Een aantal menselijke drama’s gaan schuil achter een totaal gebrek aan informatie. Gepensioneerde echtparen kennen evenzeer hun echtelijke moeilijkheden.
Toch menen velen dat zij veroordeeld zijn om bij mekaar te blijven op financiële gronden. Wanneer een dame nooit gewerkt heeft of slechts zeer beperkte eigen pensioenrechten heeft, meent zij vaak ten onrechte geen einde te kunnen maken aan het huwelijk bij gebreke aan een voldoende eigen pensioen om in haar levensonderhoud te voorzien.
Zijn deze mensen dan werkelijk veroordeeld om bij mekaar te blijven ? In het verleden vond reeds een familiedrama plaats waarbij de ene partner de andere naar het leven stond na ettelijke jaren huwelijk waarbij de moord (en zelfmoord) als enige uitweg werd gezien in de opvatting van de dader een echtscheiding materieel onmogelijk zou zijn.
Wanneer men als gepensioneerde gescheiden is kan men aanspraak maken op een pensioen als gescheiden persoon. Dit pensioen wordt berekend op basis van de loopbaan als werknemer van uw gewezen huwelijkspartner.
U kan dit pensioen samen genieten met uw eigen rustpensioen voor uw eigen beroepsloopbaan waarmee er natuurlijk rekening wordt gehouden middels een breuksysteem ter berekening van het pensioen als gescheiden huwelijkspartner. Voor de jaren van het huwelijk waarin de aanvrager van het pensioen als gescheiden echtgenoot niet heeft gewerkt verkrijgt deze een pensioen als uit de echt gescheiden partner.
Voor de huwelijksjaren waarin de aanvrager zelf een beroepsactiviteit heeft uitgeoefend, krijgt deze een persoonlijk rustpensioen naast een pensioen als uit de echt gescheiden partner voor zover het loon van deze gewezen partner hoger lag dan dat van de aanvrager.
Het recht op pensioen als gescheiden persoon vermindert op geen enkele wijze het pensioen van de ex-partner. Het pensioen dat de aanvrager ontvangt vermindert dus in niets het pensioen van de ex-partner. Nog duidelijker : het pensioen van een gescheiden persoon is een eigen recht zonder dat dit enig gevolg heeft voor het pensioenbedrag van de ex-partner. Het feit dat de ene huwelijkspartner onderhoudsgeld dient te betalen aan de andere huwelijkspartner heeft geen enkel gevolg op het pensioen. Maar anderzijds kan de toekenning van een pensioen wel een reden zijn om aan de rechtbank een vermindering van een persoonlijk onderhoudsgeld te vragen.
Om het pensioen van de uit de echt gescheiden persoon te verwerven dient u te voldoen aan de volgende voorwaarden :
- u dient de pensioengerechtigde leeftijd bereikt te hebben;
- u mag niet ontzet zijn uit de ouderlijke macht of niet veroordeeld zijn om uw huwelijkspartner naar het leven te hebben gestaan;
- u mag niet hertrouwd zijn.
- tenslotte kan het pensioen van de uit de echt gescheiden persoon slechts toegestaan worden voor zover de echtscheiding definitief is en overgeschreven in de registers van de burgerlijke stand.
Tijdens de echtscheidingsprocedure kan u daarentegen wel aanspraak maken op het pensioen van de feitelijk gescheiden personen (zie hierna) en kan u daarnaast bij gebreke aan inkomsten een vordering instellen tot het bekomen van een onderhoudsgeld. Hierbij zal dan wel rekening worden gehouden met het gedeelte van het pensioen dat u kan bekomen als tijdelijk gescheiden partner.
Het bedrag van het pensioen wordt op dezelfde manier berekend als het gewone rustpensioen evenwel rekening houdende met het aantal jaren huwelijk. Bij opeenvolgende echtscheidingen kan u aanspraak maken op meerdere rustpensioenen als uit de echt gescheiden persoon.
Wanneer u aanspraak maakt op een pensioen als gescheiden persoon en uw ex-huwelijkspartner komt te overlijden verliest u hierdoor deze pensioenrechten niet.
