Bij de benadering van de oorzaken van economische crisis, zowel in de kapitalistische economie als in de regulerende economie als in de tussenvormen ervan wordt het begrip oikos meermaals gebruikt.
Is een economische crisis een marktfalen of een falen van de overheid? Dient bij een economische crisis de overheid regulerend op te treden, of juist minder regulerend of moeten we geloven in het herstel van de economie de zelf regulerende kracht van de economische wetten, of dient er gezocht naar andere alternatieven?
Economie in een context
De economie is minder abstract dan men denkt. Zij wordt bepaald niet alleen door wetmatigheden die haar eigen zouden zijn, maar ook door de sociale context en door de psychologie van mens en groep.
De economie bestaat uit een amalgaam van markten die volgens de kapitalistische benadering in onderling conflict staan, met tijdelijke confrontaties, maar waarbij deze markten door deze confrontaties mekaar uiteindelijk zelf weer reguleren. Deze kapitalistische benadering houdt geen rekening met de sociale context van de markten, meer zelfs haalt de markten uit hu sociale contexten.
Kapitalisme en marktdenken
In het vrije marktdenken van het kapitalisme staat de idee van Adam Smith, namelijk die van de onzichtbare hand van het marktevenwicht waardoor de markt zichzelf regelt centraal.
De behoefte en de schaarste (dan wel de overvloed) van een product bepaalt de prijs.
Volgens het kapitalistisch denken ontstaat hierdoor altijd een evenwicht. Waar deze theorie kan kloppen voor producten stelt zich een vraag of deze theorie ook geldt voor de markten en voor de factor arbeid en de natuur.
Het kapitalisme beantwoordt deze paradox door te stellen dat de keuze van opleiding en de beroepskeuze eveneens gereguleerd worden door vraag en aanbod. Is er een tekort aan verpleegsters en onderwijzers dan schrijven meer studenten zich in voor deze opleidingen. Omdat burgerlijke ingenieurs en handelsingenieurs goed betaald worden kiezen veel studenten voor deze richting. Is dat niet mooi?
Maar kunnen en durven we geloven dat we deze onzin als economisch model hebben aangenomen? Waar houdt dit model rekening met andere markten met andere lonen en normen gecombineerd met het globalisme en de internationale vrijhandel. Waar staat de voorheen relatief goedbetaalde productiearbeider wanneer de productie uit zijn land wordt weggehaald?
Waar staat de mens die om intellectuele redenen geen studie of opleiding kon volgen? Waar staat de gedreven intellectueel die met passie kiest voor een filosofische, ethische, of puur theoretische wetenschap? Waar staat de kunstenaar en de muzikant die door de markteconomie en de nieuwe techniek die ze voortbracht geen plaat (stream, CD of betaalde MP3, heet dit vandaag), nog kan verkopen? Waar eindigt de fabel die met economische groei staat of valt (dus met geloof van een oneindig aantal mensen, een oneindig aantal behoeften, machines en grondstoffen) wanneer groei niet meer mogelijk is
We hebben niets tegen het kapitalisme an sich, gesteld dat het kapitalisme werkt en gesteld dat het op termijn de economie niet vernietigt. Het communisme zoals we dit hebben zien werken, is finaal mislukt, onder meer omdat de communisten Marx verkeerd gelezen hebben wanneer hij stelde dat de onderbouw van de maatschappij, de sociale context van de maatschappij, bepalend was voor de werking van de bovenbouw, het geluk, de economie, de politiek en dat het niet de taak van de overheid is om vanuit de bovenbouw (ideeën, politieke regulering) de maatschappij te bepalen. Hij had gelijk. Het economisch systeem van het communisme was juist het tegendeel van hetgeen Marx schreef, de economie werd door communisten geleid door de nomenclatura, de machtshebbers die zogenaamd uit het volk kwamen en met vijfjaren plannen bepaalden wat goed was voor het volk.
