Het pensioen waarover rusthuisbewoners beschikken is meestal ontoereikend om de kosten van het rusthuisverblijf te betalen. De zorgkost wordt weliswaar voor een groot deel gedragen door het RIZIV maar de hotelkost daarentegen wordt gefactureerd aan de rusthuisbewoner en berekend aan de hand van een dagprijs. In deze dagprijs zijn de supplementen en medische kosten niet inbegrepen waardoor de verblijfkosten met deze kosten dienen vermeerderd te worden. Dokterskosten, telefoonkosten, kosten van de kapper, reiniging van persoonlijke kleding, persoonlijke verzorgingsproducten en zakgeld dienen bovendien uitdrukkelijk in de overeenkomst te worden opgenomen.
Volstaat uw pensioen niet om de facturen van het rusthuis te betalen? Geen nood, U kan zich wenden tot het OCMW.
Wanneer zal het OCMW tussenkomen?
Als de rusthuisbewoner onvoldoende middelen heeft kan deze zich wenden tot het OCMW van de gemeente waar hij/zij was ingeschreven voor de opname in het rusthuis.
Het OCMW zal het resterende deel van het rusthuisfactuur betalen.
Tot wie zal het OCMW zich wenden om haar geld terug te vorderen ?
Krachtens de OCMW wet beschikt het OCMW over het recht om de kosten van de maatschappelijke dienstverlening te verhalen op de onderhoudsplichtigen van de rusthuisbewoner.
Sedert 1984 heeft de OCMW niet enkel deze mogelijkheid maar zal ze in bepaalde gevallen zelf moeten terugvorderen. Zo zal het OCMW MOETEN terugvorderen van:
1. de echtgeno(o)t(e) / ex- echtgeno(o)t (e)
Het bedrag van terugvordering is dan beperkt tot het bedrag van onderhoudsgeld dat opgelegd werd door de rechter of welk in onderlinge toestemming werd overeengekomen.
2. de kinderen (ook geadopteerde of buitenhuwelijkse kinderen)
Het bedrag van terugvordering zal beperkt zijn tot het kindsdeel.
De onderhoudsplicht van kinderen tav hun ouders die verblijven in een rusthuis, is een onderdeel van de familiale solidariteit en vindt haar basis in het burgerlijk wetboek.
Inmiddels hebben evenwel bepaalde OCMW 's beslist om niet tot terugvordering ten aanzien van de kinderen meer over te gaan. Zelden of nooit wordt teruggevorderd op kleinkinderen.
TIP: Indien de kinderen financieel tussenkomen voor hun ouders die in het rusthuis zijn opgenomen, is hun tussenkomst fiscaal aftrekbaar. Conform artikel 104 van het Wetboek van Inkomstenbelasting kunnen onderhoudsuitkeringen fiscaal worden afgetrokken ten belopen van 80 %.
Het OCMW KAN daarentegen terugvorderen van :
1. kleinkinderen (gebeurt zeer uitzonderlijk)
2. schoonkinderen en schoonouders (gebeurt zelden)
WEETJE : Tussen broers en zussen, neven en nichten bestaat er geen onderhoudsplicht.
Kan er afgeweken worden van de verplichte terugvordering door het OCMW?
Ja
1. Als de onderhoudsplichtige over een jaarlijks netto- belastbaar inkomen beschikt lager dan 18.418.60 euro mag het OCMW niet terugvorderen.
LET OP: Het bedrag van 18418.60 euro wordt verhoogd met 2578.60 euro voor elke persoon ten laste.
2. Mits goedkeuring door het gemeentebestuur, kan het OCMW beslissen om niet meer bij de kinderen terug te vorderen. Dit akkoord is algemeen bindend.
