Wanneer de schenker binnen de drie jaar overlijdt zijn op een niet-geregistreerde schenkingen (waarop overigens geen schenkingsrechten worden betaald) successierechten verschuldigd.
Bij geregistreerde schenkingen betaalt men 3% of 7% schenkingsrechten maar geldt deze driejarenregel niet.
Deze schenkingsvorm wordt meestal aangewend om de driejarenregel te vermijden.
Aandelen op naam of deelbewijzen van een BVBA kan men evenals onroerende goederen enkel schenken via een notariële akte.
Deze verminderde schenkingsrechten gelden evenwel niet voor onroerende goederen. Voor de schenking van onroerende goederen is een evenredig registratierecht verschuldigd op het bruto deel dat elke begiftigde van de schenker verkrijgt (artikel 131 paragraaf 1 Vl. W. Reg). De berekening gebeurt dus per schenker en begiftigde (schenkingstarieven toegepast op onroerende goederen).
De verschuldigde rechten op de schenkingen liggen merkelijk lager dan de successierechten. Ze bedragen in het Vlaamse gewest voor roerende schenkingen, in de rechte lijn 3%, in de andere lijnen 7 % (2% op participaties vanaf 10% in familiebedrijven tegen soepele voorwaarden).
De 3-jarenregel geldt voor deze schenkingen absoluut niet en het is dus onverschillig of de schenker al dan niet binnen de 3 jaar overlijdt. Op deze scghenkingen zullen er nooit successierechten dienen betaald.
De schenkingsrechten van 3 tot 7 % kunnen dan nog eens vermeden worden door bij een Nederlandse notaris te gaan, maar de driejarenregel is dan wel van tel.
Partijen zouden ook zelf een schenkingsovereenkomst onderling kunnen opmaken en dus geen beroep doen op een notaris waarbij ze dan zelf de overeenkomst laten registreren, maar deze akte is niet aan derden tegenstelbaar en biedt niet dezelfde rechtszekerheid als een notariële akte.
Deze schenkingen worden dus als vermogensrechtelijke techniek gebruikt om successierechten te vermijden. Maar anderzijds gaat door een schenking ook het vermogen definitief over aan de begunstigde en dus ook de controle over het vermogen.
Om hieraan te verhelpen zijn er verschillende technieken:
1. Geschonken tegoeden kunnen op een gezamenlijke rekening worden gestort op naam van al de begunstigden samen. Hierna kan een volmachtregeling worden uitgewerkt zodat eventueel de beleggingsportefeuille volledig intact blijft zolang de schenkers in leven zijn en waardoor ze ook een zekere controle kunnen uitoefenen en aldus afnames kunnen verhinderen.
2. De clausule met voorbehoud van vruchtgebruik (weliswaar voor de handgift sterk betwist).
3. Bij een schenking onder last kan de schenker een last afdwingen bv. de uitkering van een levensonderhoud (weliswaar betwist voor de handgift).
4. Men kan de terugkeer van de goederen verzekeren naar de schenker bij eerstoverlijden van de begunstigde (zonder dat successierechten verschuldigd zijn).
Een notariële schenking is ook mogelijk onder opschortende voorwaarde van een toekomstige onzekere gebeurtenis zoals het vooroverlijden van de schenker. Maar deze laatste clausule wordt sinds begin 2005 uitgesloten voor vrijstelling van successierechten in Vlaanderen.
Ook schenkingen waarbij het vruchtgebruik onder opschortende voorwaarde van vooroverlijden werd geregeld vallen onder deze nieuwe regeling.
Andere clausules:
De clausule met vrijstelling van inbreng impliceert dat de schenking geen voorschot op de erfenis betreft. Deze clausule kan alleen worden aangewend voor het beschikbare deel van het vermogen.