De fout in het kapitalistisch denken is de fout van de negatieve terugkoppeling, het geloof in de zelfherstellende eigenschap van de economie. De economie wordt gesimplificeerd tot een zelfregelende thermostaat. Wanneer de temperatuur verlaagt voelen we eerst koude aan maar zal de thermostaat de temperatuur zelf herstellen. Wie prutst aan de thermostaat (lees als overheid ingrijpt in de economie, verstoort het hele systeem. Maar wie heeft de thermostaat gemaakt? In die tijd waren ook liberale denkers gelovig en dienden ze de vraag niet te beantwoorden. Alles en vooral dit unieke systeem was het resultaat van Gods onfeilbare schepping.
De econoom Keynes werd nieuwe god in het economisch denken van het westen. Hij zag de economische crisissen opstapelen en zag in dat negatieve terugkoppeling niet werkt en de economie in een neerwaartse spiraal brengt, met een nieuw evenwicht, op lager niveau gekoppeld aan hoge werkloosheid. Door het verminderd inkomen, is er minder bestedingsmogelijkheid, minder consumptiemogelijkheid en dus minder productiemogelijkheid, wat dan weer leidt tot nog hogere werkloosheid. De machines zijn er nog steeds, maar ze draaien niet meer.
Het medicijn van Keynes was de tussenkomst van de overheid die als taak kreeg het bestedingsevenwicht te reguleren.
Een minder gekende tijdgenoot van Keynes, de Hongaar Karl Polanyi, stelde dat de markten altijd verweven zijn met het sociale leven en haar strakke regels.
Vandaag zien we hoe de markten en de globalisering los zijn komen te staan van het sociale leven en over de mensen zijn heen gaan walsen.
Marxisme
Het Marxisme geloofde evenmin in de zelfregulerende kracht van de onderbouw, lees de sociale context. Marx had tweeduizend jaar geschiedenis als voorbeeld en stelde vast dat sociale opstand, resulteerde in een wisseling van systeem, een wisseling van regeringsvorm, een wisseling van dictator, die aan de macht kwam met beloften om zich na enkele tijd samen met de zijnen opnieuw te verrijken en het volk verder uit te buiten.
Hij geloofde niet in een democratische hervorming waarbij de macht aan een verkozen volksvertegenwoordiging werd toevertrouwd waaruit eerlijke sociale wetten zouden volgen. Het volk kon volgens hem niet kiezen, want was intellectueel en politiek na jaren van dictatuur door de tsaren en andere machtshebbers in het westen en door de invloed van de dom houdende Kerk, onvoldoende geschoold en georganiseerd.
Daarom koos Marx voor een strijd die zou leiden tot een dictatuur van het proletariaat die volgens hem dan een betere maatschappij zou opbouwen. Hij schreef zijn maatschappelijk model voor de Europese staten. Hij had tot zijn tijd gezien dat enkel met bloed een sociaal oneerlijke maatschappij omver kon worden geworpen, dat dictaturen hierop volgend, meestal uitspattingen hadden en resulteerden in nog ergere dictaturen met machts- en veroveringsdrang, zelden met werkelijke verbeteringen. Hij had Europa historisch enkel tot die tijd terecht als bloedbad gezien. Zoiets als de Portugese Anjerrevolutie of Die Wende in Duitsland kon hij nooit aanschouwen. Churchill stelde dat socialisme een begrip is dat enkel betekenis heeft op twee plaatsen, in de hel waar het bestaat en in de hemel waarin het overbodig was. Hij verwees hierbij terecht naar het socialisme van Stalin. Maar na Churchill is de geschiedenis gewijzigd.
Sociaal gecorrigeerde markteconomie
Vergeten we niet dat alle sociale verworvenheden in Europa tot stand zijn gekomen na twee wereldoorlogen met miljoenen doden en onrecht, met zeeën van bloed. Hierdoor is een besef gekomen bij winnaars en verliezers en tussen winnaars en verliezers om niet alleen een wereldvrede tot stand te brengen maar ook een universele verklaring van de rechten van de mens in 1948, waarna er ruimte kwam voor initiatieven van socialisten, christendemocraten en links liberalen om een sociale zekerheid uit te bouwen.
