Vaak wordt verkeerdelijk gedacht dat een ontslag dient gegeven te worden in de taal van de werknemer. Dit is een fundamentele vergissing die zeer zware gevolgen kan hebben.
Het ontslag dient gegeven te worden in de taal van de regio waarin de exploitatiezetel gevestigd is.
Zelfs wanneer een werknemer die tewerkgesteld is in een bedrijf in Vlaanderen geen woord Nederlands verstaat, toch is ten aanzien van deze Nederlandsonkundige werknemer de werkgever verplicht om de ontslagbrief in het Nederlandse op te stellen.
Wat de werkgever wel mag doen, is een vertaling in de taal van de werknemer bijvoegen. Maar het origineel van de ontslagbrief dient gesteld te worden in de taal van de exploitatiezetel van de onderneming.
Wanneer deze regel geschonden wordt, is het ontslag absoluut nietig en is de werknemer absoluut niet verplicht om hieraan gevolg te geven.
Dit neemt niet weg dat de werkgever hierna vaak feitelijke daden zal stellen waaruit de werknemer het ontslag kan vaststellen, zoals de weigering door de werkgever om de werknemer nog toe te laten in het bedrijf of de toezending van een C4.
In al deze omstandigheden ontstaat er een onregelmatig gegeven ontslag met het recht voor de werknemer geen verdere prestaties meer te leveren maar daarentegen onmiddellijk het recht te bekomen tot uitbetaling van de vergoeding die overeenstemt met de opzeggingstermijn.
Zolang er geen feitelijke daden zijn gesteld waaruit het ontslag kan blijken, kan een absoluut nietige opzeggingsbrief vervangen worden door een nieuwe opzeggingsbrief die dan wordt opgesteld in de correcte taal. Het ontslag en de opzegging zullen dan ingaan de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de tweede correcte brief haar uitwerking krijgt.
Deze regel geldt zowel in Vlaanderen als in Wallonië en eveneens in het Duits taalgebied alwaar de ontslagbrieven dus in het Duits dienen opgesteld te worden.
Let wel, voor het Brusselse tweetalige Hoofdstedelijke Gewest geldt een volledig andere regeling. In het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest dient de taal van de werknemer gebruikt te worden en dit dus in tegenstelling tot de regeling die geldt in Vlaanderen, Wallonië en het Duitstalig gedeelte.
Voor de faciliteitengemeenten wordt er geen uitzondering gemaakt. In de faciliteitengemeenten dient de taal gebruikt te worden van het taalgebied waartoe de gemeente behoort.