Berekening van de termijnen in het burgerlijk recht
uittreksel uit het (nieuw) BW: art. 1.7 Berekening in termijnen
§ 1 Een in dagen, weken, maanden of jaren omschreven termijn begint de dag na de gebeurtenis of handeling die ertoe leidt, te lopen.
§ 2 Een in uren omschreven termijn begint onmiddellijk te lopen.
§ 3 Wettelijke feestdagen, zondagen en zaterdagen zijn in de termijnen begrepen, behalve indien deze dagen daarvan uitdrukkelijk zijn uitgesloten of indien de termijnen in werkdagen zijn omschreven.
Werkdagen zijn alle andere dagen dan wettelijke feestdagen, zondagen en zaterdagen.
§ 4 Indien de laatste dag van een anders dan in uren omschreven termijn waarbinnen een behaalde prestatie of mededeling moet worden verricht, een wettelijke feestdag, een zondag of een zaterdag is, dan loopt deze termijn af bij het einde van het laatste uur van de daaropvolgende werkdag.
Deze paragraaf is niet van toepassing op termijnen die met terugwerkende kracht vanaf een bepaalde datum of gebeurtenis worden berekend.
§ 5 Elke termijn van twee of meer dagen bevat ten minste twee werkdagen.
§ 6 Onder een semester wordt een periode van zes maanden verstaan, onder een trimester een periode van drie maanden en onder een halve maand een periode van vijftien dagen.
Indien een periode wordt bepaald in maanden of jaren die niet aansluitend moeten zijn, wordt de maand geteld als dertig dagen en het jaar als 365 dagen.
§ 7 Dit artikel is van toepassing tenzij de wet of een rechtshandeling anders bepaalt.
Termijnen in het gerechtelijk recht worden berekend:
1° van dag tot dag ;
2° dies a quo non computatur in termino dag die de termijn doet ingaan telt niet mee ;
3° dies ad quem computatur in termino : laatste dag van de termijn wordt wel meegerekend.
Uitzondering : zo de termijn eindigt op een zaterdag, zondag of wettelijke feestdag : automatisch verlenging tot de eerst nuttige werkdag. Opm voor bepaalde termijnen geldt deze uitzondering niet.
De wijze van berekening wordt toegelicht in art. 54 Ger. W.
De termijn wordt berekend men een maand of jaar?
Van de zoveelste tot de dag vóór de zoveelste van de volgende maand of jaar, steeds volgens de Gregoriaanse kalender.
Let wel:
bij de termijnen dient men ook rekening te houden met de openingsuren van de griffie die van griffie tot griffie verschillen en met de tijdstippen waarop tot betekening kan worden overgegaan:niet vóór 06.00u s morgens en niet na 21u.., niet op zaterdag, zondag of wettelijke feestdag.
Bij hoogdringende zaken kan een voorzitter in kort geding en soms een andere rechter zelfs in zijn woning (dus zelfs thuis) gevat worden. Alsdan zal in de beschikking van de magistraat die ten huize verleend wordt toelating moeten gevraagd worden om de gerechtsdeurwaarder te laten optreden op zaterdag, zondag en na de gewone uren.
Verlenging van de termijnen voor betekeningen in het buitenland:
Aangrenzend land in Europa : + 15 dagen
Niet-aangrenzend land in Europa : + 30 dagen
Landen buiten Europa : + 80 dagen
Termijnen en de datering-overhandiging-ontvangst van brieven
Ten aanzien van de geadresseerde, en tenzij de wet anders bepaalt, worden de termijnen die beginnen te lopen vanaf een kennisgeving op een papieren drager berekend :
1° wanneer de kennisgeving is gebeurd bij gerechtsbrief of bij een ter post aangetekende brief met ontvangstbewijs, vanaf de eerste dag die volgt op deze waarop de brief aangeboden werd op de woonplaats van de geadresseerde of, in voorkomend geval, op zijn verblijfplaats of gekozen woonplaats;
2° wanneer de kennisgeving is gebeurd bij aangetekende brief of bij gewone brief, vanaf de derde werkdag die volgt op die waarop de brief aan de postdiensten overhandigd werd, tenzij de geadresseerde het tegendeel bewijst.
Uittreksel uit het gerechtelijk wetboek
|
ART. 48 Tenzij de wet anders bepaalt, zijn de termijnen voor het verrichten van de proceshandelingen onderworpen aan de regels van dit hoofdstuk.
|
ART. 49 De wet bepaalt de termijnen. De rechter mag ze enkel vaststellen indien de wet hem dit veroorlooft.
|
ART. 50 De termijnen, op straffe van verval gesteld, mogen niet worden verkort of verlengd, zelfs met instemming van partijen, tenzij dat verval gedekt is onder de omstandigheden bij de wet bepaald.
