Kan een vruchtgebruiker zijn rechten verkopen zonder het akkoord van de naakte eigenaar?
Dit kan perfect maar de vruchtgebruiker kan niet meer rechten verkopen dan deze waarover hij beschikt. Met andere woorden enkel het vruchtgebruik kan worden overgedragen en dit recht zal ophouden te bestaan bij het overlijden van de overdragende vruchtgebruiker. Wie een dergelijk recht koopt, koopt de spreekwoordelijke kat in een zak. Het recht is namelijk niet levenslang gekoppeld aan het eigen leven maar aan het leven van een derde.
Kan een naakte eigenaar zijn rechten verkopen zonder het akkoord van de vruchtgebruiker?
Dit kan perfect maar de naakte eigenaar kan niet meer rechten verkopen dan deze waarover hij beschikt. Met andere woorden de nieuwe eigenaar zal de rechten van de vruchtgebruiker dienen te eerbiedigen.
Kan de naakte eigenaar de vruchtgebruiker dwingen te verkopen? - Neen.
Kan de vruchtgebruiker de naakte eigenaar dwingen te verkopen? - Neen
Kan de naakte eigenaar de vruchtgebruiker dwingen de naakte eigendom over te nemen of het vruchtgebruik over te laten? - Neen
Kan de vruchtgebruiker de naakte eigenaar dwingen het vruchtgebruik over te nemen of de naakte eigendom over te laten? - Neen
Hierover bestaan misverstanden gezien sommigen ten onrechte vruchtgebruik en naakte eigendom als een onverdeeldheid aanzien, waarbij niemand kan verplicht worden om in onverdeeldheid te blijven.
Van onverdeeldheid is slechts sprake wanneer zelfde rechten in samenloop door meerdere gerechtigden worden uitgeoefend.
Vruchtgebruik en naakte eigendom zijn echter rechten van verschillende aard waardoor er tussen deze rechten geen onverdeeldheid bestaat. De vordering tot onuitverdeeldheidtreding (art. 815 Burgerlijk Wetboek) is in dit geval dan ook niet mogelijk.
Maar natuurlijk kunnen beiden in onderling overleg een overeenkomst bereiken waarbij wordt beslist tot verkoop of overname.
Eerste uitzondering: Schulden in een algemeen of ten algemene titel gevestigd vruchtgebruik
Wanneer het vruchtgebruik slaat op een volledig vermogen (algemeen vruchtgebruik) of op een bepaald percentage (vruchtgebruik onder algemene titel) moet de naakte eigenaar bijdragen in de schulden volgens het volgend principe:
De algemene vruchtgebruiker of de vruchtgebruiker onder algemene titel moet met de eigenaar in de betaling van de schulden bijdragen als volgt :
Men schat de waarde van het erf dat aan het vruchtgebruik is onderworpen; men bepaalt vervolgens, naar evenredigheid van deze waarde, de bijdrage in de schulden.
Indien de vruchtgebruiker de som waarvoor het erf moet bijdragen, wil voorschieten, wordt hem, bij het eindigen van het vruchtgebruik, het kapitaal zonder enig interest teruggegeven.
Indien de vruchtgebruiker dit voorschot niet wil doen, heeft de eigenaar de keus om, ofwel deze som te betalen, in welk geval de vruchtgebruiker hem de interest daarvan gedurende het vruchtgebruik schuldig wordt, ofwel een gedeelte van de aan het vruchtgebruik onderworpen goederen tot het verschuldigde bedrag te doen verkopen. (zie art. 612 B.W.)
Tweede uitzondering: het vruchtgebruik van de langstlevende echtgenoot
De langstlevende echtgenoot kan eisen dat diens vruchtgebruik zou worden omgezet in een kapitaal of in een lijfrente, die de naakte eigenaars moeten uitbetalen. Hierna zullen deze naakte eigenaars door de samenvoeging van het vruchtgebruik met hun naakte eigendom volle eigenaars worden.
Het vruchtgebruik van de langstlevende echtgenoot is ook omzetbaar in een onverdeeld deel in volle eigendom, waardoor een onverdeeldheid ontstaat waarvoor de procedure tot uitonverdeeldheidtreding van art. 815 B.W. kan ingesteld.
Ook de naakte eigenaar kan de omzetting in bepaalde voorwaarden vorderen.
