De imprevisieleer is de leer die stelt dat contracten dienen aangepast of heronderhandeld dienen te worden wanneer nieuwe omstandigheden zich sinds de contractsluiting hebben voorgedaan waardoor de uitvoering van het contract tot onbillijk dan wel onredelijk zou worden. Deze leer wordt in het Belgisch recht niet aanvaard.
Wanneer onvoorziene omstandigheden de overeenkomst ernstig verzwaren is er gen sprake van overmacht maar wel van imprevisie.
De imprevisieleer legt de verplichting op tot uitvoering van de overeenkomst te goeder trouw, in die zin dat de verbintenis die getroffen wordt door een onvoorzienbaar voorval waardoor de uitvoering abnormaal wordt verzwaard opnieuw dient genegotieerd, dan wel dient aangepast.
Uittreksel NBW
« Art. 5.74 Verandering van omstandigheden
Elke partij moet haar verbintenissen nakomen, ook al zou de uitvoering ervan meer bezwarend geworden zijn ofwel doordat de kostprijs van de uitvoering is gestegen, ofwel doordat de waarde van de tegenprestatie is verminderd.
De schuldenaar kan evenwel aan de schuldeiser vragen om het contract opnieuw te onderhandelen met het oog op de aanpassing of beëindiging ervan indien aan de volgende vereisten is voldaan:
1° een verandering van omstandigheden maakt de uitvoering van het contract buitensporig bezwarend, dermate dat de uitvoering ervan redelijkerwijze niet langer kan worden geëist;
2° die verandering onvoorzienbaar was bij de contractsluiting;
3° die verandering is ontoerekenbaar in de zin van artikel 5.225 aan de schuldenaar;
4° de schuldenaar dit risico niet voor zijn rekening heeft genomen; en
5° de wet noch het contract die mogelijkheid uitsluiten.
De partijen blijven hun verbintenissen nakomen in de loop van de heronderhandelingen.
Bij afwijzing of mislukking van de heronderhandelingen binnen een redelijke termijn, kan de rechter, op verzoek van één van de partijen, ofwel het contract aanpassen om het in overeenstemming te brengen met hetgeen de partijen redelijkerwijze zouden zijn overeengekomen op het tijdstip van de contractsluiting indien zij rekening hadden gehouden met de verandering van omstandigheden, ofwel het contract geheel of gedeeltelijk beëindigen op een datum die niet mag voorafgaan aan de verandering van omstandigheden en volgens de nadere regels die de rechter vaststelt. De vordering wordt ingesteld en behandeld zoals in kort geding. »
De wet laat dus toe dat de imprevisieleer contractueel wordt uitgesloten. Doch deze uitsluiting van de imprevisieleer is volgens de rechtsleer niet mogelijk in contracten tussen consumenten en ondernemingen. In contracten met consumenten geldt de regel dat de consument redelijkerwijze kennis moet kunnen nemen van de inhoud van elk beding en de inhoud van dit beding moet kunnen begrijpen.
Welnu voor een consument is de economische impact van de imprevisie niet voorzienbaar bij de totstandkoming van het contract. Een beding waarbij de consument het risico van de imprevisie op zich neemt of waarbij het voordeel van de imprevisie wordt uitgesloten, zou volgens de rechtsleer dan ook zijn met de transparantievereiste die opgelegd wordt aan contracten tussen ondernemingen en consumenten (THIRIAR, P., “Geen uitsluiting imprevisie in consumentencontracten?” De Juristenkrant 2024, 13)..
Uittreksel uit de Memorie van toelichting bij het wetsvoorstel houdende Boek 5 “Verbintenissen” van het Burgerlijk Wetboek
« 5.74 Verandering van omstandigheden - Art. 5.74 Burgerlijk Wetboek
De verandering van omstandigheden wordt in aanmerking genomen door alle moderne wetgeving (zie bv. art. 89 CESL; art. 1195 C. civ. fr.; art. 313 BGB; art. 6: 258
NBW; art. III.1: 110 DCFR; art. 6.2 PICC; zie ook D. PHILIPPE, Changement de circonstances et bouleversement de l'économie contractuelle, Brussel, Bruylant, 1986; A. ALBERTS, Wegfall der Geschäftsgrundlage – nachträgliche Äquivalenzstörungen im deutschen und französischen Vertragsrecht, Baden-Baden, Nomos, 2015). De bepaling beoogt rechtszekerheid te creëren in het licht van de rechtspraak van het Hof van Cassatie, die daarin geleidelijk aan lijkt mee te gaan (zie Cass., 14 oktober 2010, Pas., 2010, blz. 2643; Cass., 19 juni 2009, Pas., 2009, blz. 1590; Cass., 12 april 2013, Pas., 2013, blz. 863).
Deze bepaling put onder andere inspiratie uit de CESL en het Franse recht die voorzien in een voorafgaande verbintenis tot heronderhandeling.
Het eerste lid herhaalt, voor zover nodig, het beginsel dat overeenkomsten de partijen tot wet strekken, beginsel waarop dit artikel een uitzondering vormt die enkel toepassing vindt in uitzonderlijke omstandigheden: met andere woorden, tenzij voldaan is aan de strikte voorwaarden van het tweede lid, moet elk van de partijen steeds haar verbintenissen nakomen, ook al is de uitvoering ervan meer bezwarend geworden omdat de kostprijs van de uitvoering is gestegen of de waarde van de tegenprestatie is verminderd.
Het tweede lid bevat de voorwaarden. Er wordt benadrukt dat de verandering van omstandigheden niet toerekenbaar mag zijn aan de schuldenaar in de zin van artikel 5 225.
Bij afwijzing of van mislukking van de heronderhandelingen binnen een redelijke termijn, kan elke partij zich tot de rechter wenden. De rechter kan desgevallend de zaak uitstellen naar een nabije datum als de voorwaarde van voorafgaande onderhandelingen nog niet vervuld is.
Blijft een akkoord uit tussen de partijen, kan de rechter het contract (geheel of gedeeltelijk) beëindigen, in voorkomend geval met terugwerkende kracht, waarbij die terugwerkende kracht maximum kan teruggaan tot de datum van wijziging van omstandigheden. Op verzoek van één van de partijen kan de rechter het contract ook aanpassen. De rechter behandelt de zaak zoals in kort geding om de doeltreffendheid van de bepaling te waarborgen.
Deze bepaling is van aanvullend recht, zowel wat het principe als de toepassingsmodaliteiten ervan betreft. Bijzondere wettelijke bepalingen, zoals de rechterlijke billijkheidscorrectie uit art. 1474/1 BW, kunnen daarvan afwijken. De partijen kunnen het recht op heronderhandeling en het recht om het contract te wijzigen, schrappen of aanpassen (onder voorbehoud van het rechtsmisbruik
van een partij die het beding waarin afgeweken wordt van de regeling wil inroepen). De bepaling doet trouwens geen afbreuk aan de leer van de zogenaamde “sujétions imprévues”. »
zie ook: www.elfri.be - Artikel - Overmacht de bepaling in het NBW (klik hier)