De vroegere bepalingen van het artikel 23 van het consumenten zijn thans opgenomen in de bepalingen van artikels VII.96 en VII.97 WER:
Art. VII.96.[
1 De consument heeft te allen tijde het recht om geheel of gedeeltelijk het verschuldigd kapitaalsaldo vervroegd terug te betalen. In dat geval heeft hij recht op een verlaging van de totale kosten van het krediet voor de consument die overeenstemmen met de interesten en de kosten verschuldigd voor de resterende duur van de overeenkomst.
De consument die wenst, geheel of gedeeltelijk, vervroegd zijn krediet terug te betalen, brengt de kredietgever ten minste tien dagen voor de terugbetaling [
2 bij een aangetekende zending]
2 van zijn voornemen op de hoogte.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2014-04-19/39, art. 3, 021; Inwerkingtreding : 01-04-2015 (zie KB
2014-04-19/40, art. 2)>
(
2)<W
2016-04-22/01, art. 14, 038; Inwerkingtreding : 01-12-2016>
Art. VII.97.[
1 § 1. De kredietgever kan een billijke en objectief gegronde vergoeding bedingen in geval van volledige of gedeeltelijke vervroegde terugbetaling.
De kredietgever deelt aan de consument op een [
2 duurzame gegevensdrager]
2 het gevraagde bedrag mee binnen de tien dagen na de ontvangst van de brief bedoeld in artikel VII. 96, tweede lid of na de ontvangst op zijn rekening van de door de consument terugbetaalde sommen. Deze mededeling herneemt onder meer de berekening van de vergoeding.
Indien de termijn tussen de vervroegde aflossing en het overeengekomen einde van de overeenkomst meer dan één jaar bedraagt, mag dergelijke vergoeding niet hoger zijn dan 1 pct. van het bedrag in kapitaal dat vervroegd werd afgelost.
Indien de termijn niet meer dan één jaar bedraagt, mag de vergoeding ten hoogste 0,5 pct. bedragen van het bedrag in kapitaal dat vervroegd werd afgelost.
§ 2. De kredietgever mag geen enkele vergoeding vragen :
1° indien, door toepassing van de artikelen VII. 194 tot VII. 196, VII. 200 of VII. 201, de verplichtingen van de consument werden verminderd tot de prijs bij contante betaling of tot het ontleende bedrag;
2° in geval van terugbetaling in uitvoering van een verzekeringsovereenkomst die contractueel de terugbetaling van het krediet waarborgt;
3° in geval van een kredietopening;
4° indien de aflossing valt in een termijn waarvoor geen vaste debetrentevoet geldt.
§ 3. Een vergoeding mag niet hoger zijn dan het rentebedrag dat de consument zou hebben betaald gedurende de termijn tussen de vervroegde aflossing en de overeengekomen datum waarop de kredietovereenkomst eindigt.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2014-04-19/39, art. 3, 021; Inwerkingtreding : 01-04-2015 (zie KB
2014-04-19/40, art. 2)>
(
2)<W
2018-09-20/14, art. 23, 067; Inwerkingtreding : 20-10-2018>