De patrimoniumvennootschap is een vennootschap waarbij privaat vermogen of bedrijfsvermogen ondergebracht wordt in een afzonderlijke vennootschap en waarbij de inkomsten en uitgaven verbonden aan dit vennootschap aldus afzonderlijk beheerd worden door een onderscheiden rechtspersoon.
Waarom een patrimoniumvennootschap oprichten :
BESCHERMING TEN AANZIEN VAN SCHULDEISERS
De oprichting van een patrimoniumvennootschap kan bezwaarlijk worden gebruikt om zich in te dekken tegen bestaande schuldeisers. Eén en ander zou aanzien worden als een organisatie van onvermogen. Anderzijds kan men zich wel situaties indenken waarbij het privaatvermogen in de toekomst zou kunnen aangesproken worden door schuldeisers n.a.v. sinisters, ongevallen, misdrijven, aansprakelijkheidsvorderingen, familiale conflicten, verkeerde zakelijke beslissingen
In deze gevallen kan een beslissing die naar de toekomst wordt gericht, interessant zijn ter bescherming van het eigen patrimonium. Aldus kan men vermijden dat toekomstige schuldeisers beslag zouden kunnen leggen op bepaalde elementen van het patrimonium die alsdan ondergebracht zijn in afzonderlijke vennootschappen en aldus ook eigendom zijn van onderscheiden rechtspersonen. Hierbij kan niet voldoende benadrukt worden dat één en ander geen vooraf bedacht constructie mag zijn. Wanneer men geconfronteerd wordt met aanspraken van bepaalde schuldeisers, zou zulke constructie middels vennootschappen kunnen aanzien worden als een bedrieglijke organisatie van onvermogen. Derde schuldeisers zouden alsdan een pauliaanse vordering instellen waarbij de vennootschapsconstructie alsdan worden nietige verklaard en niet-tegenstelbaar aan de derde schuldeisers.
Een degelijk voorafgaand advies waarbij alle nuttige informatie wordt bij gebracht, is derhalve noodzakelijk wanneer men deze doelstelling wil bereiken. Let wel, een advocaat zal geen medewerking verlenen aan welkdanige bedrieglijke constructies ook. Wel kan een advocaat wijzen op de wettelijke mogelijkheden ter zake.
MINDERE SUCCESSIERECHTEN
Vanaf een patrimonium van 600.000 bedragen de successierechten 30 %. Teneinde deze hoge registratierechten te vermijden kan een patrimoniumvennootschap worden opgericht. In dit geval wordt bij overlijden niet de eigendom van het onroerend goed overgedragen maar ook de aandelen van de vennootschap.
Oprichters van een patrimoniumvennootschap trachten de successierechten te vermijden door een voorafgaande overdracht van de aandelen te realiseren naar de erfgenamen via een gift van hand tot hand. Hierbij dient men wel rekening te houden dat dit dient te geschieden binnen de 3 jaar vóór het overlijden van de schenker. Slechts in dit geval zal de gift belastingsvrij zijn. Eén en ander is nog belangrijker wanneer de overdracht in zijlijn plaatsvindt tussen nonkels en neven, en zeker wanneer er geen verwantschapsgraad bestaat tussen de erflater en de begunstigde.
MISVERSTAND : OPRICHTING NAAMLOZE VENNOOTSCHAP OM EEN VERMOGEN IN DISCRETIE DOOR TE GEVEN
Vaak stellen zich hier bij problemen inzake de datum van de overdracht waardoor er nog steeds successierechten kunnen worden geëist. Deze nv constructies hebben namelijk het doel om een gift van hand tot hand te realiseren. Maar de successierechten blijven verschuldigd wanneer de schenker komt te overlijden binnen de 3 jaar na de schenking.
Gespecialiseerde verfijningen zijn derhalve nodig om dit doel te bereiken zoals :
beursvennootschappen;
overig bewijs vinden waardoor de datum van de schenking inroepbaar is tegenover de fiscus.
Nadelen van dergelijke constructies :
Door de totale anonimiteit te bewerkstelligen is het perfect mogelijk dat de aandelen aldus overgaan naar personen die door de overige aandeelhouders niet gewenst worden en waarbij er aldus inmenging mogelijk is van derden in de vennootschap op een door de overige aandeelhouders ongewenste wijze. Wanneer men dit nadeel wenst te vermijden door middel van voorafgaande overeenkomsten of aandeelhouderspacten, kan de anonimiteit verloren gaan.
