Echtgenoten gehuwd onder het stelsel van scheiding van goederen:
Het faillissement van de ene echtgenoot verandert niets aan het bestuur en het genot van de goederen van de andere echtgenoot. Het eigen vermogen van de andere echtgenoot wordt dus niet verkort of beperkt door het faillissement.
Echtgenoten gehuwd onder een gemeenschapsstelsel:
Ingevolge het faillissement verliest elke gefailleerde vanaf de dag van het faillissementsvonnis van rechtswege het beheer over al zijn goederen. Een en ander betreft niet alleen zijn eigen goederen maar ook de gemeenschappelijke goederen die eveneens onder het beheer van de curator komen. Dit neemt niet weg dat het faillissementsvonnis elke lopende tenuitvoerlegging opschort. Een echtgenote die gehuwd is onder een gemeenschapsstelsel, wordt wat zijn eigen vermogen betreft evenwel niet door het faillissement belemmerd. Dit eigen vermogen blijft onaangetast. Ook beroepsschulden kunnen niet worden verhaald op het eigen vermogen van de andere echtgenoot.
Of goederen een gemeenschappelijk over een eigen karakter hebben, wordt bepaald door de regels van artikel 1399 lid 2 van het burgerlijk wetboek.
Wanneer een faillissement wordt uitgesproken vooraleer de echtscheiding gevolgen heeft ten aanzien van derden, omvat de faillissementsboedel benevens het eigen vermogen van de echtgenoot-gefailleerde ook de volledige huwelijksgemeenschap en moeten de tot de huwelijksgemeenschap behorende goederen door de curator te gelde worden gemaakt ten behoeve van de faillissementsschuldeisers, rekening houdend met de regels in verband met de verhaalbaarheid van schulden ten aanzien van echtgenoten.
Wanneer daarentegen een faillissement wordt uitgesproken na het ogenblik waarop de echtscheiding gevolgen heeft ten aanzien van derden, moet in eerste instantie de huwelijksgemeenschap worden vereffend en verdeeld, waarna het nettoaandeel van de gefailleerde echtgenoot aan de curator dient te worden overgemaakt.
Uittreksel uit het wetboek van economisch recht
Boek XX insolventie van de onderneming
Art. XX.189. [1 De curatoren kunnen de roerende en onroerende goederen uit het eigen vermogen van een gefailleerde echtgenoot zowel als uit hun gemeenschappelijk vermogen verkopen zonder de voorafgaande toestemming van de andere echtgenoot of de rechterlijke machtiging, voorgeschreven bij de artikelen 215, § 1, 1418 en 1420 van het Burgerlijk Wetboek.]1
----------
(1)2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.190. [1 Indien het huwelijksvermogensstelsel van de echtgenoten wordt ontbonden na de faillietverklaring en voor de sluiting van het faillissement, kunnen noch de echtgenoot van de gefailleerde, noch de curatoren aanspraak maken op de voordelen die in het huwelijkscontract zijn bepaald.
De betaling van gemeenschappelijke schulden, die de gefailleerde bij de uitoefening van zijn beroepsactiviteit heeft gemaakt en die niet voldaan zijn door de vereffening van het faillissement, kunnen niet verhaald worden op het eigen vermogen van de echtgenoot van de gefailleerde.]1
----------
(1)2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Kwijtschelding
De kwijtschelding heeft geen gevolgen op de persoonlijke of gemeenschappelijke schulden van de echtgenoot, ex-echtgenoot, wettelijk samenwonende of gewezen wettelijk samenwonende voortvloeiend uit een overeenkomst door de genoemde personen gesloten, ongeacht of die schulden alleen of samen met de schuldenaar werden aangegaan, en die vreemd zijn aan de beroepsactiviteit van de schuldenaar (art. XX 96 WER)
Art. XX.174.WER De echtgenoot, gewezen echtgenoot, wettelijk samenwonende of gewezen wettelijk samenwonende van de gefailleerde die persoonlijk verbonden is voor de schuld die voornoemde persoon tijdens de duur van het huwelijk of de duur van de wettelijke samenwoning was aangegaan, wordt ingevolge de kwijtschelding van die verplichting bevrijd.
De kwijtschelding kan de wettelijk samenwonende van wie de verklaring van samenwonen afgelegd werd in de zes maanden voor het openen van de faillissementsprocedure, niet tot voordeel strekken.
De kwijtschelding heeft geen gevolgen op de persoonlijke of gemeenschappelijke schulden van de echtgenoot, ex-echtgenoot, wettelijk samenwonende of gewezen wettelijk samenwonende voortvloeiend uit een overeenkomst door de genoemde personen gesloten, ongeacht of die schulden alleen of samen met de gefailleerde werden aangegaan, en die vreemd zijn aan de beroepsactiviteit van de gefailleerde.