maar in deze ontwikkelingsfase, de prepuberteit, begint het eigen ik zich te ontwikkelen in een zeer complex en kwetsbaar proces.
De zelfbeschadiging is gelukkig in vele gevallen éénmalig. Het kind gaat één keer zichzelf pijn doen en kan dit zelf niet plaatsen. Het weet niet waar de verantwoordelijkheid te leggen en kent vaak niet de oorzaak ervan. Na een overreactie op een onbegrepen daad, met de erbij horende beledigingen en onbegrip, stoppen vele kinderen met dit gedrag omdat ze zien dat het niet werkt en kwijnen verder weg in zichzelf en hun ongelukkige leefwereld waarin ze zich afschermen en hierdoor zich eigenlijk nog erger (maar nu psychisch) beschadigen, nu ze niet meer openstaan voor gelukkige momenten en in hun perceptie verdoemd en onbegrepen blijven.
Jongeren die zichzelf beschadigen hebben in de regel een zwaar beschadigd zelfbeeld, een faalangst, die best kan begrepen worden als een angst te falen in de door de ouders gestelde verwachtingen, op alle mogelijke vlakken, gaande van uiterlijke factoren, tot top sportprestaties, tot muzikale artiestenstatus, tot de schoolprestaties, tot gedragscodes, onder de vaak niet ongegronde vrees bij gebrek aan het bereiken van deze doelstellingen afgestraft te worden.
Deze afstraffing kan bestaan uit afwijzing, negeren, belediging en zelfs slagen, tot het frustrerend gevoel de ouders niet te behagen. Dit uit zich in een laag zelfbeeld en weinig vertrouwen in zichzelf of hun omgeving en in het onvermogen tot het leggen van bevredigende sociale contacten, tot asociaal gedrag, tot egocentrisme (het kruipen in de eigen schelp als verdediging). Vaak blijkt er bij de jongere sprake van een aanleg tot het ontwikkelen van angst of depressie die een heel leven kan aanhouden.
Deze jongeren die zichzelf beschadigen en beschadigd worden hebben met ernstige problemen te kampen in hun eigen leven, hun eigen leefwereld, hun eigen ik en binnen hun gezin. Deze problemen kunnen ze niet plaatsen. De loyauteit van een kind voor de ouders is bijna onbegrensd en in deze fase van hun ontwikkeling zullen zij de ouders onvoorwaardelijk verdedigen. Zij zijn niet in staat met de ouders te praten omdat zij onbewust aanvoelen dat de problemen zo diep liggen dat deze voor een groot deel bij de ouders liggen, al beseffen zij dit niet bewust, bij gebrek aan vergelijkingspunten en doordat zij hun ouders als ideaal hebben leren zien. Zinvolle gesprekken binnen het gezin blijven daardoor uit.
Deze kinderen vinden nauwelijks aansluiting te vinden bij leeftijdgenoten, en worstelen met ongezien verdriet en een gevoel van fundamenteel en existentieel ongeluk, hetgeen de zelfdestructie en in sommige gevallen resulteert in automutilaties, of waarbij ze dwangmatige gedrag laten zien of zich onzeker voelen over hun seksuele identiteit. Eetproblemen en ervaringen met misbruik worden vaker dan gemiddeld waargenomen bij jongeren die zichzelf beschadigen.
De zelfbeschadiging wordt door het kind vaak gezien als een verlengstuk van de beschadiging die derden of de ouders aan het kind hebben toegebracht, door de onbegrijpelijke zoektocht naar vertrouwde beelden, waarin het wel weet te functioneren, bv. door een vluchtgedrag.
De zelfbeschadiging is een poging om negatieve emoties over te brengen en met het verdriet en het ongelukkig zijn om te gaan. De meest gemaakte vergissing is dat het kind enkel aandacht zoekt. Het kind wil een reactie uitlokken, een proces op gang brengen, de bel aftrekken, hulp vragen, zichzelf te bestraffen, een uitlaatklep te vinden voor de soms ontwikkelde zelfhaat of boosheid op het lijf dat niet meewil evolueren of presteren of niet mooi genoeg is. Wanhopig zoekt een kind een wijze om buiten het gezin een signaal te geven dat het niet goed gaat. Het kind is op zoek naar een signaal dat beter door de buitenwereld kan begrepen worden dan de emotionele pijn van het kind. Kinderen worden immers verondersteld gelukkig, speels en onbezorgd te zijn. Een ongelukkig kind wordt door de buitenwereld noch begrepen, noch aangevoeld.
