Om de vraag te beantwoorden of een echtgenoot bij de vereffening verdeling van de huwgemeenschap aanspraak kan maken op de groeps- en levensverzekering die de andere echtgenoot heeft afgesloten, dient het onderscheid gemaakt te worden tussen het stelsel van scheiding van goederen en het wettelijk stelsel.
Stelsel van scheiding van goederen
Vooreerst dient opgemerkt dat de echtgenoot die de verzekering onderschreef de begunstigde van de verzekering op elk ogenblik kan wijzigen.
In het wettelijk stelsel is de echtgenoot die al werd uitbetaald of die nog 'in opbouw' is in het kader van een gemengde levens- of een groepsverzekering geen vergoeding verschuldigd aan de andere echtgenoot.
Vergoeding zou in bepaalde gevallen wel kunnen gevorderd worden wanneer de ene echtgenoot met zijn eigen vermogen de premies of kapitalen heeft opgebouwd voor de andere echtgenoot, waarbij dan aanvullend dient aangetoond dat er een bedoeling tot terugbetaling bestond in hoofde van de begunstigde.
Wettelijk stelsel
ook hier kan diegene die de verzekering onderschreef de begunstigde van de verzekering wijzigen.
In het wettelijk stelsel wordt het recht op vergoeding geregeld door de wet op de landverzekering (art. 127 en 128) stellende dat het kapitaal van een levensverzekering of een groepsverzekering steeds toekomt aan de begunstigde van de verzekering zonder dat de andere echtgenoot aanspraak kan maken op vergoeding.
Deze wettelijke bepaling werd evenwel door het arbitragehof strijdig geacht met het gelijkheidsbeginsel. Door dit arrest wordt thans een verschil gemaakt tussen de loutere levensverzekering en de gemengde verzekeringen of groepsverzekeringen.
Bij de loutere levensverzekeringen wordt enkel voorzien in een kapitaal bij overlijden. In dit geval komt het kapitaal volledig toe aan de begunstigde zonder dat er een vergoeding verschuldigd is aan het gemeenschappelijk vermogen. Uitzondering wordt gemaakt wanneer de betaalde premies de mogelijkheden van het gemeenschappelijk vermogen zouden overstijgen. De kapitalen uit overlijdensverzekering (waarbij dus enkel wordt betaald bij overlijden voor een bepaalde datum), blijven eigen, omdat het voornaamste doel de bescherming van de langstlevende echtgenoot was.
Bij de gemengde verzekeringen en bij de groepsverzekeringen wordt veroordeeld dat het verzekeringscontracten ondergeschikt is aan de eigenlijke finaliteit van het contract, met name een spaarformule waarbij alsdan geoordeeld wordt dat deze levensverzekering en/of een groepsverzekering in het gemeenschappelijk vermogen valt.
Verdelings- en vergoedingswijze
Wanneer de uitkering reeds heeft plaatsgevonden wordt het restant hiervan of de wederbelegging en die hiermee plaatsvonden bij helften verdeeld.
wanneer de uitkering nog niet heeft plaatsgevonden zijn er verschillende benaderingen mogelijk:
• vergoeding van de vergoedingsgerechtigde (de andere echtgenoot dan de begunstigde van de verzekering) aan de hand van de actuele afkoopwaarde van de verzekering.
• een uitgestelde vergoeding die pas wordt opgeëist op het ogenblik dat de verzekering tot uitkering overgaat