Vergeten we ook de negatieve voorbeelden niet, waarbij Gorbatsjov de dictatuur losliet met een nog steeds communistisch geloof dat hierna een betere economie tot stand kon komen door het volk en voor het volk. Het was een overwinning voor de wereldvrede, het einde van de koude oorlog, waardoor hij één van de grootsten van de geschiedenis zal worden, maar een totale mislukking voor de USSR, die uiteenviel in landen met onderlinge conflicten en oorlogen, waarbij de macht werd overgenomen door Jeltsin, die eerst misschien goed bedoeld handelde naar meer vrijheid , doch nadien door machtsdrang, onkunde en zware alcoholverslaving zijn land in een "nieuwe" inmiddels gekende toekomst bracht.
Ook de Arabische lente is een voorbeeld. Eens de stop uit de fles na een revolutie tegen de dictatuur en het sociale onrecht, komen vreemde oncontroleerbare machten op gang en steeds nieuwe dictators met nieuwe streken en conflicten.
Europa heeft geluk gehad. Maar vergeten we niet de eeuwenlange strijd met ontelbare negatieve voorbeelden die we niet meer wilden meemaken gaande van overheersing, massaverkrachting, genocide, inquisitie, de strijd tussen de steden, de strijd tussen steden en koningen, de strijd tussen graafschappen en koninkrijken, de macht op het denken door de Kerk, de honger, de pest, de uitbuiting...
Maar we hadden ook de positieve inspirerende voorbeelden, zoals de Magna Charta, de Bill of Rights, het vrijdenken, de verlichting, de grote filosofen en een politiek bewustzijn met het ontstaan in de 19° eeuw van politieke partijen, het algemeen stemrecht, het vrouwenstemrecht en de interne partijtucht met eigen politieke scholen en vormingsinstituten waarbij de besten binnen de partij de kansen kregen. Voor de huidige generatie lijkt deze vreedzame samenleving evident. Wij achten het ondenkbaar dat er een burgeroorlog komt tussen Vlamingen en Walen, een slag om Brussel, een onthoofding van de Koning, een post electorale straatoorlog tussen winnaars en verliezers van politieke partijen. Deze verworvenheden worden te weinig gekoesterd, net zo min als de verzorgingsstaat waarvoor zo lang werd gestreden en waarbij deze beetje bij beetje wordt afgebroken.
Uit de economische crisis
Bij de benadering van economische crisis dient een onderscheid gemaakt tussen arbeid, grond en geld die niet op één kapitalistische hoop als zijnde zelfregulerende goederen kunnen beschouwd worden.
Keynes meende dat het ineenstorten van de arbeidsmarkten een oorzaak had aan de vraagkant die diende gestimuleerd.
Polanyi meende het tegendeel en zag het probleem aan de aanbodkant.
Arbeid, grond en geldkapitaal worden inderdaad alle als goederen verhandeld, maar het zijn volgens Polani totaal verschillend en geen geen echte goederen die zomaar kunnen worden verhandeld als gewone goederen.
Mensen kan je niet kopen, verkopen, verhuren, schenken. Je kan geen eigendomsrechten of persoonlijkheidsrechten hebben op een mens. Mensen kan je ook niet maken om bv. een tekort aan arbeidskracht nieuwe arbeid te produceren.
Het grondgebied is beperkt. Ook de grondstoffen zijn beperkt.
Kapitaal kan je niet produceren zoals goederen. Geld kan je niet blijven bijdrukken zoals we thans bezig zijn.
Productiefactoren zoals arbeid, kapitaal, grond en natuur zijn niet rekbaar. Voor de kapitalistische markteconomie met haar zelfregulerende thermostaat zouden ze dit wel moeten zijn.
We staren ons blind op de verhouding politiek en economie. We achten overheid verantwoordelijk voor de crisis of verwachten dat de overheid de crisis oplost.
Bij de benadering de economische crisis is er meer onder de zon dan politiek versus economie.
Polanyi stelt dat in de geschiedenis van de mensheid steeds vier economische ordeningsmechanismen spelen:
1. De kleine huishouding die voorziet in de eigen behoeften (koken, wassen, eten onderhouden huis, opvoeden kinderen, soms voedsel voortbrengen.
