De wettekst
Wet van 28/01/2003 tot toewijzing van de gezinswoning aan de echtgenoot of aan de wettelijk samenwonende die het slachtoffer is van fysieke gewelddaden vanwege zijn partner en tot aanvulling van artikel 410 van het Strafwetboek
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2. Artikel 410, tweede lid, van het Strafwetboek, ingevoegd bij de wet van 24 november 1997 en gewijzigd bij de wet van 28 november 2000, wordt aangevuld als volgt :
« Bovendien wordt de maximumstraf, in het geval bepaald in artikel 398, eerste lid, verhoogd tot gevangenisstraf van een jaar. »
Art. 3. In artikel 223 van het Burgerlijk Wetboek wordt tussen het tweede en het derde lid het volgende lid ingevoegd :
« Indien een echtgenoot zich tegenover de andere schuldig gemaakt heeft aan een feit als bedoeld in de artikelen 375 (verkrachting), 398 tot 400 (opzettelijke slagen en verwondingen), 402 - 403 (toedienen van stoffen: mislukte vergiftiging) of 405 (poging tot vergiftiging) van het Strafwetboek, of heeft gepoogd een feit te plegen als bedoeld in de artikelen 375 (verkrachting) , 393 (doodslag), 394 (moord) of 397 (vergiftiging) van hetzelfde Wetboek, of indien er ernstige aanwijzingen voor dergelijke gedragingen bestaan, zal de echtgenoot die het slachtoffer is, behalve bij uitzonderlijke omstandigheden, het genot toegewezen krijgen van de echtelijke verblijfplaats indien hij daarom verzoekt. »
Art. 4. In artikel 1447 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 14 juli 1976, wordt tussen het eerste en het tweede lid het volgende lid ingevoegd :
« Behoudens uitzonderlijke omstandigheden wordt het verzoek ingewilligd dat uitgaat van de echtgenoot die slachtoffer is van een feit als bedoeld in de artikelen 375, 398 tot 400, 402, 403 of 405 van het Strafwetboek of van een poging tot een feit als bedoeld in de artikelen 375, 393, 394 of 397 van hetzelfde Wetboek, hetzij wanneer de andere echtgenoot uit dien hoofde is veroordeeld bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing, hetzij wanneer de beslissing die de echtscheiding uitspreekt geheel of gedeeltelijk op dat feit is gegrond. »
Art. 5. Artikel 1479 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 23 november 1998, wordt aangevuld met het volgende lid :
« Indien een wettelijk samenwonende zich tegenover de andere schuldig gemaakt heeft aan een feit als bedoeld in de artikelen 375, 398 tot 400, 402, 403 of 405 van het Strafwetboek, of heeft gepoogd een feit te plegen als bedoeld in de artikelen 375, 393, 394 of 397 van hetzelfde Wetboek, of indien er ernstige aanwijzingen voor dergelijke gedragingen bestaan, zal deze laatste behalve bij uitzonderlijke omstandigheden het genot van de gemeenschappelijke verblijfplaats toegewezen krijgen indien hij daarom verzoekt. »
Art. 6. In artikel 1280 van het Gerechtelijk Wetboek, gewijzigd bij de wetten van 14 juli 1976, 2 februari 1994, 30 juni 1994 en 20 mei 1997, wordt tussen het zesde en het zevende lid het volgende lid ingevoegd :
« Indien een echtgenoot zich tegenover de andere schuldig gemaakt heeft aan een feit als bedoeld in de artikelen 375, 398 tot 400, 402, 403 of 405 van het Strafwetboek, of heeft gepoogd een feit te plegen als bedoeld in de artikelen 375, 393, 394 of 397 van hetzelfde Wetboek, of indien er ernstige aanwijzingen voor dergelijke gedragingen bestaan, zal de echtgenoot die het slachtoffer is, behalve bij uitzonderlijke omstandigheden, het genot toegewezen krijgen van de echtelijke verblijfplaats indien hij daarom verzoekt. »
Klik hier voor een model van een non violence contract
Dit model is nuttig als moreel engagement van partners in conflictsituaties waarbij discussies al eens zijn ontaard in een negatieve spiraal waarbij en waardoor verwijten zich opstapelen en geschillen escaleren terwijl de partners willen werken aan de wederopbouw van de relatie, minstens willen trachten hun conflicten en meningsverschillen in sereniteit op te lossen.
Het ondertekenen van het contract heeft een rituele functie. Het is een tastbaar moment om met het zetten van de handtekening zelf de controle aan te gaan en bevestigd te zien dat de partner ook de intentie heeft om dezelfde verantwoordelijkheid te nemen af te zien van geweld, aanhoudende ruzie of morele druk.
In de modeltekst worden afspraken vastgelegd inzake conflictbeheersing door ingebouwde afkoelmomenten met agenda afspraken voor latere bespreking (indien de conflicten dan nog zouden bestaan).
Indien middels de afgesproken conflictbeheersing de partners er niet in slagen om de problemen op te lossen kunnen de partijen zich dan engageren om de hulp van een relatietherapeut of een bemiddelaar in te schakelen, dan wel een advocaat ter verdere onderhandeling of tot oordeel volgens wet en rechtspraak.