Het Cassandra-pleidooi
Het Cassandra-pleidooi negeert de klassieke regel van de captatio bene volentiae of gebruikt juist de captatio bene volentiae op een totaal onverwachte en zelfs verwarrende wijze.
In een eerste variant is het pleidooi opgebouwd door een opsomming van ruwe werkelijkheid, de ruwe feiten die op het eerste zicht de eigen verdediging ontkrachten en waarbij juist de verwachte reactie, verontwaardiging en argumentatie van de tegenpartij, door de eigen verdediging wordt weergegeven.
De rechter en de tegenpartij worden hierdoor verrast in die zin dat het er op lijkt dat de advocaat van een partij tegen zijn eigen cliënt pleit.
Maar het tweede deel van het pleidooi wordt opgebouwd door het weze zeer langzaam, het weze plots met een aantal elementen naar voor te komen waardoor de volledige stelling van de tegenpartij als een kaartenhuisje in mekaar stort en dit liefst met argumenten die compleet onvoorzienbaar waren, met nieuwe feiten, nieuwe bewijsstukken, nieuwe getuigen, dan wel door de ruwe werkelijkheid in een andere dan wel correcte juridische context te plaatsen, waardoor de ruwe feiten irrelevant worden, dan wel gekaderd in een ander juridisch stramien.
In een tweede variant is het Cassandra-pleidooi het pleidooi waarin de feiten anders worden geparafraseerd, dan wel gedegenereerd tot percepties of hypotheses, met weergave van andere denkbare percepties en hypothesen.
In een derde variant worden de verwachtingen van de rechter of de tegenpartij verstoord en wordt retoriek gebruikt wanneer stilte wordt verwacht, stilte wanneer retoriek wordt verwacht, korte conclusies of pleidooien wanneer lange worden verwacht, uitvoerigheid wanneer synthese wordt verwacht, logica wanneer emotie wordt verwacht, billijkheid wanneer de rede wordt wordt verwacht.
De pleiter anticipeert of is voorbereid op de replieken van de tegenpartij dan wel op de vragen van de rechter, is bijzonder alert en maakt (in de regel zonder de verwachte emotie en pathos) gehakt van de argumentatie van de wederpartij, vlijmscherp met Ockhams scheermes.
Bij gebrek aan eventuele feiten ter weerlegging, zal de pleiter alle andere mogelijke hypotheses aanhalen die de feitelijke voorstelling van de tegenpartij aan het wankelen brengt, hypothesen die even krachtig lijken en uitgaan van dezelfde feitelijke vaststellingen om hiermee aan te tonen dat de zogenaamde feiten die de tegenpartij aanhaalt geen feiten zijn, maar wel conclusies getrokken uit niets meer en niets minder dan hypothesen die perfect vervangbaar zijn door andere hypothesen die tot een gans andere conclusie en feitelijke voorstelling kunnen leiden.
De pleiter speelt met bewijslast en omkering van deze bewijslast, hij stelt geen vragen waarop hij het antwoord niet kent. Hij lokt vragen uit waarop de antwoorden voor de pleiter gunstig zijn en brengt geen argumenten aan die in zijn eigen gezicht kunnen ontploffen, hoe redelijk en correct het argument ook lijkt. De pleiter heeft zich ingeleefd in de denkwereld en argumenten van de wederpartij en de rechter en is voorbereid op elk argument of vraag, die desnoods met een vraag worden beantwoord.
De pleiter beheerst tijd, agenda, kwaliteit en kwantiteit en middelen van zichzelf, van de cliënt en van de wederpartij.
Voor wie twijfelt aan de oprechtheid en de intellectuele eerlijkheid van een Cassandra pleidooi is er maar één antwoord:
"Vergeet niet dat Cassandra altijd gelijk had, hè."
Vanwaar het begrip?
Cassandra (Grieks: Κασσάνδρα; "zij die mannen/mensen verstrikt/verwart") was een van de dochters van Priamus, de koning van Troje, en koningin Hecuba. Cassandra was zo mooi dat de god Apollo met haar het bed wilde delen. Cassandra stemde toe, maar wilde daarvoor in ruil de gave om de toekomst te kunnen voorspellen. Zodra Apollo haar wens had vervuld, weigerde Cassandra echter haar belofte na te komen.
Apollo was woest en wilde haar straffen. Maar de goden konden een verleende gave niet ongedaan maken. In plaats daarvan voegde Apollo er de beperking aan toe dat niemand haar zou geloven wanneer ze een voorspelling deed.
Het Cassandra pleidooi bespeelt het element van verwarring, Cassandra pleidooi geeft de waarheid weer, ook al lijkt deze zo ongeloofwaardig als de val van Troje. De waarheid druist vaak in tegen het buikgevoel. Maar de waarheid zelf heeft haar rechten, net zoals het recht, waarbij het Cassandra pleidooi, hoe pijnlijk ook de waarheid blootlegt.
Cassandrasyndroom
De term Cassandrasyndroom slaat op een onheilsvoorspelling die achteraf correct blijkt te zijn; meer in het bijzonder op het fenomeen dat voorspellingen van onafwendbaar onheil over het algemeen niet geloofd worden, hetgeen de voorspeller voor het dilemma plaatst dat hij weet dat er een ramp te gebeuren staat, maar het naderend onheil op geen enkele wijze kan afwenden.