2. informele contacten tussen mensen. Goede raad is goud waard. mensen bevelen anderen mensen op arbeidsmarkten aan, mensen kennen mensen met speciale vaardigheden, ze delen adviezen, lossen samen problemen op. Naast deze informele contacten zijn er ook de formele contacten met professionele raadgevers die zeer vaak een grote meerwaarde bieden in de adviesverlening en de sociale ordening handhaven door geweld te vermijden en om te zetten in een geweldloze juridische procedure. Wie dicht bij boeren woont kan goedkoper leven dan in de stad. Hij koopt vlees, groenten, aardappelen, melk, meel, fruit rechtstreeks bij de boer aan de helft van de marktprijs, waarbij de boer voor deze verkopen meer dan het vijfvoudige krijgt dan van zijn opkopers.
3. Sociale solidariteit. Jagers verdelen hun vangst. Tot voor een paar decennia bestond ten lande tussen de boeren het gebruik van de "zende". Dit was een uitwisseling landbouwproducten waarbij de ene boer plots een onbewaarbare niet pekelbare overschot had en deelde met zijn buren en terugkreeg toen een andere boer een overschot had. Bij mensen van Turkse en Marokkaanse afkomst is de solidariteit in de groep nog zeer sterk. Huizen en auto's worden samen aangekocht, inkomsten worden in de groep verdeeld. Maar de sociale solidariteit komt in ons rechtssysteem te volle tot uiting in het het sociale zekerheidsstelsel. Wanneer dit faalt stuikt een belangrijk deel van onze economie in mekaar.
4.De ruil. Ruilhandel situeert zich niet alleen op het terrein tussen vrienden en familie. Er is steeds bij de ene van iets overvloed, of iets onnuttig wat de andere behoeft en waarbij ter compensatie met iets anders kan worden geruild. maar ook dure overnames van bedrijven worden vaak geregeld door een ruil van aandelen.
Het functioneren van de markt is een middel en geen doel. Het existentiële doel van de maatschappij is de bevrediging van de basale behoeften, aangevuld met die elementen die een mens gelukkig kunnen maken. Niet het gelijk van deze of gene theorie is van belang wel het na te streven geluk, aldus de leefbaarheid en de bevredigende leefomgeving.
Volgens Polanyi heeft de markt een inherente neiging tot zelfdestructie en dient zij daarom en daardoor gereguleerd en begrensd te worden
De Nederlandse econoom Arjo Klamer spreekt over vier sferen.
Deze sferen staan vandaag in de volgende verhouding
1. de oikos, onze eigen huishouding in het midden van alle sferen en beheerst door alle andere
2. de sociale sfeer die rond de sfeer van de huishouding ligt, de sociale contacten en netwerken
3. de staat die rond de sociale sfeer ligt
4. de markt die alle sferen overheerst,
Klamer gelooft dat deze hiërarchische structuur dient herzien te worden en dat de overheid en de markt ondergeschikt horen te zijn aan de oikos en de sociale sfeer waarin ze overigens hun bestaansreden vinden.
Kunnen we ons niet de vraag stellen naar het relatieve gelijk van deze theorie, weze het dat ze dient verfijnd te worden.
Deze theorie laat geen plaats voor het individu. De oikos en de sociale sfeer kan beklemmend zijn voor het individu, zijn creativiteit en intellect, zelfs zijn sociale vaardigheden en ontplooiing waarbij elk individu dat onafhankelijk van de oikos en de sociale omgeving kan denken en handelen een meerwaarde voor de hele maatschappij oplevert.
Markt en staat dienen aldus geregulariseerd te worden vanuit de bekommernissen van individu, oikos en sociale omgeving, waarbij de bekommernissen gerealiseerd worden door overleg, inspraak, luisteren, bemiddelen.
Regulering
Regulerende wetgeving dient de vrijheid van elke consenting adult te eerbiedigen, los van morele waarden die niet universeel erkend zijn, met het besef dat deze vrijheden echter nooit absoluut kunnen zijn. Wel dient gezorgd voor bescherming van de betrokken beroepsactiviteit, markt, klant, stakeholders. Regulering dient universeel ethisch te zijn waarbij deze ethiek geen gemene deler is maar zich beperkt tot normen en waarden die door iedereen erkend worden niet met het normen en waardenstelsel van een individu, een filosofie, een godsdienst of een politieke partij. In deze optiek is er geen plaats voor nepotisme, vriendjespolitiek, discriminatie, voorrecht en ongelijke kansen.