Deze omzettingen zijn onderworpen aan een aantal strikte regels van het burgerlijk wetboek: hierna volgt een uittreksel:
ERFOPVOLGING VAN DE LANGSTLEVENDE ECHTGENOOT.
uittreksel uit het burgerlijk wetboek
Art. 745bis.<W 14-05-1981, art. 8> § 1. (Wanneer de overledene afstammelingen, geadopteerde kinderen of afstammelingen van deze achterlaat, verkrijgt de langstlevende echtgenoot het vruchtgebruik van de gehele nalatenschap.) <W 31-03-1987, art. 69>
[1 Wanneer de overledene bloedverwanten in de opgaande lijn of broeders, zusters of afstammelingen van dezen achterlaat, verkrijgt de langstlevende echtgenoot :
1° de volle eigendom van het deel van de eerststervende in het gemeenschappelijk vermogen en in het vermogen dat exclusief tussen de echtgenoten in onverdeeldheid is, en
2° het vruchtgebruik van de overige goederen van diens eigen vermogen.]1
Wanneer de overledene [1 andere erfgerechtigden of]1 geen erfgerechtigden achterlaat, verkrijgt de langstlevende echtgenoot de volle eigendom van de gehele nalatenschap.
§ 2. De langstlevende echtgenoot heeft bovendien het vruchtgebruik van de goederen onderworpen aan het recht van wettelijke terugkeer waarin de artikelen [1 353-16, eerste lid, 2°, en 747]1 voorzien, tenzij in de akte van schenking of in het testament anders is bepaald.
(§ 3. De langstlevende echtgenoot verkrijgt als enige, met uitsluiting van alle andere erfgenamen, het recht op de huur van het onroerend goed dat bij het openvallen van de nalatenschap van de overledene tot gemeenschappelijke verblijfplaats diende.) <W 2007-03-28/39, art. 5, 013; Inwerkingtreding : 18-05-2007>
----------
(1)<W 2018-07-22/01, art. 4, 028; Inwerkingtreding : 01-09-2018>
Art. 745ter. <W 14-05-1981, art. 8> Niettegenstaande enig andersluidend beding kan ieder die de blote eigendom verkrijgt, eisen dat voor alle met vruchtgebruik belaste goederen een boedelbeschrijving van de roerende en een staat van de onroerende worden opgemaakt, dat de geldsommen worden belegd en dat de effecten aan toonder, naar keuze van de langstlevende echtgenoot, worden omgezet in inschrijvingen op naam of gedeponeerd op een gemeenschappelijke bankrekening.
Art. 745quater.<W 14-05-1981, art. 8> § 1. (Wanneer de blote eigendom behoort aan de afstammelingen van de vooroverleden echtgenoot, aan zijn geadopteerde kinderen of aan de afstammelingen van dezen, kan de langstlevende echtgenoot of een van de blote eigenaars [2 vragen]2 dat het vruchtgebruik geheel of ten dele wordt omgezet, hetzij in de volle eigendom van met vruchtgebruik belaste goederen, hetzij in een geldsom, hetzij in een gewaarborgde en geindexeerde rente.) <W 2006-07-01/75, art. 24, 012; Inwerkingtreding : 01-07-2007>
(Lid 2 opgeheven) <W 31-03-1987, art. 70>
[2 § 1/1. Onverminderd paragraaf 4 kan de omzetting die gevraagd wordt door een afstammeling, of door een geadopteerd kind, of door een afstammeling van deze, die niet tevens afstammeling of geadopteerd kind, of afstammeling van deze, van de langstlevende echtgenoot is, niet worden geweigerd, indien die vraag is gesteld binnen de termijnen bepaald in artikel 745sexies, § 2/1.
Hetzelfde geldt voor de omzetting die gevraagd wordt door de langstlevende echtgenoot wanneer de blote eigendom geheel of gedeeltelijk behoort aan afstammelingen en geadopteerde kinderen zoals omschreven in het eerste lid.
Tenzij alle blote eigenaars en de langstlevende echtgenoot anders zijn overeengekomen, wordt het vruchtgebruik in de gevallen vermeld in het eerste en tweede lid, omgezet in een onverdeeld aandeel van de nalatenschap in volle eigendom. Dit aandeel wordt bepaald op basis van de omzettingstabellen bedoeld in artikel 745sexies, § 3, en de leeftijd van de vruchtgebruiker op de datum van de vraag. De artikelen 745quinquies, § 3, en 745sexies, § 3, vierde tot en met zesde lid, zijn van overeenkomstige toepassing.
