De algemene regel (met uitzondering van co-ouderschap)
De door een ouder betaalde onderhoudsgelden ten voordele van een kind zijn fiscaal aftrekbaar.
Voorwaarde:
- het kind maakt geen deel uit van zijn gezin;
- de onderhoudsgerechtigde maakt geen deel uit van zijn gezin
kind ten laste:
Als ten laste van de belastingplichtigen worden aangemerkt, mits zij deel uitmaken van hun gezin op 1 januari van het aanslagjaar en zij persoonlijk in het belastbare tijdperk geen bestaansmiddelen hebben gehad die meer dan 1.800 EUR netto bedragen .
Een kind kan slechts ten laste worden beschouwd, indien het deel uitmaakte van het gezin van de belastingsplichtige op in januari van het betreffende aanslagjaar (artikel 186 WIB ).
Bijzondere regeling ingeval van co-ouderschap:
voorwaarden :
- de ouders leven gescheiden
- de kinderen verblijven evenveel tijd bij de ene ouder als bij de andere ouder
- de belastingsplichtige en maken geen deel uit van hetzelfde gezin (aan deze voorwaarde dient voldaan op 1 januari van het aanslagjaar ).
Uittreksel uit het WIB 92
Artikel 132bis
De tekst van art. 132bis is van toepassing vanaf het aanslagjaar 2008 (art. 279, W 27.12.2006 - BS 28.12.2006).
De toeslagen bedoeld in artikel 132, eerste lid, 1° tot 6°, worden verdeeld over twee belastingplichtigen die geen deel uitmaken van hetzelfde gezin maar samen het ouderlijk gezag uitoefenen over één of meer kinderen ten laste die recht geven op de bovenvermelde toeslagen en waarvan de huisvesting gelijkmatig is verdeeld over de beide belastingplichtigen :
- hetzij op grond van een geregistreerde of door een rechter gehomologeerde overeenkomst waarin uitdrukkelijk is vermeld dat de huisvesting van die kinderen gelijkmatig is verdeeld over beide belastingplichtigen en dat zij bereid zijn de toeslagen op de belastingvrije som voor die kinderen te verdelen;
- hetzij op grond van een rechterlijke beslissing waarin uitdrukkelijk is vermeld dat de huisvesting van die kinderen gelijkmatig is verdeeld over beide belastingplichtigen.
In dat geval worden de toeslagen bedoeld in artikel 132, eerste lid, 1° tot 5°, waarop die kinderen recht geven, en die worden vastgesteld ongeacht of er al dan niet andere kinderen zijn in het gezin waarvan ze deel uitmaken, voor de helft toegekend aan elk van de belastingplichtigen.
In het geval bedoeld in het eerste lid wordt de in artikel 132, eerste lid, 6° bedoelde toeslag, voor de helft toegekend aan de belastingplichtige die geen aftrek vraagt van de uitgaven voor kinderoppas bedoeld in artikel 104, 7°.
Een afschrift van de rechterlijke beslissing of de overeenkomst bedoeld in het eerste lid, moet ter beschikking van de administratie worden gehouden zolang minstens één van de kinderen waarover het ouderlijk gezag gezamenlijk wordt uitgeoefend en waarvan de huisvesting gelijkmatig is verdeeld, recht geeft op de in dit artikel bedoelde toeslagen.
Dit artikel is slechts van toepassing indien uiterlijk op 1 januari van het aanslagjaar de in het eerste lid bedoelde overeenkomst is geregistreerd of gehomologeerd of de in het eerste lid bedoelde rechterlijke beslissing is genomen.
Dit artikel is niet van toepassing op de in de eerste lid bedoelde toeslagen met betrekking tot een kind waarvoor onderhoudsuitkeringen als bedoeld in artikel 104, 1°, worden afgetrokken door één van de hierboven bedoelde belastingplichtigen.