Donne moi le fait, je te donnerai le droit
Geef mij de feiten en ik geef u recht
verschaf mij, rechter, de feiten en ik geef u recht
geef mij de feiten dan geef ik u het recht.
soms ook gegeven als "Narra mihi factum, narro tibi ius"
De rechter is verplicht een geschil te beslechten conform de rechtsregels die op het geschil van toepassing zijn, onafgezien of deze rechtsregels nu worden opgeworpen door de partijen of niet, onafgezien of de regel nu de openbare orde of het dwingend recht raakt, met de enige beperking dat voor zover de rechter een regel dan ambtshalve opwerpt hij de rechten van de verdediging dient te eerbiedigen en aldus de partijen dient toe te laten om op dit ambtshalve ingeroepen middel te pleiten of te concluderen.
De rechter die zijn beslissing baseert op elementen waarvan de partijen, gelet op het verloop van het debat, mochten verwachten dat hij ze bij zijn beoordeling zou betrekken en waarover de partijen tegenspraak hebben kunnen voeren, miskent het recht van verdediging niet.
De rechter is gehouden het geschil te beslechten overeenkomstig de daarop toepasselijke rechtsregels. Hij heeft de verplichting, mits eerbiediging van het recht van verdediging, ambtshalve de rechtsgronden op te werpen waarvan de toepassing geboden is door de feiten die door de partijen in het bijzonder worden aangevoerd tot staving van hun eisen (1). (1) Cass. 24 maart 2006, AR C.05.0360.F, AC 2006, nr. 173; Cass. 9 mei 2008, AR C.06.0641.F, AC 2008, nr. 283.
Het beschikkingsbeginsel daarentegen is:
het recht van partijen in burgerlijke zaken om de grenzen van het geschil zelf te bepalen met verbod voor de rechter ambtshalve de oorzaak van een vordering te wijzigen zonder de heropening van het debat te bevelen: Zie artikel 1138, 2°, van het Gerechtelijk Wetboek, dat het beschikkingsbeginsel inhoudt maar een beperktere draagwijdte heeft dan dit beginsel.
Bestaat het beginsel "da mihi factum dabo tibi ius" nog na de potpourri I wet 19/10/2015.
Volgens ons wel, gezien art. 744 de vorige versie ervan enkel formalistischer maakt. Maar toch zullen we rechtspraak en rechtsleer moeten afwachten. De nieuwe bepalingen leggen de burger en de advocaten op in elke conclusie de aanspraken te formuleren (voorheen werd het woord eisen gebruikt, waarbij aanspraak verder gaat dan een eis. Een aanspraak is een eis gesteund en gekoppeld aan een specifief te benoemen recht. DE middelen moeten thans genummerd worden met duidelijk onderscheid tussen hoofdorde en ondergeschikte orde.
Door de wet van 19/10/2015 zie artikel 744 van het gerechtelijk wetboek eruit als volgt:
Art. 744.
De conclusies bevatten tevens, achtereenvolgens en uitdrukkelijk:
1° de uiteenzetting van de voor de beslechting van het geschil pertinente feiten;
2° de aanspraken van de concluderende partij;
3° de middelen die worden ingeroepen ter ondersteuning van de vordering of het verweer, waarbij in voorkomend geval verschillende middelen genummerd worden en hun voordracht in hoofdorde of in ondergeschikte orde wordt vermeld;
4° het gevraagde beschikkende gedeelte van het vonnis, waarbij in voorkomend geval de hoofdorde of ondergeschikte orde van de verschillende onderdelen wordt vermeld.
De in een andere zaak of in een andere aanleg genomen conclusies waarnaar wordt verwezen of waaraan wordt gerefereerd worden niet beschouwd als conclusies in de zin van artikel 780, eerste lid, 3°. "...