Een belangrijk deel van de inkomsten zijn niet voor beslag vatbaar teneinde de schuldenaar in de gelegenheid te stellen menswaardig te kunnen leven.
Dit onbeslagbaar deel van het loon blijft onder bepaalde omstandigheden ook onbeslagbaar wanneer het op de bankrekening komt te staan.
De onbeslagbare bedragen van de artikelen 1409, 1409bis en 1410 blijven onbeslagbaar indien ze worden gecrediteerd op een zichtrekening, van een bank.
De schuldenaar mag met alle wettelijke middelen bewijzen dat overeenkomstig de artikelen 1409, 1409bis en 1410 niet voor beslag of overdracht vatbare bedragen gecrediteerd werden op een zichtrekening die het voorwerp uitmaakt van beslag of overdracht.
Bedragen die de werkgever van de schuldenaar stort op een zichtrekening van de schuldenaar worden vermoed, tot anders bewezen is, gedeeltelijk onvatbaar te zijn voor beslag of overdracht overeenkomstig artikel 1409, § 1. Dit vermoeden geldt alleen bij de verhoudingen tussen de schuldenaar en zijn schuldeisers.
Het bewijs hiervan wordt geleverd door de codes /A, /B of /C bij de mededelingen van de storting.
In geval van beslag of overdracht van de in artikel 1411bis, § 1, bedoelde bedragen, gelden de beperkingen en uitsluitingen waarin de artikelen 1409, 1409bis en 1410 voorzien gedurende een periode van dertig dagen vanaf de inschrijving van deze bedragen op de creditzijde van de zichtrekening.
Wanneer niettemin de beschermde sommen het voorwerp zijn van een globale storting op een zichtrekening, terwijl ze betrekking hebben op een duur van meer dan één maand, is de bescherming van toepassing gedurende een overeenstemmende periode, vanaf de datum van inschrijving op de creditzijde van de zichtrekening. Voor de toepassing van dit lid telt een maand dertig dagen.
In geval van beslag op een zichtrekening, deelt de kredietinstelling in de in artikel 1452 bedoelde verklaring een lijst mee van de bedragen voorzien van een code die gecrediteerd zijn tijdens de periode van dertig dagen die aan de datum van het beslag voorafgaat.
In geval van overdracht van een bedrag dat op een zichtrekening gecrediteerd is, deelt de kredietinstelling bij ter post aangetekende brief aan de gerechtsdeurwaarder, de overnemer of de schuldeiser, binnen vijftien dagen vanaf de ontvangst van de kennisgeving de overdracht, het saldo op de zichtrekening mee evenals een lijst van de bedragen voorzien van een code die gecrediteerd zijn tijdens de periode van dertig dagen die de datum van de overdracht voorafgaat alsook de datum waarop die bedragen voorzien van een code gecrediteerd werden.
Indien het beslag of de overdracht werd betekend door een gerechtsdeurwaarder maakt deze de in artikel 1411ter, § 2, omschreven berekening.
Op straffe van nietigheid van het beslag of van de overdracht verstuurt de gerechtsdeurwaarder deze berekening aan de schuldenaar bij een ter post aangetekende brief met bericht van ontvangst, binnen acht dagen na de kennisgeving van de verklaring bedoeld in § 1.
Op straffe van nietigheid van het beslag of van de overdracht verstuurt hij een kopie van de berekening aan de kredietinstelling bij een ter post aangetekende brief met bericht van ontvangst, binnen acht dagen na de kennisgeving van de verklaring bedoeld in § 1. Na ontvangst ervan door de kredietinstelling kan de schuldenaar vrij beschikken over de in de berekening vermelde bedragen die niet vatbaar zijn voor beslag of overdracht.
Indien het beslag of de overdracht niet werd betekend door een gerechtsdeurwaarder, maakt de overnemer of de schuldeiser de in artikel 1411ter, § 2, omschreven berekening.
Op straffe van nietigheid van het beslag of van de overdracht verstuurt hij deze berekening aan de schuldenaar bij een ter post aangetekende brief met bericht van ontvangst binnen acht dagen na de kennisgeving van de verklaring bedoeld in § 1.
Op straffe van nietigheid van het beslag of van de overdracht verstuurt hij een kopie van de berekening aan de kredietinstelling bij een ter post aangetekende brief met bericht van ontvangst binnen acht dagen na de kennisgeving van de verklaring bedoeld in § 1. Na ontvangst ervan door de kredietinstelling kan de schuldenaar vrij beschikken over de in de berekening vermelde bedragen die niet vatbaar zijn voor beslag of overdracht.
Op straffe van nietigheid van het beslag of van de overdracht wordt bij de ter post aangetekende brief met bericht van ontvangst aan de schuldenaar, een antwoordformulier gevoegd waarvan de Koning het model bepaalt.
Op straffe van verval deelt de schuldenaar, binnen acht dagen vanaf de aanbieding aan zijn woonplaats van de ter post aangetekende brief met bericht van ontvangst, zijn opmerkingen op het antwoordformulier mee aan de afzender bij ter post aangetekende brief met bericht van ontvangst.
Op straffe van verval legt de gerechtsdeurwaarder, de schuldeiser of de overnemer, binnen vijf dagen vanaf de aanbieding aan het op het antwoordformulier vermelde adres van de ter post aangetekende brief met bericht van ontvangst die de opmerkingen van de schuldenaar bevat, ter griffie van de beslagrechter een afschrift van de berekening en van het gestandaardiseerd antwoordformulier met de opmerkingen van de schuldenaar neer.
De beslagrechter bepaalt dag en uur van het onderzoek en de regeling van de moeilijkheden, na de schuldeiser of de overnemer en de schuldenaar te hebben gehoord of opgeroepen.
De griffier roept de partijen op en verwittigt, in voorkomend geval, de instrumenterende gerechtsdeurwaarder.
De beslagrechter doet uitspraak bij voorrang boven alle andere zaken, zowel in aanwezigheid als bij ontstentenis van de partijen.
Zijn beschikking is niet vatbaar voor verzet of hoger beroep. "
uitvoeringsbesluit: KB 04/07/2006