Samenvatting
Art. 58, § 1, eerste lid OCMW-wet bepaalt dat een aanvraag betreffende maatschappelijke dienstverlening, waarover het centrum een beslissing moet nemen, de dag van haar ontvangst, chronologisch ingeschreven wordt, in het daartoe door het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn gehouden register. Het tweede en derde lid van die paragraaf regelen de vorm voor de steunaanvraag. Art. 58, § 2 OCMW-wet bepaalt dat het centrum dezelfde dag aan de aanvrager een ontvangstbewijs zendt of overhandigt.
Luidens art. 71, eerste lid OCMW-wet kan eenieder bij de arbeidsrechtbank in beroep gaan tegen een beslissing inzake individuele dienstverlening te zijnen opzichte genomen door de raad van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn of door één van de organen aan wie de raad bevoegdheden heeft overgedragen. Het tweede lid bepaalt dat hetzelfde geldt wanneer één van de organen van het centrum één maand, te rekenen van de ontvangst van het verzoek, heeft laten verstrijken zonder een beslissing te nemen.
Art. 58, §§ 1 en 2 OCMW-wet sluit niet uit dat uit de weigering van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn om een aanvraag voor maatschappelijke dienstverlening in te schrijven kan worden afgeleid dat dit centrum de gevraagde dienstverlening weigert.
De artikelen 17, 18, 580, 8o, d) Ger.W. en art. 71, eerste en tweede lid OCMW-wet sluiten niet uit dat een weigering tot maatschappelijke dienstverlening uit andere omstandigheden kan worden afgeleid dan uit de omstandigheden als beoogd in voornoemd art. 71, tweede lid.
Preview
Hof van Cassatie, 3e Kamer – 10 september 2012, 782. AR nr. S.11.0102.F OCMW Brussel t/ D.S. q.q. en Fedasil I. Rechtspleging voor het Hof Het cassatieberoep is gericht tegen een arrest van het Arbeidshof te Brussel van 19 mei 2011. ... III. Beslissing van het Hof Beoordeling Eerste middel [...] Tweede en derde onderdeel samen De onderdelen verwijten het arrest dat het oordeelt dat de weloverwogen weigering van de eiser om de aanvraag voor maatschappelijke dienstverlening van de eerste verweerster in aanmerking te nemen, moest worden gelijkgesteld met een beslissing tot weigering van die maatschappelijke dienstverlening, hoewel de eiser die hulp niet uitdrukkelijk geweigerd had en minder dan één maand verstreken was te rekenen van de ontvangst van de aanvraag. Art. 58, § 1, eerste lid OCMW-wet bepaalt dat een aanvraag betreffende maatschappelijke dienstverlening, waarover het centrum een beslissing moet nemen, de dag van haar ontvangst, chronologisch ingeschreven wordt, in het daartoe door het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn gehouden register. Het tweede en derde lid van die paragraaf regelen de vorm voor de steunaanvraag. Art. 58, § 2 OCMW-wet bepaalt dat het centrum dezelfde dag aan ...