Onderhoudsgelden die de onderhoudsplichtige betaalt voor zowel kinderen als voor de (ex-)echtgeno(o)t(e) zijn principieel fiscaal aftrekbaar.
De fiscus zal deze automatisch aftrekken in de hoogste belastingschijf ten belope van 80% in de inkomstenbelasting.
Deze aftrek geschiedt in uw hoogste inkomstenschijf.
In de de hoogste inkomstenschijf recupereert de onderhoudsplichtige van elke 100 euro betaald onderhoudsgeld maar liefst 40 euro.
Anders dan bij de onderhoudsbijdrage voor kinderen is er voor de onderhoudsuitkering tussen (ex)echtgenoten, weliswaar geen formele motiveringsplicht dienaangaande, maar dit belet niet dat de rechter met fiscale implicaties
rekening houdt bij de beoordeling van het bedrag dat de onderhoudsgerechtigde in handen moet krijgen.
Dit zal ook noodzakelijk zijn wanneer de rechter “een gelijkaardige levenstandaard” wil laten behouden als tijdens de huwelijkse samenleving in het kader van de onderhoudsplicht op grond van artikel 213 oud BW en, dan wel om “de aanzienlijke terugval van diens economische situatie” te compenseren bij toepassing van artikel 301, § 3 oud BW.
Bij deze berekening kan de rechter gemakkelijk een mathematisch fout maken en deze fouten kunnen nadien rechtgezet.
De correcte formule is
Brutobedrag = nettobedrag / (1-(80% x gemiddelde aanslagvoet hierop)).
Het is hierbij moeilijk zo niet onmogelijk om de effectieve aanslagvoet voor de toekomst op de verschuldigde onderhoudssommen te bepalen.
Tal van oplossingen en berekeningen worden hierbij uit de kast gehaald om hieraan tre verhelpen, de ene al krakkemikkiger dan de andere….