Wanneer evenwel omwille van de gezondheidstoestand van de vruchtgebruiker zijn verwachte levensduur manifest lager is dan deze van de omzettingstabellen, kan de rechter, op vraag van een blote eigenaar of de langstlevende echtgenoot, de toepassing van de omzettingstabellen uitsluiten en andere omzettingsvoorwaarden bepalen.]2
§ 2. Wanneer de blote eigendom behoort aan andere personen dan die bedoeld in [2 de paragrafen 1 en 1/1]2, kan de langstlevende echtgenoot die omzetting eisen binnen vijf jaar na het openvallen van de nalatenschap.
In hetzelfde geval kan hij te allen tijde eisen dat de blote eigendom van de goederen bedoeld in § 4 hem tegen geld wordt overgedragen.
De [1 familierechtbank]1 kan de omzetting van het vruchtgebruik en de toewijzing van de volle eigendom weigeren, wanneer zulks de belangen van een onderneming of van een beroepsarbeid ernstig zou schaden.
Indien de rechtbank het billijk acht wegens omstandigheden die eigen zijn aan de zaak, kan zij een vordering tot omzetting toewijzen, die is ingesteld door een andere blote eigenaar dan die bedoeld in [2 de paragrafen 1 en 1/1]2 of, na de termijn van vijf jaar, door de langstlevende echtgenoot.
§ 3. De omzetting van het vruchtgebruik van de goederen onderworpen aan het recht van wettelijke terugkeer kan [2 ...]2 alleen worden gevorderd door degene die dat recht bezit.
§ 4. Het vruchtgebruik van het onroerend goed dat bij het openvallen van de nalatenschap het gezin tot voornaamste woning diende, en van het daarin aanwezige huisraad, kan niet worden omgezet dan met instemming van de langstlevende echtgenoot.
----------
(1)<W 2013-07-30/23, art. 74, 022; Inwerkingtreding : 01-09-2014>
(2)<W 2017-07-31/25, art. 10, 027; Inwerkingtreding : 01-09-2018>
Art. 745quinquies. <W 14-05-1981, art. 8> § 1. Het recht om de omzetting van het vruchtgebruik of de toewijzing in volle eigendom van de goederen bedoeld in artikel 745quater, § 4, te vorderen, geldt voor elk vruchtgebruik van de langstlevende echtgenoot, onverschillig of het verkregen is krachtens de wet of bij testament, dan wel ingevolge huwelijkscontract of contractuele erfstelling.
Dit recht is persoonlijk en niet vatbaar voor overdracht. Het kan niet worden uitgeoefend door de schuldeisers van de rechthebbende.
§ 2. Het recht om de omzetting te vorderen kan niet worden ontnomen aan de afstammelingen (uit een vorige relatie) van de vooroverleden echtgenoot. <W 2007-03-28/39, art. 6, 013; Inwerkingtreding : 18-05-2007>
Aan de langstlevende echtgenoot kan niet het recht worden ontnomen om de omzetting van het vruchtgebruik of de toewijzing in volle eigendom van de goederen bedoeld in artikel 745quater, § 4, te vorderen.
§ 3. Ingeval de langstlevende echtgenoot tot de nalatenschap komt met afstammelingen (uit een vorige relatie) en de omzetting wordt gevorderd door een van de partijen, wordt de langstlevende echtgenoot geacht ten minste twintig jaar ouder te zijn dan de oudste afstammeling (uit een vorige relatie). <W 2007-03-28/39, art. 6, 013; Inwerkingtreding : 18-05-2007>
Art. 745sexies.<W 14-05-1981, art. 8> § 1. Indien alle blote eigenaars en de langstlevende echtgenoot meerderjarig en handelingsbekwaam zijn, kunnen zij in iedere stand van de zaak, in onderlinge overeenstemming en op de wijze die zij hebben vastgesteld, overgaan tot de omzetting of tot de overdracht van de blote eigendom van de goederen bedoeld in artikel 745quater, § 4.
Indien een van hen minderjarig of anderszins onbekwaam is, wordt gehandeld overeenkomstig artikel 1206 van het Gerechtelijk Wetboek.
§ 2. Bij gebreke van overeenstemming wordt de zaak bij de [1 familierechtbank]1aanhangig gemaakt op verzoekschrift; alle rechtverkrijgenden worden in het geding geroepen bij gerechtsbrief.
