Outplacement
Indien de werkgever gehouden is tot outplacement dient deze binnen de 15 dagen na de het einde van de arbeidsovereenkomst de werknemer schriftelijk een outplacementaanbod verschaffen.
Bij gebreke hieraan kan de werknemer binnen één maand (of binnen de negen maand indien de arbeidsovereenkomst zonder opzegtermijn is beëindigd), na het verstrijken van de voormelde termijn van 15 dagen de werkgever in gebreke stellen.
Na de ingebrekestelling heeft de werkgever één maand de tijd om aan de werknemer schriftelijk een geldig outplacementaanbod te formuleren.
Weigering van de outplacement door de werknemer
De werknemer kan zijn recht op werkloosheidsuitkering gedurende een periode van 4 tot maximaal 52 maanden verliezen indien hij geen outplacement aanvraagt waarop hij recht heeft, of medewerking weigert aan het mee te werken aan de outplacement, of in te gaan op een geldig outplacementaanbod, dan wel bij bedrijfsherstructurering zich niet inschrijft bij een tewerkstellingscel van het bedrijf.
Wanneer de werkgever zijn outplacementverplichting niet nakomt is de werknemer die zijn recht op werkloosheidsvergoeding niet wil verliezen, verplicht de werkgever in gebreke te stellen.
Niet vervulling van de plicht tot outplacement dan wel nakoming van de regelgeving door de werkgever:
Boete van 1.800 euro door de werkgever en verplichting van de werknemer de niet naleving van de outplacement door de werkgever te melden aan de RVA die verder instaat voor de begeleiding.
Vanaf 1 januari 2016 zijn de werknemers verplicht om het ontslagpakket (verbrekingsvergoeding + outplacement) te aanvaarden. De werkgever zal dus vanaf 1 januari 2016 steeds de 4 weken loon van de verbrekingsvergoeding mogen aftrekken (zie verder), ook als de werknemer het outplacementaanbod niet aanvaardt. De werknemer die niet ingaat op het outplacementaanbod, verliest 4 weken verbrekingsvergoeding.
Financiering van de outplacementvergoeding
De kost is ten laste van de werkgever, behoudens voor bepaalde sectoren waar deze kost ten laste ligt van het sociaal fonds. De kost mag niet in rekening worden gebracht op de wettelijke ontslagvergoeding, behoudens bij ontslag (na 1 januari 2016) middels opzegvergoeding ter compensatie van de werknemer die recht had op een opzegtermijn van meer dan 30 weken, in welk geval er 4 weken van de van de opzeggingsvergoeding mag worden ingehouden op de opzegvergoeding als bijdrage in de kosten van outplacement.
Anderzijds mogen de begeleidingsuren in rekening worden gebracht op de het sollicitatieverlof voor die werknemers die niet ontslagen worden met een opzegvergoeding, maar met een opzeggingstermijn.