Het artikel 32 van de wet op de handelspraktijken voorziet:
" in de overeenkomsten gesloten tussen een verkoper en consument, zijn onrechtmatig de bedingen en voorwaarden of combinaties van bedingen en voorwaarden die ertoe strekken "...bij de ondertekening van het contract een onmiddellijke en definitieve verbintenis van de consument te voorzien terwijl de verkoper zich verbindt onder een voorwaarde waarvan de verwezenlijking enkel van zijn wil afhangt..."
De wet op de handelspraktijken voorziet inderdaad in de nietigheid van bedingen waarbij de consument zich definitief en onherroepelijk verbindt terwijl de verkoper zich verbindt onder een potestatieve voorwaarde. Bedoeld wordt: overeenkomsten gesloten tussen een verkoper en een consument koper (zie ook over van beroep Antwerpen 17 december 2007 juridisch weekblad 183,448);
Maar wanneer een koper een aankoopbelofte ondertekent voor de aankoop van een onroerend goed, inhoudende een bod tot aankoop gedurende een bepaalde periode is er geen sprake van een wederkerige overeenkomst tussen koper en verkoper maar wel een eenzijdige aankoopbelofte waarbij de kandidaat koper een bod uitbrengt dat al dan niet wordt aanvaard door de verkoper en dat pas na de aanvaarding resulteert in een overeenkomst.
Vermits hier geen overeenkomst is gesloten tussen verkoper en consument, de verkoper zelfs niet ter sprake komt, maar de consument zich hier enkel op eenzijdige wijze verbonden heeft in de vorm van een bod met aankoopbelofte, kan dan ook geen sprake zijn van een onrechtmatig beding in een overeenkomst.
Van artikel 32.1 spreekt voor zich:
- overeenkomsten gesloten tussen een verkoper en een consument,
- onmiddellijke definitieve verbintenis versus potestatieve verbintenis.
Een weigering om op een aankoopbod in te gaan kan niet als onrechtmatig worden aanzien. Wanneer de verkoper van een onroerend goed geen handelaar is, kan de vraag zich stellen in hoeverre de vastgoedmakelaar een inbreuk kan worden toegerekend op voormelde verbod tot onrechtmatig beding. Maar ook dit zal in deze voorliggende casus falen. De vastgoedmakelaar verschaft enkel een dienst voor de verkoper van de woning en kan dus niet als verkoper worden beschouwd ten aanzien van de koper.
Zie dienaangaande rechtbank van koophandel Antwerpen, zoals in kortgeding, 8 oktober 2009, nieuw juridisch weekblad 230,718.
De bepalingen zoals vermeld in de wet op de handelspraktijken gelden eveneens in de huidige wet op de marktpraktijken.