Artikel 2003 Burgerlijk wetboek voorziet dat de lastgeving eindigt door herroeping.
Art. 2004 B.W. stelt: “De lastgever kan zijn volmacht herroepen wanneer hem zulks goeddunkt, en in voorkomend geval de lasthebber noodzaken hem terug te geven, hetzij het onderhands geschrift dat de lastgeving bevat, hetzij het origineel van de volmacht, indien deze in brevet is afgegeven, hetzij de uitgifte, indien een minuut ervan gehouden is.”
De vraag stelt zich dan in hoeverre deze bepaling de essentie van de lastgeving raakt. Hiermee bedoel ik dat in vraag dient gesteld te worden of deze bepaling van dwingend dan wel aanvullend recht (zie https://www.elfri.be/artikel/dwingend-recht-en-aanvullend-regelend-recht) .
Het Hof van Cassatie oordeelde dat het beginsel neergeschreven in art. 2003 B.W. niet absoluut is en slechts toepasselijk bij gebrek aan strijdig beding (Cass., 23 maart 1860, Pas., 1860, I, 211). Het Hof van Cassatie herhaalde dit door te stellen dat geen enkele wet verbiedt de lastgever afstand te doen van het recht om de volmacht te herroepen wanneer hem zulks goeddunkt; dit recht behoort geenszins tot het wezen van de lastgeving (Cassatiearrest van 26 februari 1885, Pas., 1885, I, 85; zie ook Cass., 13 januari 1938, Pas., 1938, I, 6)
Deze regel werd later gespecificeerd met de stelling dat partijen van de onherroepelijkheid van de schenking mag afgeweken worden wanneer de lastgevingsovereenkomst in het belang van beide partijen (lastgever en lasthebber) is gesloten.
Wanneer de lastgeving wordt afgesloten in het kader van een ander akkoord tussen lastgever en lasthebber zou de eenzijdige beëindiging van de lastgeving immers tot onbillijke gevolgen leiden.
Zo is het perfect mogelijk om een onherroepbaar hypothecair mandaat te verlenen waarbij aan de bank het mandaat wordt gegeven om hypotheek te nemen wanneer tussen de bank en de klant een verhouding schuldeiser en schuldenaar bestaat.
Wanneer de lastgeving het belang van lastgever en lasthebber dient of kadert in een ruimer akkoord, kan de lastgeving dus wel degelijk rechtsgeldig onherroepbaar worden gemaakt.
Een volmacht gegeven aan een persoon tot betaling aan een derde is aldus steeds herroepbaar, wanneer de lashebber geen belang heeft bij de betaling.
De lastgeving kan dan weer wel herroepbaar zijn indien een belanghebbende derde de lastgeving heeft aanvaard, dan wel indien een derde, die belang heeft bij deze betaling de lastgeving heeft aanvaard. (zie Luc Weyts Notariële facetten van het contractenrecht, p. 248, W (en de verdere verwijzingen aldaar). Van Gerven, Bewindsbevoegdheid, Brussel, Bruylant, 1962, 309, nr. 224 M.
Het recht op herroeping behoort tot de natuur maar niet tot de essentie van de lastgeving.
Indien de lastgeving (volmacht of mandaat) enkel het belang van de lastgever dient (zonder dat de belangen van de lasthebber hiermee gediend zijn) moet de lastgeving immers steeds herroepbaar zijn.
Een lastgeving is van gemeeschappelijk belang, o.m. wanneer de opdracht van de lasthebber bestaat in het maken van een werk voor de uitvoering waarvan lastgever en lasthebber noodzakelijk moeten samenwerken en waaraan beiden moeten deelnemen. (Artt. 2003 en 2004 BW).
Het recht van de lastgever om overeenkomstig de artikelen 2003 en 2004 van het Burgerlijk Wetboek de lastgeving te herroepen, is van toepassing op de lastgeving, zowel om niet als bezoldigd, waarvan het voorwerp alleen de lastgever aanbelangt.
Wanneer de lastgevingsovereenkomst in het belang van beide partijen gesloten is, verantwoordt dat gemeenschappelijk belang dat van de regel in bovenvermelde artikelen wordt afgeweken en dat die lastgeving alleen met wederzijdse toestemming van de partijen of wegens een in rechte erkende wettige reden of met toepassing of wegens een in rechte erkende wettige reden of met toepassing van de bijzondere bedingen en voorwaarden van de overeenkomst kan worden herroepen.