Mensensmokkel wordt geregeld door de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Zo stelt van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen:
Art. 75. Onder voorbehoud van artikel 79, wordt de vreemdeling die onwettig het Rijk binnenkomt of er verblijft, gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot drie maanden en met geldboete van zesentwintig frank tot tweehonderd frank of met een van die straffen alleen. (NOTA : lezen euro in plaats van frank W
2000-06-26/42, art. 2,
Inwerkingtreding : 01-01-2002)
Met dezelfde straffen wordt gestraft de vreemdeling die verplicht werd bepaalde plaatsen te verlaten, ervan verwijderd te blijven of in een bepaalde plaats te verblijven, en die zich zonder geldige reden aan deze verplichting onttrekt.
In geval van herhaling binnen de termijn van drie jaar van een van de misdrijven bedoeld in het eerste en het tweede lid, worden die straffen gebracht op gevangenisstraf van een maand tot een jaar en op geldboete van honderd frank, tot duizend frank of op een van die straffen alleen. (NOTA : lezen euro in plaats van frank W
2000-06-26/42, art. 2,
Inwerkingtreding : 01-01-2002)
Art. 76. De sedert minder dan tien jaar uit het grondgebied teruggewezen of uitgezette vreemdeling die het Rijk binnenkomt of er verblijft zonder bijzondere machtiging van (de Minister), wordt gestraft met gevangenisstraf van een maand tot een jaar en met geldboete van honderd frank tot duizend frank. (NOTA : lezen euro in plaats van frank W
2000-06-26/42, art. 2,
Inwerkingtreding : 01-01-2002) <W 1996-07-15/33, art. 4, 012;
Inwerkingtreding : 16-12-1996>
Art. 77.<W 2005-08-10/61, art. 28, 038;
Inwerkingtreding : 12-09-2005> Hij die wetens en willens een persoon die geen onderdaan is van een lidstaat van de Europese Unie helpt [
1 of poogt te helpen]
1 het grondgebied van een lidstaat van de Europese Unie of van een Staat die partij is bij een internationale overeenkomst betreffende de overschrijding van de buitengrenzen, die België bindt, binnen te komen of aldaar te verblijven, dan wel erdoor te reizen, zulks in strijd met de wetgeving van deze Staat, hetzij in de handelingen die de binnenkomst, de doorreis of het verblijf voorbereid hebben of ze vergemakkelijkt hebben, hetzij in de feiten die ze voltooid hebben, wordt gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot een jaar en met geldboete van zeventienhonderd euro tot zesduizend euro, of met een van die straffen alleen.
Het eerste lid is niet van toepassing indien de hulp voornamelijk om humanitaire redenen verleend wordt.
----------
(
1)<W
2016-05-31/02, art. 15, 088; Inwerkingtreding : 18-06-2016>
Art. 77bis.<W 2005-08-10/61, art. 29, 038;
Inwerkingtreding : 12-09-2005> Levert het misdrijf mensensmokkel op het ertoe bijdragen, op welke manier ook, rechtstreeks of via een tussenpersoon, dat een persoon die geen onderdaan is van een lidstaat van de Europese Unie het grondgebied van een lidstaat van de Europese Unie of van een Staat die partij is bij een internationale overeenkomst betreffende de overschrijding van de buitengrenzen, die België bindt, binnenkomt, erdoor reist of aldaar verblijft, zulks in strijd met de wetgeving van deze Staat, met het oog op het direct of indirect verkrijgen van een vermogensvoordeel.
Het in het eerste lid bedoelde misdrijf wordt gestraft met gevangenisstraf van een jaar tot vijf jaar en met geldboete van vijfhonderd euro tot vijftigduizend euro.
Poging tot het in het eerste lid bedoeld misdrijf wordt gestraft met gevangenisstraf van een jaar tot drie jaar en met een geldboete van honderd euro tot tienduizend euro.
[
1 De boete wordt zo veel keer toegepast als er slachtoffers zijn.]
1 ----------
(
1)<W
2013-06-24/24, art. 9, 070; Inwerkingtreding : 02-08-2013>
Art. 77ter.<Ingevoegd bij W 2005-08-10/61, art. 30;
Inwerkingtreding : 12-09-2005> Het in artikel 77bis bedoelde misdrijf wordt gestraft met opsluiting van vijf jaar tot tien jaar en met geldboete van zevenhonderd vijftig euro tot vijfenzeventigduizend euro ingeval het werd gepleegd :
1° door een persoon die gezag heeft over het slachtoffer, of door een persoon die misbruik heeft gemaakt van het gezag of de faciliteiten die zijn functies hem verlenen;
2° door een openbaar officier of ambtenaar, drager of agent van de openbare macht die handelt naar aanleiding van de uitoefening van zijn bediening.
