Uittreksel NBW
« Wanneer een contract bedingen bevat die vallen onder verschillende categorieën van contracten, wordt elk beding onderworpen aan de regels die van toepassing zijn op de categorie waartoe het behoort.
Indien een contract evenwel, in bijkomstige orde, bedingen omvat die behoren tot een categorie die verschilt van degene waartoe het contract in hoofdorde behoort, wordt het contract in zijn geheel, met de nodige aanpassingen, onderworpen aan de regels die daarop in hoofdorde van toepassing zijn, tenzij de desbetreffende bijkomstige bedingen uit hun aard een eigen reglementering noodzaken.
Dit artikel is van toepassing onder voorbehoud van de andersluidende wil van de partijen en van elke relevante dwingendrechtelijke regel of regel van openbare orde. »
Uittreksel uit de Memorie van toelichting bij het wetsvoorstel houdende Boek 5 “Verbintenissen” van het Burgerlijk Wetboek
« Het eerste lid verwoordt het beginsel van de distributieve toepassing. Het beoogt het geval waarin de partijen in eenzelfde contract meerdere operaties opnemen die het voorwerp hadden kunnen zijn van afzonderlijke contracten. Dat betekent bijvoorbeeld dat indien een eenzijdige verkoopbelofte is opgenomen in een huurovereenkomst, elke operatie in beginsel aan de eigen regels onderworpen blijft. Die oplossing is weerhouden met het oog op de rechtszekerheid aangezien ze de rechter de mogelijkheid biedt, wanneer de partijen hun bedoeling niet duidelijk hebben uitgedrukt, om terug te vallen op het rechtsregime dat van toepassing is op de onderscheiden operaties waaruit het gemengde contract bestaat.
In afwijking van het eerste lid, vertaalt het tweede lid het beginsel van de opslorping van de bijzaak door de hoofdzaak. Dat betekent bijvoorbeeld dat indien een contract inzake de verkoop van een gestandaardiseerde keuken een dienstverlening met het oog op de installatie van die keuken omvat en die installatie een bijkomstig karakter heeft volgens de bedoeling van de partijen (met name gelet op de respectieve waarde van het keukenmeubilair en de dienstverlening), het contract in zijn geheel wordt beschouwd als een verkoop. Het contract is dan ook in zijn geheel onderworpen aan de regels van de verkoop, met de nodige aanpassingen die zo'n uitbreiding van het toepassingsgebied van die regels vereist om kwesties te kunnen regelen waarvoor ze normaal gezien niet bedoeld waren. Dat betekent dat, als in het voornoemde voorbeeld de installatie een verborgen gebrek vertoont, de regels inzake de vrijwaring voor verborgen gebreken bij koop, die normaal gezien alleen van toepassing zijn op de gebreken aan het voorwerp, naar analogie moeten worden toegepast op de verborgen gebreken van de installatie.
Opdat een beding als bijkomstig wordt beschouwd en bijgevolg kan worden opgeslorpt, volstaat het niet dat het verband houdt met de hoofdbedingen of daarvan afhangt; die hoofdbedingen moeten een doorslaggevend karakter hebben, in die mate dat het onredelijk zou zijn om het contract niet te beschouwen als hoofdzakelijk thuis te brengen in een enkele categorie (zie DCFR, art. II. – 1: 107(3)(b)).
Er geldt echter een uitzondering voor het geval waarin de aard van het bijkomstige beding een dergelijke opslorping in de weg staat omdat het een eigen regelgeving vereist (zie DCFR, art. II. – 1: 107(4)). Dat betekent bijvoorbeeld dat het rechtskeuzebeding, het forumbeding of het beding van arbitrage, die weliswaar bijkomstig van aard zijn, niet kunnen worden opgeslorpt door de juridische categorie waartoe het contract in hoofdorde behoort (verkoop, huur, enz.) aangezien ze specifieke gevolgen teweegbrengen die niet kunnen worden onderworpen aan de regels die gelden voor het hoofdcontract zonder afbreuk te doen aan de aard van die regels.
Het derde lid maakt een voorbehoud voor de andersluidende wil van de partijen. Als dus blijkt dat de partijen duidelijk de bedoeling hadden om een operatie sui generis te sluiten die niet rechtstreeks terug te brengen is op een door de wet geregeld contract, blijven ze vrij dat te doen, zelfs als de overeengekomen operatie bepaalde kenmerken ontleent aan benoemde contracten. Die vrijheid wordt echter ingeperkt door de regels van dwingend recht of openbare orde, die niet op die manier omzeild mogen worden »
Zie ook de regels met betrekking tot de kwalificatie van overeenkomsten in het NBWwww.elfri.be - Artikel - Kwalificatie van een overeenkomst volgens NBW