Wanneer de rechtbank de eis geheel of ten dele toewijst, bepaalt zij de wijze van omzetting of de prijs die moet worden betaald voor de overdracht van de blote eigendom van de goederen bedoeld in artikel 745quater, § 4. In voorkomend geval gelast zij de verkoop van de volle eigendom van het geheel of van een deel der goederen die met vruchtgebruik belast zijn, dan wel de verdeling van die goederen, zelfs indien ter zake van dat recht geen onverdeeldheid bestaat, tenzij zij verkiest de partijen naar een notaris te verwijzen om de omzetting te laten plaatshebben volgens de procedure omschreven in de artikelen 1207 tot 1225 van het Gerechtelijk Wetboek.
[4 § 2/1. De omzetting waarvan sprake in artikel 745quater, § 1/1 kan echter enkel in het kader van de procedure van vereffening en verdeling worden gevraagd, uiterlijk bij de mededeling van de aanspraken vermeld in artikel 1218, § 1, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek. Is de vraag niet binnen die termijn gesteld, dan kan de omzetting later nog worden gevorderd, maar behoudt de rechtbank dezelfde beoordelingsbevoegdheid als bij een vraag tot omzetting op grond van artikel 745quater, § 1. Zo ook indien de omzetting van het vruchtgebruik wordt gevraagd nadat de nalatenschap minnelijk verdeeld is, met geheel of gedeeltelijk behoud van het vruchtgebruik voor de langstlevende.]4
§ 3. [2 De minister van Justitie bepaalt voor de omzetting van het vruchtgebruik twee omzettingstabellen : een voor mannen en een voor vrouwen.
Deze omzettingstabellen bepalen de waarde van het vruchtgebruik als een percentage van de normale verkoopwaarde van de goederen onderworpen aan het vruchtgebruik, rekening houdend met :
- de gemiddelde rentevoet over de laatste twee jaar van de lineaire obligaties waarvan de maturiteit gelijk is aan de levensverwachting van de vruchtgebruiker. De rentevoet die overeenstemt met de hoogste maturiteit wordt toegepast wanneer de levensverwachting deze maturiteit overschrijdt. Deze rentevoet wordt toegepast na aftrek van de [3 roerende voorheffing. De bij het opstellen van de omzettingstabellen in aanmerking te nemen rentevoet mag evenwel niet lager zijn dan 1 % per jaar. De periode van twee jaar loopt vanaf 1 mei van het tweede aan de bekendmaking van de omzettingstabellen voorafgaande jaar tot 30 april van het jaar van de bekendmaking van die tabellen.]3;
- de Belgische prospectieve sterftetafels die jaarlijks worden gepubliceerd door het Federaal Planbureau.
Tenzij partijen anders zijn overeengekomen gebeurt de waardering van het vruchtgebruik op basis van de omzettingstabellen, de verkoopwaarde van de goederen en de leeftijd van de vruchtgebruiker op de datum van de indiening van het in § 2 bedoelde verzoekschrift.
De waarde van het vruchtgebruik verstrekt door de omzettingstabellen is gelijk aan het verschil tussen de waarde van de volle eigendom en de waarde van de blote eigendom. De waarde van de blote eigendom is gelijk aan een breuk waarvan de teller gelijk is aan de waarde van de volle eigendom; de noemer is gelijk aan één te vermeerderen met de rentevoet, deze som zijnde verheven tot de macht die gelijk is aan de levensverwachting van de vruchtgebruiker. De levensverwachting uitgedrukt in jaren, de rentevoet uitgedrukt in procent, en de waarde van het vruchtgebruik uitgedrukt in procent van de waarde van de volle eigendom, bevatten twee decimalen.
De vruchtgebruiker behoudt het vruchtgebruik van de goederen tot op het ogenblik dat de kapitalisatiewaarde van zijn vruchtgebruik hem effectief is betaald.
Tot dat ogenblik brengt deze som geen intresten op in het voordeel van de vruchtgebruiker, behalve indien de vruchtgebruiker na de definitieve vaststelling van de kapitalisatiewaarde van zijn vruchtgebruik beslist om afstand te doen van het genot van de zaak. In dit geval zal aan de vruchtgebruiker een intrest verschuldigd zijn gelijk aan de wettelijke intrest vanaf het ogenblik waarop deze aan de blote eigenaar, bij aangetekende zending of deurwaardersexploot, bevestigt dat hij afstand heeft gedaan van het genot van de zaak en hij de blote eigenaar in gebreke stelt tot het betalen van deze intrest.
