Bij de organisatie van het bewind beslist de Vrederechter of de beschermde persoon al dan niet in staat is te testeren (een testament te maken).
Indien de vrederechter vooraf oordeelt dat de beschermde persoon wilsgeschikt is kan de beschermde persoon een authentiek testament voorleggen dat niet vooraf aan de vrederechter dient voorgelegd.
Principieel kan een persoon die onbekwaam werd verklaard werd tot het opmaken van een testament ook geen testament meer opmaken, en dit zelfs niet met bijstand of vertegenwoordiging.
Toch belet zulks niet dat de beschermde persoon aan de vrederechter machtiging vraagt om een testament op te stellen. De beschermde persoon kan op dezelfde wijze machtiging vragen aan de vrederechter om tot schenking over te gaan.
Dit verzoek gericht aan de vrederechter dient door de beschermde persoon te worden ondertekend. Uit artikel 488bis, h), § 2, eerste lid BW blijkt immers dat het de beschermde persoon zelf is dewelke het verzoekschrift tot machtiging moet indienen. Een verzoekschrift dat enkel door de advocaat van de te beschermen persoon werd ondertekend is om die reden onontvankelijk.
Bovendien bepaalt artikel 488bis, h), § 2, laatste lid BW dat de procedure van artikel 488bis, b ), § 6 BW van overeenkomstige toepassing is zodat aan een verzoekschrift tot machtiging testeren of schenken op straffe van niet-ontvankelijkheid een omstandige geneeskundige verklaring dient gevoegd te worden die ten hoogste 15 dagen oud is en de gezondheidstoestand van de beschermde persoon beschrijft
De beschermde persoon zal dienen aan te tonen op een logische, coherente en gestructureerde manier diens familiale situatie te duiden en de beweegreden te schetsen voor het voornemen een testament op te maken op een vrije bewuste wijze
Het oordeel over dit verzoek blijft beperkt tot het oordeel over de wilsbekwaamheid van de beschermde persoon. De vrederechter willigt het verzoek in wanneer deze oordeelt dat de beschermde persoon wilsbekwaam is en wijst het verzoek af indien hij het tegendeel oordeelt.
De beschermde persoon dient geen inhoudelijk motieven te geven en dient al evenmin te melden aan wie hij wil testeren of wat hij in het testament wil vastleggen, laat staan dat hij een ontwerp van testament aan de vrederechter dient voor te leggen.
Het testament mag dan enkel opgemaakt worden in authentieke vorm. Dit garandeert een tweede oordeel over de wilsgeschiktheid door de notaris, die hierover opnieuw oordeelt zonder gebonden te zijn door het oordeel van vrederechter. Concreet kan de notaris dus weigeren zijn ambt te verlenen wanneer hij oordeelt dat de beschermde persoon, ondanks andere beslissing van de vrederechter, wilsongeschikt is.
De vrederechter kan weliswaar een machtiging verlenen voor een internationaal testament gemotiveerd door de onmogelijkheid om een testament in authentieke vorm op te stellen, wanneer dit gemotiveerd wordt dor de lichamelijke ongeschiktheid van de beschermde persoon,.
Het opmaken of het herroepen van een testament is een strikt persoonlijke handeling, die niet vatbaar is voor bijstand of vertegenwoordiging door de bewindvoerder.
Als de beschermde persoon niet meer in staat om zelf een machtiging aan de vrederechter te vragen voor de opmaak van een testament, dan kan geen geen testament meer opgesteld worden.
Wat geldt voor de opstelling van een testament geldt evenzeer voor de herroeping van een testament.
Aangezien de gezondheidstoestand van de beschermde persoon in de ene of de andere zin kan wijzigen, wordt deze machtiging in de regel beperkt in de tijd.
uittreksel uit het burgerlijk wetboek
Art. 905.[1 Onverminderd de artikelen 903 en 904, kan de persoon die op grond van artikel 492/1 onbekwaam is verklaard om te beschikken, hetzij bij schenking onder de levenden hetzij bij testament, toch beschikken na machtiging, op zijn verzoek, door de in artikel 628, 3°, van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde vrederechter.
De vrederechter oordeelt over de wilsbekwaamheid van de beschermde persoon.
Als de vrederechter met toepassing van het eerste lid de beschermde persoon toestaat bij testament te beschikken, kan deze alleen bij authentieke akte een testament maken, zonder dat hij het ontwerp ervan aan de vrederechter moet voorleggen.
In afwijking van het derde lid kan de vrederechter toestaan dat een internationaal testament wordt opgesteld wanneer aan de in artikel 972 bedoelde vormvereisten voor het testament bij openbare akte niet kan worden voldaan wegens de lichamelijke ongeschiktheid van de beschermde persoon.
Bovendien mag de vrederechter machtiging om te schenken weigeren indien de schenking de beschermde persoon of zijn onderhoudsgerechtigden behoeftig dreigt te maken.
[2 ...]2]1
----------
(1)<W 2013-03-17/14, art. 125, 018; Inwerkingtreding : 01-09-2014 (W 2014-05-12/02, art. 22)>
(2)<W 2018-12-21/09, art. 40, 029; Inwerkingtreding : 01-03-2019>