De methode Hobin, ook rekentool Hobin geheten is een Excel-rekenblad dat aan de familierechters ter beschikking wordt gesteld, en waarin een aantal reken - formules werden opgenomen zodat op relatief snelle wijze een berekening van de onderhoudsbijdragen voor kinderen kan gebeuren. Het model is nog in volle ontwikkeling maar wordt door meerdere familierechters reeds gebruikt.
Een groep van familierechters onder leiding van de heer Rob Hobin, raadsheer bij het Hof van Beroep te Antwerpen, heeft een eenvoudig excel rekenblad gemaakt. Het is de bedoeling dat iedereen deze nieuwe rekentool gratis kan gebruiken via de
website van hoven en rechtbanken. (nuttige info -> Alimentatie). Rechtstreekse link naar de rekentool
via deze link.
Deze rekentool is ontworpen door familierechters, en wordt in de praktijk zeer vaak gebruikt. Geen enkele familierechter wordt gebonden door de simulatie in deze rekentool. Dit wordt we zo geformuleerd, maar toch wordt gepoogd deze methode aan de partijen en hun advocaten op te dringen.
Elke ouder moet in verhouding tot zijn inkomen bijdragen in het onderhoud van de kinderen. Dit evenwicht komt tot stand via een verdeling van het kindergeld of door – bovenop het kindergeld – ook nog een onderhoudsbijdrage te bepalen.
De rekentool Hobin geldt voor standaardsituaties. In geval van bijzondere omstandigheden zal het resultaat dat een familierechter bepaalt sowieso verschillen van het standaardresultaat dat via de methode Hobin bekomen wordt.
Bij de rekentool hoort een toelichting die kan gelezen worden via deze link.
Deze rekentool is niet bruikbaar om vroeger vastgelegde onderhoudsbijdragen te wijzigen. Daarvoor moeten er eerst gewijzigde omstandigheden bestaan.
Legio zijn de inmiddels verschillende methodes die gestoeld zijn op een commercieel betalend model, die ook om die reden en het gebrek aan toegankelijkheid geen rechterlijke basis kunnen (mogen) vormen en die al helemaal niet geneigd zijn om hun model los te laten. De rechtspraktijk en niet in het minst de magistratuur heeft derhalve nood aan een niet-commercieel onafhankelijk, onverdacht
gratis product opgesteld door de per definitie onafhankelijke magistratuur, in overleg met de rechtsonderhorigen en rechtspractici, naar het voorbeeld van de algemeen gekende indicatieve tabel.
Deze onderhoudsgeldcalculator, volgens de methode Hobin, is gebaseerd op het artikel, gepubliceerd in het tijdschrift voor familierecht door Wolters Kluwer (2019/10 – december 2019).
Art. 203bis.
BW stelt: § 1. Elke ouder draagt bij in de kosten die voortvloeien uit de bij artikel 203, § 1, bepaalde verplichting, in verhouding tot zijn respectieve aandeel in de samengevoegde middelen.
Art. 1321_Gerechtelijk wetboek stelt
[1 § 1. [4 Elke rechterlijke beslissing die de onderhoudsbijdrage vaststelt op grond van artikel 203, § 1, van het Burgerlijk Wetboek, vermeldt de volgende elementen:]4
1° de aard en het bedrag van de middelen van elk van de ouders door de [2 familierechtbank]2 in acht genomen op grond van artikel 203, § 2, van het Burgerlijk Wetboek;
2° de gewone kosten waaruit het budget voor het kind is samengesteld alsook de manier waarop deze begroot zijn;
3° de aard van de buitengewone kosten die in acht genomen kunnen worden, het deel van deze kosten dat elk van de ouders voor zijn rekening dient te nemen alsook de modaliteiten voor de aanwending van deze kosten;
4° de verblijfsregeling van het kind en de bijdrage in natura van elk van de ouders in het levensonderhoud van het kind tengevolge van deze verblijfsregeling;
5° het bedrag van de kinderbijslag [voor de bepaling toepasselijk in het Vlaams gewest lees: de toelagen in het kader van het gezinsbeleid] en van de sociale en fiscale voordelen van alle aard die elk van de ouders voor het kind ontvangt;
6° de inkomsten die elk van de ouders in voorkomend geval ontvangt uit het genot van de goederen van het kind;
7° het aandeel van elk van de ouders in de tenlasteneming van de kosten voortvloeiende uit artikel 203, § 1, van het Burgerlijk Wetboek en de daarop eventueel vastgestelde onderhoudsbijdrage, evenals de modaliteiten voor de aanpassing ervan op grond van artikel 203quater van het Burgerlijk Wetboek;
8° de bijzondere omstandigheden van de zaak die in acht genomen zijn.