Bron: Zelfbeschadiging, Drs. Tamar de Vos - van der Hoeven
Van zodra het kind het gezin verlaat, gaat het vaak plots openbloeien en kan de persoonlijkheid niet alleen herstellen, maar zelfs uitgroeien tot grotere rijpheid, door de mogelijkheid om relaties beter in te schatten en gepokt en gemazeld door het leven te gaan, ja zelfs met een zeer sterke persoonlijkheid, een positief zelfbeeld en een succesvol leven op gezinsvlak en professioneel vlak dor het helend effect ontstaan door de scheiding van het ouderlijk nest.
Sluimerend blijft echter schade die zich kan uiten is asociaal gedrag, overdreven hedonisme, moeilijke relaties, meerdere conflicten, weze het met aangeleerde vaardigheden hiermee om te gaan. Deze personen zijn door de sluimerende herinneringen die kunnen opgerakeld worden door kleine of grote dingen of tegensmagen meer dan anderen vatbaar voor depressie, CVS en burn-out.
Van slachtoffers van seksueel kindermisbruik weten we echter dat de wonden van geweld en vernedering nooit uitdoven en bij het minste conflict dan wel een erger conflict kunnen opwakkeren, waarbij, hoewel men dacht dat alles vergeten en verdrongen was, alles plots terugkeert. Dit des te meer wanneer de ouders hun vroegere controle en beoordelingsdrang al dan niet gecombineerd met beledigingen hernemen, zonder inzicht in het verleden en met bevestiging van hun eigen gelijk en herbevestiging van hun ouderautoriteit.
Hoe goed bedoeld ook resulteert dit maar al te vaak tot een blijvende dan wel zeer langdurige breuk, die enkel oplosbaar is door een inzicht van de ouders in hetgeen in het verleden misgelopen is. Problematisch is dat ze het niet weten, het zich niet meer herinneren, want in hun perceptie waren ze perfect en liep alles gesmeerd. Waar wordt nu nog in hemelsnaam over gepraat? Over fantasie, over gebeurtenissen die over het paard zijn getild?
Deze reactie is ook normaal en zeer begrijpelijk. Het kind heeft nooit gecommuniceerd over ongeluk en verdriet, over de vernederingen en slagen. Het kon het ook niet door de aangeboren en ingebakken loyauteit voor de ouders. In onze cultuur hebben ouders ook niet geleerd zichzelf in vraag te stellen en spijt te betuigen zeker niet voor iets wat in hun perceptie nooit een fout was, temeer daar zij de waarheid zeggen dat zij alles gedaan hebben wat in hun vermogen lag om hun kind alles maar dan ook alles te geven wat ze konden en zelfs ondanks latere harde pijnlijke confrontaties hun kind verder oneindig graag zien.
Oplossingen en benaderingen
In de psychiatrie en de psychodynamiek zijn er vier strekkingen:
- de onvermijdelijke breuk behouden gezien elk contact tot wederzijdse beschadiging leidt maar terzelfdertijd leren omgaan met deze herinnering, positieve zaken uit de kindsheid zoeken en deze toch koesteren en ondanks de tweestrijdigheid de liefde te behouden.
- de oudere visie die de oplossing zoekt in het vierde gebod en het initiatief legt bij het kind en de absolute vergevingsgezindheid van het kind vereist.
- de systeembenadering of gestalttherapie waarbij men het verleden laat voor wat het is en uitzoekt welke resterende mogelijkheden er overblijven om op een nieuwe lei op basis van wederzijdse bekommernissen en betrachtingen een nieuwe relatie met de ouders te herstellen.
- de moderne benadering waarin de ouders doorheen een zeer zware, bijna ondraaglijke zoektocht het verleden reconstrueren en hierbij hun fouten opsporen en hierover met hun kind praten en spijt betuigen en zoeken op hun initiatief hoe een en ander nog kan hersteld worden (en in welke mate) en verdere kwetsuren kunnen vermeden worden, waarna eens het begrip voor het leed van het kind en het uitgedrukte spijt dit spijt onvoorwaardelijk wordt aanvaard en inderdaad gezien als een ongelukkig neveneffect van de beste bedoelingen, waarna het verleden definitief kan worden losgelaten en gezocht naar nieuwe relatievormen tussen volwassen kinderen en hun ouders.