Grondrechten zoals onder meer vrijheid, veiligheid en menswaardigheid dienen de relatieve toetssteen te zijn van elke regelgevende norm, gebod of verbod. Elke norm dient in vraag gesteld naar ongewenste neveneffecten en risico's.
Regulerende wetgeving dient de menselijke waardigheid en de andere grondrechten te vrijwaren.
Regulerende wetgeving kan (fiscaal) incentief zijn (belonend) voor zover een individu bedrijf of onderneming aan de maatschappij een meerwaarde biedt.
Regulerende wetgeving dient meritocratisch te zijn, in die zin dat de toegang tot bepaalde activiteiten op de markt maar ook in de politiek niet alleen bepaald wordt door stem en behoefte maar ook door kwaliteit. Zo moet de overheid in staat zijn diensten en producten van de markt te gooien of de toegang tot de markt te ontzeggen wanneer er niet voldoen is aan minimumvoorwaarden. Laat enkel medisch geschoolden medische hulp verschaffen. Laat enkel juridisch geschoolden, juridisch werk leveren, laat enkel technisch geschoolden technisch werk verrichten, leg minimumdiploma's vast voor politieke mandaten. Organiseer voortdurende opstapmogelijkheden in alle vormen van onderwijs op alle niveaus en op alle leeftijden. Ban producten en diensten die door uitbuiting tot stand komen, maar wees voorzichtig in uw oordeel en hanteer bij het nemen van beslissingen nooit uw eigen normen en waardenstelsel maar wel de universeel erkende normen en waarden.
Meerwaarde van sociale netwerken
Die sociale sfeer dient opnieuw tot leven gebracht, zonder dat deze (zoals al te vaak voorheen beklemmend mag zijn), zonder deze enkel middels verzuiling mogelijk te maken of te behouden. Sociale netwerken op het internet dienen gecontroleerd te worden op hun respect voor de privacy. Magistraten dienen zich te onthouden van politiek, zo ook van loges en serviceclubs waar de sociale netwerking hun onafhankelijkheid kan ondermijnen.
Zelftucht
De markt dient zelftucht te ontwikkelen en te beseffen dat ethisch handelen met respect voor product, gezondheid, milieu en arbeid ook door de consument beloond wordt. We zien de eerste voorzichtige aanzetten hiertoe. De consument en het individu dienen samen met de sociale context die ook de sociale media omvat kritischer te zijn voor de markt. Zowel de markt als het individu dienen te beseffen dat 1 mens of een groep mensen de macht kan veroveren of verslaan ook op ethische gronden, ook op sociale gronden. Aldus dient de markt zelftucht en deontologie te ontwikkelen en te beseffen dat ze reeds vandaag en zeker in de toekomst hierop zal worden afgerekend. Oxfam die eerlijke producten verkoopt heeft dit begrepen en reeds enkele winkelketens aangezet om ook eerlijke producten te verkopen. Taak van de overheid blijft de controle en de certificatie van deze eerlijkheid.
Het tuchtrecht over de markten is een taak van zowel de overheid als het individu, als de sociale context.
Maar ook de staat dient onder een zelfde tuchtrecht te staan en de nodige zelftucht te ontwikkelen.
De staat kan burgerrechtelijk aansprakelijk gesteld worden voor de fouten van hun ambtenaren en rechters. Deze fouten kunnen mensenlevens vernietigen. Net zoals bestuurders in een vennootschap naast de vennootschap zelf persoonlijk aansprakelijk kunnen gesteld worden voor zware bestuursfouten dienen ook rechters en ambtenaren persoonlijk aangesproken kunnen worden voor hun fouten en dient de burger te kunnen toezien op de daadwerkelijke uitoefening van het tuchtrecht op magistraten en ambtenaren in openbare zittingen.
We moeten het lef hebben om waarden en zogenaamde wetmatigheden in vraag te stellen.
