Een procedure is een evolutief proces, waarbij vorderingen, standpunten, middelen, stellingen, bewijzen, maar ook de partijen zelf dit proces mee evolueren.
In langere en ingewikkelde procedures worden vorderingen in de loop van de procesvoering aangepast en verfijn, in functie van de tijdens de procedure bekomen bewijsstukken, de standpunten ingenomen door de partijen tijdens de procedure, de feitelijkheden verder gesteld in de loop van de procedure, de percepties die reeds bij de rechter lopende de procedure opwekten en hoe deze ontvangen werden, maar ook op de vaststelling dat bepaalde elementen in de loop van de procedure, ondanks hun waarheidsgehalte, ofwel ballast worden, ofwel onvoldoende in rechte bewijsbaar.
Dat in de beginfase van de procedure nog niet elk element van de vordering in zijn juridisch geoptimaliseerde en becijferde duidelijke vorm wordt geformuleerd is niet alleen normaal, maar werd ook voorzien in het gerechtelijk wetboek middels de bepalingen die de wijziging en de herformulering van de vorderingen tijdens de procedures toestaat. De wetgever was zich zelfs bewust dat eerste procedurestukken vaak emotioneel zijn en feiten vermelden zonder deze te kunnen bewijzen.
Dit is zelfs nuttig omdat de wederpartij dan voor de keuze staat hierop te bevestigen, te ontkennen of te negeren, houdingen waaruit dan in de verdere loop van de procedure wel bewijzen in rechte kunnen getrokken.
Na het verstrijken van enige tijd, bedaren de emoties en moet in het kader van een rechtbankprocedure gepeild worden naar wat juridisch relevant blijft en hoe de feiten tijdens de procedure verder gepercipieerd worden en of bepaalde feitelijkheden gestopt zijn, dan wel gewoon worden verdergezet, of er reeds een teken van goede wil wordt getoond, dan wel een schaamlapje om de rechter te verschalken "pour les besoins de la cause".
In geschriften voorafgaand aan de procedure en zelfs in een inleidende dagvaarding, kunnen partijen aldus bedragen vermelden waarop zij rechten kunnen laten gelden al was het maar om op de ernst van een contractuele inbreuken of vergrijp te wijzen. Niets belet dat er simultaan onderhandelingen worden gevoerd.
In een verder stadium van de procedure kunnen partijen uitgaan van datgene waar zij recht op hebben én wat zij naar hun eigen verwachting redelijkerwijze minimaal moeten (kunnen) toegekend krijgen.
Het feit dat vorderingen worden aangepast, en vereenvoudigd, en verder toegelicht met antwoord op elk geuit verweer betekent dus niet dat er vroeger iets gevorderd werd waar een partij geen recht op had.