Ingevolge het faillissement verliest een gefailleerde zijn activa (huis, voor beslag vatbare goederen, auto, gelden). Maar de dag na het faillissement kan de gefailleerde opnieuw doorstarten en een inkomen verwerven zonder dat hierop nog beslag kan worden gelegd. Aldus kan hij met deze nieuwe inkomsten en eigendom verwerven, hij kan leningen aangaan, een nieuwe zaak starten in eigen naam of met een vennootschap (tenzij er beroepsverbod werd opgelegd), zelfs een huis kopen zonder dat de curator hierop beslag mag leggen. Het verwerven van eigendom kan natuurlijk enkel met middelen of kredieten verworven na het faillissement (en dus niet met uit het faillissement verduisterde goederen).
De kwijtschelding laat de opbouw van een nieuwe start met een nieuw vermogen toe.
De curator kan geen beslag leggen op verdiensten uit beroepsactiviteit van na de datum van het vonnis van faillietverklaring (om het even of dat een job als werknemer of als zelfstandige is). (Art. XX.110. §3-2e lid). Ook op een vervangingsinkomen kan de curator of de schuldeisers geen aanspraak meer maken. Dit geldt ook voor de huwelijkspartner en feitelijke of wettelijke samenwonende van e gefailleerde. Dit is de uitwerking van de tweedekansdoctrine, met mogelijkheid tot een nieuwe start.
Alle inkomsten en elke vermogensaanwas verworven na de opening van het faillissement blijven voor de gefailleerde, mits de oorzaak van deze inkomsten dateert van na de opening van het faillissement.
Vb. De betaling van een factuur voor prestaties voorafgaand aan de opening van een factuur komen niet toe aan de gefailleerde, maar aan de curator ten behoeve ven de failliete boedel, (net zoals betalingen voor prestaties geleverd voor de opening van het faillissement en alsnog gefactureerd na het faillissement.
De inkomsten uit zelfstandige activiteit, loon, pensioen, uitkeringen en andere inkomsten verworven voor activiteiten (oorzaak) voor faillissement en de spaargelden of aankopen hiermee gerealiseerd zijn niet vatbaar voor beslag, noch tijdens, noch na de afsluiting van het faillissement.
Er wordt dus een definitieve streep onder het verleden getrokken en dit vanaf de datum waarop het faillissement wordt geopend (datum faillissement). De gefailleerde dient dus niet te wachten op de nieuwe kans tot na de afsluiting van het faillissement en kan aldus onmiddellijk weer werk maken van zijn nieuwe start en de heropbouw van een vermogen, zonder nog schulden van het verleden met zich mee te sleuren. Het oude gezegde dat wie failliet gegaan was nooit iets meer mocht/kon hebben wordt hiermee voltooid verleden tijd. De gefailleerde krijgt een tweede kans met een propere lei.
Een ondernemer die failliet gaat, kan aldus onmiddellijk na het faillissement niet alleen opnieuw (door)starten, hij kan ook met hulp van familie van de curator zijn machinerie, voorraden, voertuigen, werktuig… terugkopen en hiermee opnieuw aan de slag gaan zonder zich nog te moeten bekommeren over zijn oude schulden.