Wanneer evenwel omwille van de gezondheidstoestand van de vruchtgebruiker zijn verwachte levensduur manifest lager is dan deze van de statistische tabellen, kan de rechter hetzij de omzetting weigeren, hetzij de toepassing van de omzettingstabellen uitsluiten en andere omzettingsvoorwaarden bepalen.
De minister van Justitie bepaalt jaarlijks op 1 juli de in het eerste lid bedoelde omzettingstabellen. Bij deze gelegenheid houdt hij rekening met de in het tweede en derde lid vermelde parameters en met de voorstellen van de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat, na kennis te hebben genomen van de resultaten van de werkzaamheden geleverd door het Federaal Planbureau en het Instituut voor actuarissen in België.
De omzettingstabellen worden ieder jaar in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. Naast de leeftijd van de vruchtgebruiker vermelden deze tabellen diens levensverwachting evenals de overeenkomstige rentevoet en waarde van het vruchtgebruik.]2
§ 4. [2 ...]2.
----------
(1)<W 2013-07-30/23, art. 75, 022; Inwerkingtreding : 01-09-2014>
(2)<W 2014-05-22/09, art. 3, 023; Inwerkingtreding : onbepaald, tien dagen na de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van de omzettingstabellen bedoeld in artikel 3, 1°. Zie ook art. 4>
(3)<W 2016-06-19/01, art. 2, 024; Inwerkingtreding : 01-07-2016>
(4)<W 2017-07-31/25, art. 11, 027; Inwerkingtreding : 01-09-2018>
Art. 745septies. <W 14-05-1981, art. 8> (§ 1. De langstlevende echtgenoot kan van zijn erfrecht geheel of gedeeltelijk worden uitgesloten of daarvan vervallen worden verklaard indien hij geheel of gedeeltelijk is ontzet uit het ouderlijk gezag over de kinderen geboren uit zijn huwelijk met de overledene.
§ 2. De rechtsvordering wordt door de afstammelingen ingesteld binnen een jaar te rekenen hetzij van het openvallen van de nalatenschap, hetzij van de ontzetting uit het ouderlijk gezag.
Het vonnis heeft gevolg met ingang van de datum waarop de vordering is ingesteld.) <W 2001-04-29/39, art. 28, 006; Inwerkingtreding : 01-08-2001>
§ 3. Bij omzetting van het vruchtgebruik in de volle eigendom van een goed of in een geldsom, of bij overdracht van de blote eigendom van de goederen bedoeld in artikel 745quater, § 4, levert de uitsluiting of de vervallenverklaring grond op tot vergoeding.
Die vergoeding wordt vastgesteld door de rechtbank en stemt overeen met de waarde van het vruchtgebruik, mede gelet op de vermoedelijke levensduur van de vruchtgebruiker bij het instellen van de rechtsvordering.
Is het vruchtgebruik omgezet in een lijfrente, dan werkt het vonnis terug tot hetzelfde tijdstip.
Afdeling IVbis. - Erfopvolging van de langstlevende wettelijk samenwonende. <Ingevoegd bij W 2007-03-28/39, art. 7; Inwerkingtreding : 18-05-2007>
Art. 745octies. <Ingevoegd bij W 2007-03-28/39, art. 7; Inwerkingtreding : 18-05-2007> § 1. De langstlevende wettelijk samenwonende verkrijgt, met welke erfgenamen hij ook tot de nalatenschap komt, het vruchtgebruik van het onroerend goed dat tijdens het samenwonen het gezin tot gemeenschappelijke verblijfplaats diende en van het daarin aanwezige huisraad.
De langstlevende wettelijk samenwonende verkrijgt als enige, met uitsluiting van alle andere erfgenamen, het recht op de huur van het onroerend goed dat bij het openvallen van de nalatenschap van de vooroverleden wettelijk samenwonende het gezin tot gemeenschappelijke verblijfplaats diende en verkrijgt het vruchtgebruik van het daarin aanwezige huisraad.
De voorgaande bepalingen zijn niet van toepassing wanneer de langstlevende wettelijk samenwonende een afstammeling is van de vooroverleden wettelijk samenwonende.
§ 2. Niettegenstaande enig andersluidend beding kan ieder die de blote eigendom verkrijgt, eisen dat een boedelbeschrijving van het huisraad en een staat van de gemeenschappelijke verblijfplaats wordt opgemaakt.
§ 3. De regels inzake het vruchtgebruik van de langstlevende echtgenoot die zijn opgenomen in de artikelen 745quater tot 745septies zijn van overeenkomstige toepassing op het vruchtgebruik van de langstlevende wettelijk samenwonende.