Het pensioen van de uit de echt gescheiden partner wordt aanzien als een rustpensioen voor een alleenstaande. In beperkte mate kan dit pensioen gecumuleerd worden met een beroepsbezigheid mits de grens van de toegelaten beroepsinkomsten niet wordt overschreden. Voor zover die grens toch wordt overschreden met minder dan 15 % wordt het pensioen procentueel verminderd ten belope van het percentage van de overschrijding. Let wel indien de overschrijding meer dan 15 % bedraagt verliest u voor het desbetreffende jaar uw pensioenrechten.
Het pensioen van een gescheiden huwelijkspartner dient aangevraagd te worden bij het gemeentebestuur van uw woonplaats en gaat in vanaf de maand volgend op de aanvraag.
DE REGELING VOOR AMBTENAREN
Het pensioen van ambtenaren is een persoonlijk recht. De ex-huwelijkspartner van een ambtenaar kan daarom geen aanspraak maken op een pensioen als echtgescheidene. Tijdens de echtscheidingsprocedure met een ambtenaar, kan de huwelijkspartner die over onvoldoende financiële middelen beschikt wel een vordering instellen tot het bekomen van een onderhoudsgeld. Na een echtscheiding op grond van bepaalde feiten een persoonlijk onderhoudsgeld worden toegestaan zoals te betalen door de schuldig geachte huwelijkspartner lastens de onschuldig geachte huwelijkspartner.
De gewezen huwelijkspartner van een ambtenaar kan na het overlijden van de ambtenaar wel aanspraak maken op een overlevingspensioen voor zover het huwelijk minstens één jaar geduurd heeft of voor zover er kinderen ten laste zijn of het overlijden te wijten is aan een arbeidsongeval of beroepsziekte. Om het overlevingspensioen te genieten moet men minstens 45 jaar oud zijn, tenzij er kinderen ten laste zijn of de aanvrager minstens 66 % blijvend arbeidsongeschikt is.
Men kan geen aanspraak meer maken op een overlevingspensioen wanneer men hertrouwd is alvorens de gewezen echtgenoot komt te overlijden. Wie zijn gewezen echtgenoot naar het leven staat om aldus van het overlevingspensioen te genieten komt van een kale reis terug. In dit geval heeft men immers geen enkel recht op het overlevingspensioen. De gewezen huwelijkspartner dient bovendien 5 jaar gewerkt te hebben als ambtenaar alvorens men recht kan maken op dit overlevingspensioen.
FEITELIJKE SCHEIDING EN PENSIOEN
Een feitelijke scheiding betekent het uiteengaan in feite zonder dat er reeds een definitieve echtscheiding is. Feitelijke scheiding blijkt uit de bevolkingsregisters waaruit blijkt dat de betrokkenen niet dezelfde hoofdverblijfplaats hebben.
Wanneer u feitelijk gescheiden en pensioengerechtigd bent kan u zich wenden tot het gemeentebestuur van uw hoofdverblijfplaats of rechtstreeks bij de rijksdienst voor pensioenen teneinde uw pensioendeel aan te vragen. Uw deel van het pensioen als feitelijk gescheiden huwelijkspartner is dan gelijk aan de helft van het gezinspensioen verminderd met uw persoonlijk pensioen.
Voor meer informatie over pensioenen in het algemeen en pensioen en echtscheiding in het bijzonder: zie http://www.onprvp.fgov.be/Pages/Landingpage.aspx . Uw gemeentebestuur kan u ook heel wat nuttige inlichtingen bezorgen. Uw advocaat kan u een duidelijk beeld verschaffen m.b.t. uw rechten bij feitelijke scheiding en scheiding. Heel wat goedkoper en veel verstandiger dan het stellen van een wanhoopsdaad.
De huidige wetgeving heeft ervoor willen zorgen dat de menselijke waardigheid van de burger in alle omstandigheden kan gevrijwaard blijven en dat niemand veroordeeld kan worden tot de instandhouding van een leefsituatie die men om welke reden ook wenst te beëindigen. De vrijheid van de burger behelst de vrijheid tot het aangaan, het bestendigen of het beëindigen van een relatie.