[4 Elke overeenkomst tot vaststelling van een onderhoudsbijdrage op grond van artikel 203, § 1, van het Burgerlijk Wetboek rechtvaardigt het bedrag van die onderhoudsbijdrage in het licht van alle in het vorige lid bedoelde bestanddelen of van een deel ervan, op basis van de verklaringen van de partijen.]4
§ 2. De [2 familierechtbank]2 [4 of, in voorkomend geval, de overeenkomst, voor de bestanddelen die in aanmerking worden genomen met toepassing van § 1, tweede lid,]4 verduidelijkt :
1° [4 op welke manier de in paragraaf 1 bedoelde elementen in acht werden genomen;]4
2° bij een met bijzondere redenen omkleed vonnis, op welke manier [2 zij]2 de onderhoudsbijdrage en de modaliteiten voor de aanpassing ervan overeenkomstig artikel 203quater, § 2, van het Burgerlijk Wetboek heeft bepaald, ingeval [2 zij]2 afwijkt van de in artikel 1322, § 3, voorziene berekeningswijze.
§ 3. [3 Het vonnis [4 of de overeenkomst]4 vermeldt uitdrukkelijk en in begrijpbare taal de mogelijkheid om de inkomsten van de schuldenaar of iedere andere hem door een derde verschuldigde geldsom te ontvangen, als bedoeld in artikel 203ter, eerste en tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek, zijnde de loonmachtiging.]3
Het vonnis [4 of de overeenkomst]4 vermeldt de gegevens van de Dienst voor alimentatievorderingen, opgericht bij de wet van 21 februari 2003 tot oprichting van een Dienst voor alimentatievorderingen bij de FOD Financiën, en wijst op diens opdracht betreffende het toekennen van voorschotten op onderhoudsbijdragen en de invordering van verschuldigde onderhoudsbijdragen.]1
----------
(
1)<w
2010-03-19/05, art. 14, 108; Inwerkingtreding : 01-08-2010; zie ook art. 17>
(2)<w 2013-07-30/23, art. 226, 130; Inwerkingtreding : 01-09-2014>
(3)<w 2017-07-21/37, art. 2, 156; Inwerkingtreding : 01-09-2017>
(4)<w 2018-12-21/09, art. 127, 174; Inwerkingtreding : 10-01-2019>
(5)<dvr 2018-04-27/27, art. 198, 176; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
De rechter kan zijn rechtsmacht niet delegeren en dus niet zomaar de berekening van een een externe formule toepassen wanneer deze niet in de wet werd opgenomen. Weze opgemerkt dat de wet voorziet dat de Koning een berekening kan opleggen. Zolang dit niet gebeurt dient de rechter in zijn motivering rekening te houden met de parameters voorzien in het gerechtelijk wetboek. De methode Hobin is een tool in ontwikkeling (die nog verder wordt geoptimaliseerd) die op termijn als inspiratie voor een KB kan dienen, maar ondertussen in de praktijk louter een indicatief werkblad kan uitmaken bij de beoordeling als hulpmiddel voor de rechter, zonder dat deze methode een wettelijk imperatief uitmaakt. De methode helpt de rechter wel rekening te houden met de parameters die de wet vooropstelt.