[ Indien de termijn van hoger beroep of verzet voorzien [ in de artikelen 1048 en 1051 en 1253quater, c) en d) ] binnen de gerechtelijke vakantie begint te lopen en ook verstrijkt wordt hij verlengd tot de vijftiende dag van het nieuw gerechtelijk jaar. ]
|
ART. 51 De rechter kan termijnen die niet op straffe van verval zijn bepaald, voor hun vervaltijd verkorten of verlengen. Tenzij de wet anders bepaalt, mag de verlenging niet langer zijn dan de oorspronkelijke termijn en nadien mag geen verlenging meer worden toegestaan behalve om gewichtige redenen en bij een met redenen omklede beslissing.
|
ART. 52
De termijn wordt gerekend van middernacht tot middernacht. Hij wordt gerekend vanaf de dag na die van de akte of van de gebeurtenis die hem doet ingaan en omvat alle dagen, ook zaterdag, zondag en wettelijke feestdagen. Tenzij een handeling elektronisch wordt uitgevoerd, kan zij alleen op geldige wijze ter griffie worden verricht op de dagen en uren waarop de griffie toegankelijk moet zijn voor het publiek. Ingeval een handeling niet ter griffie kon worden verricht binnen de, zelfs op straffe van nietigheid of van verval voorgeschreven termijnen, wegens het disfunctioneren van het informaticasysteem van Justitie bedoeld in artikel 32ter of wegens het disfunctioneren van het informaticasysteem verbonden met het informaticasysteem van Justitie en dat gebruikt wordt voor het stellen van de rechtshandeling, dient deze verricht te worden ten laatste op de eerste werkdag na de laatste dag van de termijn, hetzij op papier, hetzij op elektronische wijze ingeval het informaticasysteem opnieuw gebruikt kan worden. De in het derde lid bedoelde verlenging van de termijn is in elk geval van toepassing indien het disfunctioneren optreedt op de laatste dag van de termijn.
|
ART. 53 De vervaldag is in de termijn begrepen.
Is die dag echter een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag, dan wordt de vervaldag verplaatst op de eerstvolgende werkdag.
|
ART. 53bis Ten aanzien van de geadresseerde, en tenzij de wet anders bepaalt, worden de termijnen die beginnen te lopen vanaf een kennisgeving op een papieren drager berekend :
1° wanneer de kennisgeving is gebeurd bij gerechtsbrief of bij een ter post aangetekende brief met ontvangstbewijs, vanaf de eerste dag die volgt op deze waarop de brief aangeboden werd op de woonplaats van de geadresseerde of, in voorkomend geval, op zijn verblijfplaats of gekozen woonplaats;
2° wanneer de kennisgeving is gebeurd bij aangetekende brief of bij gewone brief, vanaf de derde werkdag die volgt op die waarop de brief aan de postdiensten overhandigd werd, tenzij de geadresseerde het tegendeel bewijst.
3° wanneer de kennisgeving is gebeurd tegen gedagtekend ontvangstbewijs, vanaf de eerste dag die erop volgt
|
ART. 54 Een in maanden of in jaren bepaalde termijn wordt gerekend van de zoveelste tot de dag vóór de zoveelste.
|
ART. 55 Wanneer de wet bepaalt dat ten aanzien van de partij die in België noch woonplaats, noch verblijfplaats, noch gekozen woonplaats heeft, de termijnen die haar verleend werden dienen verlengd te worden, dan bedraagt die verlenging:
1° vijftien dagen, wanneer de partij in een aangrenzend land of in het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië verblijft;
2° dertig dagen, wanneer zij in een ander land van Europa verblijft;
3° tachtig dagen, wanneer zij in een ander werelddeel verblijft.
|
ART. 56 Het overlijden van de partij schorst het verloop van de termijn die haar was verleend om in verzet, hoger beroep of cassatie te komen.
Deze termijn begint eerst opnieuw te lopen na een nieuwe betekening van de beslissing aan de woonplaats van de overledene, en te rekenen van het verstrijken van de termijnen om een boedelbeschrijving op te maken en zich te beraden, indien de beslissing betekend is vóór het verstrijken van die termijnen.
Deze betekening kan aan de erfgenamen gezamenlijk worden gedaan, zonder opgave van hun naam en hoedanigheid. Iedere betrokkene kan nochtans van het verval wegens verstrijken van de voorzieningstermijn worden vrijgesteld, indien blijkt dat hij van de betekening geen kennis heeft gekregen.
|
ART. 57
Tenzij de wet anders bepaalt, begint de termijn voor verzet, hoger beroep en voorziening in cassatie bij de betekening van de beslissing aan de persoon of aan de woonplaats, (of, bij voorkomend geval, vanaf de afgifte of het achterlaten van het afschrift zoals vastgesteld is in de artikelen 38 en 40 of bij de betekening op elektronische wijze van de beslissing Ten aanzien van degenen die in België noch woonplaats, noch verblijfplaats, noch gekozen woonplaats hebben en ingeval de kennisgeving niet aan de persoon is gedaan, begint de termijn bij de afgifte van een afschrift van het exploot aan de post of bij de betekening door het openbaar ministerie aan het openbaar ministerie. De afgifte van een afschrift van het exploot aan de procureur des Konings mag gedaan worden aan een parketsecretaris of aan een parketjurist. Tegen onbekwamen begint de termijn eerst bij de betekening van de beslissing aan hun wettelijke vertegenwoordiger.
|