U vreest (binnenkort of in de verre toekomst) niet meer in staat te zijn uw goederen te beheren. u kan thans zelfs uw voorkeur laten gelden over de alsdan aan te wijzen persoon die u dan zal bijstaan in het beheer van uw gelden, woning, onroerende en roerende goederen.
artikel 488 bis, b,§2 BW stelt "eenieder kan ten overstaan van de vrederechter van zijn verblijfplaats en subsidiair van zijn woonplaats of ten overstaan van een notaris een verklaring afleggen waarin hij zijn voorkeur te kennen geeft omtrent een aan te wijzen voorlopige bewindvoerder indien hijzelf niet meer in staat zou zijn om zijn goederen te beheren."
Van deze verklaring wordt (een proces-verbaal of een authentieke akte) opgesteld. Het proces-verbaal wordt medeondertekend door de persoon die de verklaring heeft afgelegd. De vrederechter kan zich op verzoek en op kosten van de verzoeker naar diens verblijfplaats en in voorkomend geval, naar diens woonplaats begeven om een verklaring op te nemen.
Binnen vijftien dagen na het afleggen van voormelde verklaring laat de griffier of de notaris deze verklaring opnemen in een centraal register dat wordt bijgehouden door de Koninklijke Federatie van het Belgisch notariaat.
De verklaring kan nadien ook herroepen worden. De herroeping van de verklaring van voorkeur gebeurt op dezelfde wijze als het afleggen van de verklaring.
De vrederechter is niet verplicht deze keuze te aanvaarden, wel dient hij met deze keuze ernstig rekening te houden. De vrederechter oordeelt soeverein, met als enig criterium het belang van de ongeschikte persoon, over de voorlopige bewindvoerder die hem het best geschikt lijkt.
Alvorens een vrederechter kennis neemt van een verzoekschrift tot aanwijzing van een voorlopige bewindvoerder, zal de griffier nagaan of een verklaring van voorkeur van voorlopige bewindvoerder in het centraal register werd opgenomen.
De vrederechter kan evenwel slechts om ernstige redenen en na grondige motivering afwijken van deze uitgedrukte wil bv. wanneer hij oordeelt dat de aangeduide persoon niet over de nodige bekwaamheid beschikt uit te voeren.
Indien geen keuze werd geuit of indien de vrederechter de aangeduide persoon in de keuze ongeschikt acht, kiest de vrederechter kiest bij voorkeur als voorlopige bewindvoerder de vader of de moeder, de echtgenoot, de wettelijk samenwonende, de persoon met wie de te beschermen persoon een feitelijk gezin vormt, een lid van de naaste familie of in voorkomend geval, de vertrouwenspersoon.