3. Als het terugvorderingbedrag lager is dan de administratieve kosten, is het OCMW niet verplicht terug te vorderen.
4. Als de maatschappelijke dienstverlening niet langer duurt dan 3 maanden is het OCMW niet verplicht terug te vorderen.
5. Het OCMW kan afwijken van de verplichte terugvordering om reden van billijkheid.
Voorbeeld:
De jarenlange verbreking van het contact tussen ouders en kinderen; financiële lasten van de onderhoudsplichtige; een slechte relatie tussen de begunstigde en de onderhoudsplichtige; de slechte gezondheidstoestand van de onderhoudsplichtige of van zijn gezinslid; het reeds betalen van een terugvordering; verspilling door de begunstigde; weigering van hulp door de begunstigde; het feit dat de kinderen nooit door hun eigen ouders werden opgevoed of dat de begunstigde t.g.v. verspilling hulp behoeft, terwijl de onderhoudsplichtigen steeds vooruitziend en spaarzaam hebben geleefd.
Ten belope van welk bedrag mag het OCMW terugvorderen?
Om het bedrag van terugvordering te berekenen gaat het OCMW rekening moeten houden met de volgende aspecten:
1. De kosten van maatschappelijke dienstverlening worden door het OCMW verhaald op de onderhoudsplichtige tot beloop van het bedrag waartoe zij gehouden zijn voor de verstrekte hulp.
Voorbeeld: Jan moet 1.000 euro onderhoudsgeld betalen voor zijn moeder Maria; het OCMW zal niet meer kunnen terugvorderen dan 1.000 euro.
2. Het bedrag van terugvordering is beperkt tot hetgeen het OCMW werkelijke betaalde gedurende een welbepaalde maand.
Voorbeeld: Maria moet voor de maand januari een factuur van 1.000 euro aan maatschappelijke dienstverlening betalen; daar ze niet over voldoende pensioen beschikt heeft het OCMW het factuur in haar plaats betaald; het OCMW zal zich nadien wenden tot Jan om de 1.000 euro terug te vorderen.
3. Het bedrag van terugvordering kan enkel op de onderhoudsplichtige worden verhaald voor zover er, gedurende de periode dat het centrum steun verleende, een recht op vordering tot onderhoud bestond.
Voorbeeld: als Jan voor de maand januari geen onderhoudsplicht moest betalen voor zijn moeder, zal het OCMW zich ook niet tot Jan kunnen wenden om de 1.000 euro terug te vorderen.
4. Indien er meerdere kinderen onderhoudsplichtig zijn, zal het bedrag van terugvordering onder hen verdeeld worden. Dit is het kindsdeel.
Voorbeeld: een moeder van 3 kinderen wordt opgenomen in een rusthuis. Het OCMW moet 300 euro opleggen bovenop haar pensioen. Het kindsdeel in dit voorbeeld is dus 100 euro.
WEETJE: De onderhoudsplicht is een persoonlijke schuld waardoor er bij de berekening van het kindsdeel geen rekening wordt gehouden met kinderen die reeds overleden zijn.
5. Het systeem van terugvordering is progressief. Het voorziet in een minieme bijdrage van de families met geringe inkomens en in een aanzienlijkere bijdrage vanwege de families met hogere inkomens. Anders gezegd, hoe minder men verdient, hoe minder men betaalt. Daartegenover staat dat wie méér verdient, meer bijdraagt.
Voor de berekening van de bijdrage van de onderhoudsplichtige, gebruikt het OCMW 13 inkomensschijven waarbij de bijdrage stijgt in verhouding tot de omvang van het netto belastbaar gezinsinkomen.
Voorbeeld: als men geen persoon ten laste heeft en over een inkomen beschikt van 20 997,19 euro, betaald men maximaal 32 euro per maand terwijl men bij een inkomen van 49.361, 80 euro 817 euro per maand zal betalen.
Men gaat ook rekening houden met het aantal personen ten laste.
Voorbeeld: de hoogste inkomenscategorie ( 49.361,80 euro) met tien personen ten laste betaalt 107 euro per maand.