De factor arbeid
Ongeschoolden moeten de kans krijgen om zich steeds bij te scholen. Er is anderzijds nog steeds zoveel werk voor ongeschoolden voor wie het wil zien. Het stereotiepe antwoord is dat dit werk onvoldoende lonend is. We moeten ervoor durven instaan dat dit werk lonend blijft. We hebben met succes zovele gehandicapten met nog minder scholing aan het werk gekregen in beschutte werkplaatsen. De overheid springt bij in de verloning, zonder dat het de overheid een cent kost gezien deze mensen anders ten volle ten laste komen van de sociale zekerheid en aanvullende sociale dienstverstrekking gaande van instelling tot tijdsinvulling die pakken geld kost. Het overgrote deel van de werknemers in de beschutte werkplaatsen is overgelukkig en voelt zich terug sociaal waardevol.
We moeten stoppen met werklozen die langdurig werkloos zijn luiaard te heten. Ter zake dient een onderscheid gemaakt te worden tussen:
1. De 40 en 50 plussers die geen plaats meer krijgen op de arbeidsmarkt. Sociale maatregelen zoals brugpensioen werken contraproductief). Het Scandinavisch model waarbij men zelfs tot 70 jaar werk vindt op de arbeidsmarkt is gegroeid van de oikos en de sociale context met het besef dat ervaring en rijpheid een meerwaarde kan betekenen. De overheid heeft een kader geschapen waarin dit mogelijk was, met vlottende uren volgens de mogelijkheden van de betrokkenen. In onze markteconomie laten we mensen tussen de 25 en 40 jaar zich kapot "opwerken" tot ze getroffen door een burn-out gewoon niet meer kunnen. Bovendien hebben we door het systeem van verwachte promoties en loonstijgingen tot het einde van de loopbaan een contraproductief marktmodel gemaakt. Oudere werknemers kosten teveel en kunnen de functie of werkdruk niet meer aan (het Peter's principel). Begeleiding van oudere werknemers betekent ook mogelijkheid tot functieverlaging en lagere lonen zodat de verloning van de arbeid een Gausscurve kan volgen indien dit markteconomisch verantwoord is.
2.De afgestudeerden zonder ervaring. Ouders dienen te beseffen dat een studie niet eindigt met de klassieke scholing. Na de studie is men leerling, daarna gezel om dan pas het meesterschap in het beroep te verwerven. Leerling in het beroep wordt men na de scholing. Onbezoldigde of laag bezoldigde bedrijfsstages zijn het antwoord.
3. De ongeschoolden, voor zover een opleiding geen soelaas kan bieden, dienen zij te beseffen dat zij voor de maatschappij zinvolle mensen blijven. Tewerkstelling in sociale werkhuizen, of andere taken moeten hun kunnen toebedeeld worden om hun recht op volledige uitkering te behouden.
4. De tijdelijke werklozen, zij dienen een volwaardige uitkering te bekomen en alle ondersteuning bij hun zoektocht naar ander werk.
5. De ex-gedetineerden. Het strafregister moet enkel toegankelijk blijven voor gerecht en politiediensten. Zoals niemand mag worden uitgesloten op basis van huidskleur, geslacht, religie, zou ook niemand mogen uitgesloten worden van arbeid tenzij de rechter een specifiek welomschreven beroepsverbod voor een welbepaald beroep of beroepsgroep heeft uitgesloten. Wie zijn straf heeft ondergaan, moet nadien geen geel papier krijgen zoals in Les Miserables, waardoor hij niet meer aan het werk kan en zijn sociale integratie onmogelijk wordt gemaakt.
5. De kleine groep die niet meer wil werken zelfs niet in sociale werkhuizen. Ten eerste is die groep klein. Een deel kan geholpen worden omdat zij het geloof in zichzelf verloren zijn. Dit geloof kan hersteld. Anderzijds geloof ik in een recht op luiheid. Luiheid is een karaktertrek, en we zijn allemaal slachtoffer van ons karakter. Luiheid kan aanzien worden als een overtuigd nihilisme, als een toestand, als een noodkreet van lichaam of geest, of als een gevoel niet meer te kunnen, niet meer te willen, of niet meer te willen kunnen of te kunnen willen. Ook zij worden beschermd door een recht op menselijke waardigheid zoals ingeschreven in artikel 23 van de grondwet. Zij ook moeten een uitkering krijgen, weze het 30% lager dan de overige uitkeringen, waarbij een deel van de uitkering dan nog in natura wordt uitbetaald, maar met het recht om kleine klusjes en interimopdrachten uit te voeren tegen betaling. Wie luie mensen, die echt niet willen werken of kunnen werken, laat werken, heeft hierdoor en zeer negatief rendement. 1 luie werknemer op de werkvloer doet de productiviteit van vijf andere halveren.