[
1 De boete wordt zo veel keer toegepast als er slachtoffers zijn.]
1 ----------
(
1)<W
2013-06-24/24, art. 10, 070; Inwerkingtreding : 02-08-2013>
Art. 77quater.<Ingevoegd bij W 2005-08-10/61, art. 31;
Inwerkingtreding : 12-09-2005> Het in artikel 77bis bedoelde misdrijf wordt gestraft met opsluiting van tien jaar tot vijftien jaar en met geldboete van duizend euro tot honderdduizend euro in de volgende gevallen :
1° ingeval het misdrijf is gepleegd ten opzichte van een minderjarige;
2° ingeval het is gepleegd door misbruik te maken van de [
1 kwetsbare toestand waarin een persoon verkeert ten gevolge van zijn onwettige of precaire administratieve toestand, zijn precaire sociale toestand, zijn leeftijd, zwangerschap, een ziekte dan wel een lichamelijk of een geestelijk gebrek of onvolwaardigheid,]
1 zodanig dat de betrokken persoon in feite geen andere echte en aanvaardbare keuze heeft dan zich te laten misbruiken;
3° ingeval het is gepleegd door direct of indirect gebruik te maken van listige kunstgrepen, geweld, bedreigingen of enige vorm van dwang [
4 , of door ontvoering, machtsmisbruik of bedrog]
4;
[
4 3bis° ingeval het is gepleegd door het aanbieden of aanvaarden van betalingen of om het even welke voordelen om de toestemming te verkrijgen van een persoon die gezag heeft over het slachtoffer;]
4 4° ingeval het leven van het slachtoffer opzettelijk of door grove nalatigheid in gevaar is gebracht;
5° ingeval het misdrijf een ongeneeslijk lijkende ziekte, hetzij een [
3 ongeschiktheid tot het verrichten van persoonlijke arbeid van meer dan vier maanden]
3, hetzij het volledig verlies van een orgaan of van het gebruik van een orgaan, hetzij een zware verminking heeft veroorzaakt;
6° in geval van de betrokken activiteit een gewoonte wordt gemaakt;
7° ingeval het een daad van deelneming aan de hoofd- of bijkomende bedrijvigheid van een vereniging betreft, ongeacht of de schuldige de hoedanigheid van leidend persoon heeft of niet.
[
2 De boete wordt zo veel keer toegepast als er slachtoffers zijn.]
2 ----------
(
1)<W
2011-11-26/19, art. 42, 060; Inwerkingtreding : 02-02-2012>
(
2)<W
2013-06-24/24, art. 11, 070; Inwerkingtreding : 02-08-2013>
(
3)<W
2016-02-05/11, art. 39, 087; Inwerkingtreding : 29-02-2016>
(
4)<W
2016-05-31/02, art. 16, 088; Inwerkingtreding : 18-06-2016>
Art. 77quinquies.<Ingevoegd bij W 2005-08-10/61, art. 32;
Inwerkingtreding : 12-09-2005> Het in artikel 77bis bedoelde misdrijf wordt gestraft met opsluiting van vijftien jaar tot twintig jaar en met geldboete van duizend euro tot honderdvijftigduizend euro in de volgende gevallen :
1° ingeval het misdrijf de dood van het slachtoffer heeft veroorzaakt zonder het oogmerk te doden;
2° ingeval het een daad van deelneming aan de hoofd- of bijkomende bedrijvigheid van een criminele organisatie betreft, ongeacht of de schuldige de hoedanigheid van leidend persoon heeft of niet.
[
1 De boete wordt zo veel keer toegepast als er slachtoffers zijn.]
1 ----------
(
1)<W
2013-06-24/24, art. 12, 070; Inwerkingtreding : 02-08-2013>
Art. 77sexies.<Ingevoegd bij W 2005-08-10/61, art. 33;
Inwerkingtreding : 12-09-2005> In de gevallen bedoeld in de artikelen [
2 77bis tot 77quinquies]
2 worden de schuldigen bovendien veroordeeld tot ontzetting van de in artikel 31 van het Strafwetboek genoemde rechten.
De bijzondere verbeurdverklaring zoals bedoeld in artikel 42, 1°, van het Strafwetboek wordt toegepast op degenen die zich schuldig hebben gemaakt aan de in de artikelen 77bis tot 77quinquies bedoelde misdrijven, zelfs ingeval de zaken waarop zij betrekking heeft, geen eigendom van de veroordeelde zijn, zonder dat deze verbeurdverklaring nochtans de rechten van derden op de goederen die het voorwerp kunnen uitmaken van de verbeurdverklaring schaadt. [
1 Zij moet in dezelfde omstandigheden ook worden toegepast op het roerend goed, het deel ervan, het onroerend goed, de kamer of enige andere ruimte. Ze kan ook worden toegepast op de tegenwaarde van deze roerende of onroerende goederen die werden vervreemd tussen het tijdstip waarop het misdrijf werd gepleegd en de definitieve rechterlijke beslissing.]
1 [
1 In geval van beslag op een onroerend goed, wordt gehandeld overeenkomstig de vormvoorschriften van artikel 35bis van het Wetboek van strafvordering.]
1 ----------
(
1)<W
2013-11-27/05, art. 5, 074; Inwerkingtreding : 01-03-2014>
(
2)<W
2016-05-31/02, art. 17, 088; Inwerkingtreding : 18-06-2016>