Een geheimhoudingsverklaring (ook wel vaak aangeduid met de Engelse term non-disclosure agreement) is een contract dat er voor moet zorgen dat de ene partij de unieke onderdelen van een product of dienst die wordt toegelicht, dan wel alle gegevens met betrekking tot een onderneming met inbegrip van een deel of het geheel van de bedrijfsgeheimen door een andere partij niet kan gebruiken voor eigen doeleinden en informatie die samenhangt met een product, dienst, onderneming of idee voor zich houdt en, behoudens medewerkers in het bedrijf zelf, geheimhoudt.
Een geheimhoudingsverklaring houdt in dat de partij aan wie het product, de dienst, de nuttige gegevens of het idee wordt voorgelegd:
de informatie als vertrouwelijk beschouwt en dus strikt geheim houdt voor derden.
degene die het product, de dienst of het idee heeft toegelicht schadeloos stelt als er inbreuk wordt gemaakt op eigenschappen van product, dienst, of idee.
Voorbeeld: een uitvinder heeft een uitvinding bedacht en gaat daarmee naar een grote dienstverlener. De dienstverlener tekent de geheimhoudingsverklaring, maar gebruikt toch een bepaald onderdeel of aspect voor diens eigen producten. De dienstverlener dient, als hij gedaagd wordt, de uitvinder schadeloos te stellen voor gederfde inkomsten.
Voorbeeld: Een alvorens een onderneming wordt overgenomen dient de overnemer alle nuttige gegevens van de onderneming te beschikken om te kunnen beslissen al dan niet te contracteren en de juiste prijs te kunnen bepalen voor de overname.
Geheimhoudingsovereenkomsten kunnen in zeer veel varianten worden opgesteld waarbij de toegankelijkheid van de informatie geheel of gedeeltelijk kan zijn en eventueel gefaseerd met op maat te maken in te bouwen garanties.
Een geheimhoudingsbeding van partijen heeft een impliciet bepaalde duur. Meer bepaald bereikt deze wederzijdse geheimhoudingsverbintenis van partijen haar maximumduur op het ogenblik waarop de informatie haar geheim karakter verliest of het legitiem belang bij de geheimhouding verdwijn
Een geheimhoudingsverbintenis is een verbintenis om informatie niet te verspreiden of te gebruiken buiten de toegestane doeleinden. De geheimhoudingsverbintenis is steeds een duurverbintenis in die zin dat zij onafgebroken en uitgestrekt in de tijd moet worden uitgevoerd. (In deze zin: E. De Noyette, «Eeuwigdurende geheimhouding: een eeuwigdurend kwalificatieprobleem?», noot onder Cass. 9 september 2021, RW 2022, 48).
Men moet in de overeenkomsten nagaan welke de gemeenschappelijke bedoeling van de contracterende partijen is geweest, veeleer dan zich aan de letterlijke zin van de woorden te houden (artikel 1156 van het oud Burgerlijk Wetboek). Wanneer een beding voor tweeërlei zin vatbaar is, moet men het veeleer opvatten in de zin waarin het enig gevolg kan hebben, dan in die waarin het geen gevolg kan teweegbrengen (artikel 1157 van het Oud Burgerlijk Wetboek).
Artikel 6 van de overeenkomst van partijen moet zo worden geïnterpreteerd dat deze contractsbepaling rechtsgeldig is en nut en uitwerking heeft (potius ut valeat).
Indien de verbintenis vervat in artikel 6 van de overeenkomst van partijen zo geïnterpreteerd wordt dat zij wordt beschouwd als een verbintenis van onbepaalde duur, dan kan deze geheimhoudingsverbintenis steeds eenzijdig worden opgezegd mits inachtneming van een redelijke termijn. Aldus geïnterpreteerd, kan diegene die zich tot geheimhouding heeft verbonden, zich op elk ogenblik van zijn geheimhoudingsverplichting bevrijden, mits een redelijke opzegtermijn, en heeft de geheimhoudingsverbintenis geen enkel nut of uitwerking. De facto kan men zichzelf bevrijden van zijn verbintenis door deze ad nutum op te zeggen en verbindt men zich in werkelijkheid tot niets.
De kwalificatie van de geheimhoudingsverbintenis als een verbintenis van onbepaalde duur, is dan ook in strijd met artikel 1157 van het oud Burgerlijk Wetboek en het blijkt niet dat het de gemeenschappelijke bedoeling van partijen was om zich slechts tot een op elk ogenblik opzegbare geheimhouding te hebben willen verbinden.