Instrumentum of akte, is het schriftelijk bewijsmiddel van een rechtshandeling.
Het negotium is de rechtshandeling op zich en staat tegenover het instrumentum van de rechtshandeling, die het geschrift is ten bewijze van de rechtshandeling.
In het contractenrecht is het negotium de overeenkomst tussen de contractanten en is het instrumentum het geschrift dat is opgesteld ad probationem van de overeenkomst.
Het instrumentum is dus de schriftelijke weergave van hetgeen overeengekomen werd. Niet zelden werd in dit geschrift niet precies weergegeven wat partijen overeengkomen waren.
Naar Belgisch recht primeert het negotium op het instrumentum. Volgens het BW moet er voorkeur worden gegeven aan het negotium (art. 1156 BW).
artikel 1156 BW: "Men moet in de overeenkomsten nagaan welke de gemeenschappelijke bedoelingen van de contracterende partijen is geweest, veeleer dan zich aan de letterlijke tekst te houden".
Overeenkomsten komen tot in de regel stand door loutere wilsovereenstemming (ex solo cansensu), het geschrift heeft enkel waarde als bewijsmiddel (ad probationem).
Partijen kunnen evenwel bij overeenkomst bewijsregels vastleggen en aldus overeenkomen dat negotium en instrumentum samenvallen.
Middels een vierhoekenbeding (Entire Agreement Clause, EAC) wordt contractueel vastgelegd dat bedoeling en geschrift (negotium en instrumentum) samenvallen.
Bepaalde formalistische rechtshandelingen en plechtige contracten voorzien dat een gebrek in het instrumentum resulteert in een nietig negotium vb. testament, consumentenkrediet, contract van woningbouw...