Sociale zekerheid
De sociale zekerheid is gesteund op secundaire solidariteit.
Dit behelst vooreerst dat elke maar dan ook elke sociale zekerheidsuitkering (met uitzondering van de pensioenen) afhankelijk moet gesteld worden van een vermogensonderzoek. Er kan geen recht op uitkering zijn wanneer de betrokkene beschikt over een vermogen.
De sociale zekerheid zoals deze bestaat inzake de pensioenen is het toppunt van ongelijkheid. Van de zeer hoge pensioenen van sommige ambtenaren en de zeker de EG ambtenaren tot de allerlaagste pensioenen van zelfstandigen.
Zelfstandigen boven de 50 durven niet meer te consumeren. Door de inflatie enerzijds maar vooral door de rentedaling zijn ze verplicht een massa kapitaal op te bouwen om na hun pensioen nog 20 jaar te kunnen leven (gemiddelde levensverwachting 85 jaar). Hierdoor blijven de spaarboekjes en het dode geld maar aangroeien en wordt de markteconomie verder afgeremd. Een gelijkwaardig pensioen voor de zelfstandigen in functie van de door hen of hun vennootschap betaalde belastingen of andere rechten en bijdragen, zal bijdragen tot een betere economie, net als het optrekken van de andere pensioenen.
De buitensporige toplonen.
Alle lonen en vergoedingen, met inbegrip van de vergoeding van de koning betaald door de overheid dienen geplafonneerd te worden tot het niveau van de wedde van de premier van de federale regering.
De verkeerde en afgezaagde redenering dat we dan in overheidsbedrijven geen topmanagers meer gaan vinden kan weerlegd worden door een andere vraag. Hebben we deze topmanagers werkelijk nodig. Wat doen en kunnen ze meer dan een groep van 3 jonge intellectuele hooggeschoolden, die wel gepatroneerd kunnen worden door een groep oude wijzen?
Wanneer de gemiddelde burger denkt aan hoge lonen denken zij aan lonen boven de 7.000 euro per maand
Maar er zijn lonen die vele malen hoger liggen en er zijn lonen die verborgen worden via vennootschapsconstructies.
Vooreerst dienen deze constructies doorprikt. Rijken hebben toegang tot dure constructies waardoor ze bijna geen belastingen betalen en soms minder dan een arbeider.
Ethische fiscaliteit.
De meest rechtvaardige belasting bestaat uit de successierechten. De nalatenschap is meestal niets anders dan de dode hand, waarbij onverdiend geld aan de volgende generatie wordt doorgegeven met de ongeschreven boodschap dit geld weer aan de volgende generatie door te geven. Het is ethisch om de belastingen op doden te heffen eerder dan op levenden, het is ethisch om wat doden achterlaten voor het grootste deel aan de gemeenschap te laten eerder dan aan personen die op basis loutere bloedband zonder verdiensten dit vermogen bekomen en voor een groot deel uit de markteconomie houden.
Het positieve gevolg voor de economie zal zijn dat spaargelden zullen opgeleefd worden en werkgelegenheid scheppen. Achterpoortjes dienen gesloten, behoudens de stichting voor een gehandicapt kind. Zelfs de schenking aan de belachelijk lage tarieven om successierechten te vermijden dienen afgeschaft te worden. Hij die schenkt wordt vaak zo onder druk gezet van de eigen kinderen zodat deze verarmd en vaak in nood achterblijft. Hij wordt uitgekleed nog voor hij in de kist ligt, hetgeen pervers en ethisch niet correct is.
Belastingen dienen geheven te worden op gecorrigeerde lonen, rekening houdende met al deze constructies. Er dienen hogere schijven worden ingelast op inkomsten boven het inkomen van de premier van het federale België, namelijk een schijf van 70% op de eerste 100.000 euro op jaarbasis van het loon van de premier, 75% op de volgende 100.000 euro. 80% op de volgende schijf van 100.000 euro en 85% op de rest.