FISCALE CONSTRUCTIES
Teneinde ingewikkelde constructies belangrijke fiscale voordelen te bekomen, kan een patrimoniumvennootschap gunstig zijn. Eén en ander vergt een bijkomend ver doorgedreven fiscaal consult waarbij de patrimoniumvennootschap vaak ook andere activiteiten heeft zoals bvb. managementbeheer of middelenvennootschap.
Hierbij speelt er natuurlijk mee dat dergelijke vennootschappen ook interessantere fiscale opportuniteiten bieden dat deze waarover een privé persoon kan beschikken.
rente op kredieten van immobiliën zijn integraal fiscaal aftrekbaar voor vennootschappen. Privé personen daarentegen hebben deze voordeel slechts binnen strikte beperkingen.
Onderhouds- en renovatiekosten zijn integraal aftrekbaar voor een vennootschap. Eveneens kan de vennootschap haar gebouw afschrijven tegen 3 % per jaar. Dergelijke constructies zijn voornamelijk interessant voor die gebouwen waarbij hogere renovatiekosten gemaakt werden.
Let wel, wanneer na verloop van tijd het gebouw volledig afgeschreven is en er enkel nog kosten van herstelling en onderhoud kunnen in rekening gebracht worden, kan het voordeel hiervan ernstig teruglopen. Wanneer de vennootschap in deze gevallen winst maakt en de aandeelhouders deze winst wensen uit te keren, zal een voorheffing dienen betaald te worden van 25 % op dit winstaandeel. Eén en ander kan al weer opgelost worden door het toekennen van voordelen in natura door verzekeringen allerhande zoals aanvullende pensioenverzekeringen, hospitalisatieverzekeringen, maar ook door andere voordelen in natura die gedragen worden door de vennootschappen.
Nadelen van de oprichting van een vennootschap :
In plaats van een belasting op basis van het kadastraal inkomsten wordt u belast op de gehele huurprijs. Dit nadeel kan niet ondervangen worden door de bestuurders van de vennootschap het goed te laten betrekken. Eén en ander zal namelijk aanzien worden als een fiscaal belastbaar voordeel in natura. Het onderscheid met de gewone natuurlijke persoon is hierbij opmerkzaam. Wie namelijk zijn onroerend goed als natuurlijke persoon betrekt, betaalt een beduidend lagere belasting die louter berekend wordt op grond van het kadastraal inkomen.
Hierbij is ook de vergelijking relevant tussen de natuurlijke persoon die zijn onroerend goed verhuurt als belegging en de patrimoniumvennootschap. De natuurlijke persoon die een onroerend goed in eigendom heeft en dit verhuur, wordt eveneens belast op grond van het kadastraal inkomen, voor zover het verhuurde onroerend goed niet verhuurd wordt voor bedrijfsdoeleinden. Wanneer een patrimoniumvennootschap daarentegen een onroerend goed verhuurt, wordt dit steeds belast op grond van de werkelijk ontvangen huurontvangsten.
Het onderbrengen van eigendommen in patrimoniumvennootschap is derhalve voornamelijk interessant voor die gebouwen die minstens gedeeltelijk voor professionele doeleinden worden gebruikt.
BELASTING OP MEERWAARDEN
Wanneer een onroerend goed van een vennootschap verkocht wordt, worden de behaalde meerwaarde belast. Wanneer een particulier daarentegen een onroerend goed verkoopt, wordt de meerwaarde niet belast voor zover de verkoop meer dan vijf jaar na de aankoop plaats heeft. Voor zover de particulier eerder verkoopt, kan deze evenwel nog steeds aanspraak maken op een voordeel inhoudende de aanslagvoet ten bedrage van 16,5 %.
Wanneer vennootschappen onroerend goed verkopen en dit hun enig patrimonium uitmaakt, kan één en ander worden opgevangen door de verkoop van de aandelen van de vennootschap i.p.v. het onroerend goed.
VANAF WANNEER IS EEN PATRIMONIUMVENNOOTSCHAP INTERESSANT
Alvorens een oprichting van een patrimoniumvennootschap te overwegen, dient eerste de omvang van het vermogen nagegaan. Voor patrimonia onder de 300.000 € is het hoe dan ook niet aangeraden om een patrimoniumvennootschap op te richten. Er dient namelijk ook rekening gehouden te worden met de vaste beheerskosten, verbonden aan een dergelijke vennootschap, onverminderd de overige nadelen. Voor patrimonia boven de300.000 € dient geval per geval in overleg met een vermogensadviseur of bevoegd advocaat nagegaan in hoeverre de oprichting zinvol is. Hierbij dient zeer veel aandacht besteed aan de doelstellingen die men terzake wenst te bereiken waarbij een grondige voorafgaande studie dient gedaan.