WEETJE: De belastingaangifte en -aanslag van gehuwden geschiedt gezamenlijk. Het OCMW zal zich dan ook baseren op de gezamenlijke inkomsten.
6. Om ongelijkheden te voorkomen tussen familieleden die onroerende goederen bezitten en diegene die er geen bezitten, gaat het OCMW rekening houden met eigendommen van de onderhoudsplichtige. Ze zal zich hiervoor baseren op het Kadastraal Inkomen van deze onroerende goederen. Stijgt het KI boven 2 000 euro, dan wordt het met drie vermenigvuldigd en bij het opgegeven inkomen geteld.
Voorbeeld: een KI van 2 100 euro wordt voor 6 300 euro ingebracht in het aan te rekenen jaarinkomen.
LET OP
° onroerend goederen/ gedeelten ervan die voor eigen beroepsdoeleinden worden gebruikt mogen niet meegerekend worden.
° als de onderhoudsplichtige 3 of meer personen ten laste heeft wordt het KI vooraf gedeeld door een coëfficiënt van 1,1 verhoogd met 0,1 voor elke persoon ten laste boven de derde maar met een maximum van 1,8.
° als de onderhoudsplichtige eigenaar of vruchtgebruiker is van een onroerend goed in onderverdeeldheid, wordt het KI vermenigvuldigd met de breuk die de belangrijkheid uitdrukt van de rechten van de onderhoudsplichtige op deze goederen, vooraleer de correctie plaatsvindt.
Voorbeeld: Jan moet onderhoudsgeld betalen voor zijn moeder en hij is, samen met zijn vriend eigenaar van een huis. Het KI zal dan eerst vermenigvuldigd worden met 1/2 .
° het is pas wanneer de inkomstengrens voor de terugvordering niet wordt bereikt, dat de correctieregeling van het KI wordt toegepast. Indien dit niet het geval is, zal het OCMW zich baseren op het netto- belastbaar inkomen.
Eén terugvorderingschaal voor alle OCMW' s
Indien een OCMW beslist om de sociale bijstand terug te vorderen, zal het één enkel terugvorderingschaal moeten naleven dat identiek is voor alle OCMW' s van het land.
Voorbeeld: Het OCMW van Brugge en dit van Brussel zullen dezelfde criteria moeten hanteren.
Wat indien er meerdere OCMW 's gaan terugvorderen?
Wanneer er in één maand meerdere OCMW s hun geld willen terugvorderen van eenzelfde onderhoudsplichtige, spreekt men van samenloop van terugvorderingen.
Het bedrag dat de verschillende OCMW s wensen te bekomen zal dan proportioneel verdeeld worden.
Voorbeeld: Jan moet onderhoudsgeld betalen voor zijn moeder en voor zijn vader ten belopen van 1.000 euro. Zijn moeder en vader verblijven in een verschillend rusthuis.
Het rusthuis waar moeder verblijft betaalde een factuur van 1.000 euro en het rusthuis waar vader verblijft betaalde ook een factuur van 1.000 euro. Beide OCMW s zullen zich wenden tot Jan. Daar Jan in totaal slechts 1.000 euro onderhoudsplicht moet betalen zullen de OCMW 's ieder slechts 500 euro uitbetaald krijgen.
Enkele begrippen
Netto- belastbaar inkomen: bruto-inkomen verminderd met sociale zekerheidsbijdragen en bedrijfslasten.
Persoon ten laste : iedere persoon die fiscaal ten laste is van de onderhoudsplichtige of m.b.t. de kinderbijslag, elk kind voor wie de onderhoudsplichtige bijslagtrekkende is.
Terugvorderingschaal: de door de overheid wettelijk vastgelegde schaal die de OCMW' s bij de toepassing van de onderhoudsplicht moeten volgen. Op deze schaal staan de inkomenscategorieën met daarnaast het maandelijks bedrag dat een kind bij toepassing van de onderhoudsplicht moet betalen.