uittreksel uit het WIB 92
Artikel 413bis, WIB 92
Art. 413bis is van toepassing vanaf 16.05.2016 (art. 17, W 27.04.2016 - B.S. 06.05.2016)
§ 1. Op het verzoek van een belastingschuldige, natuurlijke persoon, of van zijn echtgenoot op wiens goederen de aanslag wordt ingevorderd, kan de adviseur-generaal van de administratie belast met de inning en de invordering van de inkomstenbelastingen het onbeperkt uitstel van de invordering van de ten laste van de belastingschuldige gevestigde inkomstenbelastingen in hoofdsom, de belastingverhogingen, de boeten en interesten, met uitsluiting van de voorheffingen verlenen.
De adviseur-generaal van de administratie belast met de inning en de invordering van de inkomstenbelastingen stelt de voorwaarden waaronder hij, geheel of gedeeltelijk, het onbeperkt uitstel van de invordering verleent van een of meerdere aanslagen. Hij verbindt zijn beslissing aan de voorwaarde dat de verzoeker onmiddellijk of gespreid een betaling doet van een som die bestemd is om te worden aangewend op de verschuldigde belastingen en waarvan het bedrag door hem wordt bepaald.
Het onbeperkt uitstel van de invordering van de directe belastingen zal slechts uitwerking hebben na de betaling van de in het tweede lid vermelde som.
§ 2. Het verzoek tot onbeperkt uitstel van de invordering is enkel ontvankelijk voor zover:
1° de verzoeker, die niet kennelijk zijn onvermogen heeft bewerkstelligd, zich in een toestand bevindt waarin hij niet in staat is om, op duurzame wijze, zijn opeisbare of nog te vervallen schulden te betalen;
2° de belastingplichtige geen beslissing tot onbeperkt uitstel van de invordering heeft verkregen binnen de vijf jaar voorafgaand aan het verzoek.
§ 3. Het onbeperkt uitstel van de invordering kan eveneens ambtshalve worden verleend aan de belastingschuldige, onder de voorwaarden bedoeld in de § 1 en 2, op voorstel van de ambtenaar belast met de invordering.
§ 4. Onverminderd artikel 410, derde lid, kan de adviseur-generaal van de administratie belast met de inning en de invordering van de inkomstenbelastingen geen onbeperkt uitstel van de invordering verlenen voor betwiste belastingen of voor belastingen waarvoor nog een bezwaar of een vordering in rechte kan worden ingediend, noch voor belastingen of aanvullende belastingen gevestigd ten gevolge van de vaststelling van een fiscale fraude, noch in geval van samenloop van schuldeisers.