Op vermogens groter van 4.000.0000 euro dient een jaarlijkse belasting worden geheven
Kapitaalsvlucht en inkomsten vlucht kan tegengehouden worden door het verlies van de Belgische nationaliteit, het verlies van het recht hier nog handel of een beroep uit te oefenen, het verlies van het recht op het Belgisch grondgebied te komen.
Grote vermogens en grote verdiensten kunnen belangrijke doorzichtige belastingvoordelen krijgen indien zij op een alternatieve wijze de gemeenschap ten dienste zijn:
- door het scheppen van arbeidsplaatsen
- door het ter beschikking stellen van patenten of octrooien
- door eigen wetenschappelijk onderzoek en de resultaten ervan te delen met de gemeenschap
De minst ethische belasting is deze op arbeid. Deze belastingen moeten en kunnen door de overige verhogingen verlaagd worden. Dat men de vrije beroepen verplicht elektronisch betalen mogelijk te maken is een goede zaak. Zo ook dient men artsen te schorsen en correctioneel te vervolgen die bovenop de vaste honoraria, honoraria in het zwart vragen. maar naast en boven de forfaitaire aftrek voor de loontrekkende dienen medische kosten die de werknemer in staat stellen terug aan het werk te kunnen gaan evenals paramedische kosten zoals hoorapparaten, technische hulpmiddelen, personenassistentie, een bril, fiscaal aftrekbaar te zijn.
Inkomsten van een werknemer worden aangetast door geschillen. De kosten die hij moet maken in arbeidsgeschillen te betalen aan zijn advocaat dienen fiscaal aftrekbaar, maar ook alle andere kosten die hij aan zijn advocaat betaalt en die rechtstreeks wegen op zijn netto besteedbaar inkomen dienen fiscaal aftrekbaar, zoals de netto baten van een procedure in bepaalde gevallen en vanaf bepaalde grenzen fiscaal dienen belast. Restaurantkosten zijn kosten die gemaakt worden waardoor de kooktaken in het gezin en dus het vermogen op het verwerven van inkomsten vergroot worden of tot onderhoud van sociale contacten waardoor de markt kan groeien. Al deze kosten dienen voor iedereen fiscaal aftrekbaar te zijn. Op die wijze maakt van patiënten, klanten en cliënten klanten, fiscaal regulerende actoren die aldus op efficiënte wijze het zwart-geld circuit beperken zo niet afschaffen en waarbij door de fiscale aftrekbaarheid de dienst betaalbaar blijft.
Farmaceutische sector
Is het verantwoord dat mensen dagelijks sterven omdat de medicijnen die ze kunnen redden onbetaalbaar zijn. Is het verantwoord dat onze sociale zekerheid verarmd wordt door miljoenen euro's aan terugbetalingen te doen voor medicijnen die maar een paar centen kosten en waarbij de farmaceutische sector de winsten voor haar houdt?
Is het verantwoord dat niet alleen in Europa, maar zowat in heel Afrika, Azië en voor een zeer groot deel van de Noord en Zuid-Amerikaanse bevolking de levensreddende medicijnen onbetaalbaar zijn.
De markteconomie heeft een antwoord. Deze medicijnen worden in Azië massaal voor enkele centen door de onderwereld nagemaakt en via internet aangeboden. Sommige zijn echt, andere te laag of te hoog gedoseerd, andere zijn bedrog. Dit is het resultaat van de blinde markteconomie, waarbij we fundamentele mensenrechten hebben overgelaten aan de onderwereld.
Een aanpak kan starten op nationaal niveau,
• door in onze universiteiten budgetten vrij te maken voor meer wetenschappelijk onderzoek waarvan de resultaten aan de gemeenschap toekomen
• door het overkopen, ja zelfs het nationaliseren op ethische gronden van farmaceutische bedrijven door de overheid
• door het strafbaar stellen van abnormale winsten op producten of diensten voor mensen in nood
• door een maximumkostprijs voor een medicament op te leggen
• door de verplichting aan farmaceutische sector een deel van haar dure producten af te staan voor noodlijdenden
• door bijzondere fiscale heffingen
• door een strengere controle en inzagerecht en betwisting van het eigendomsrecht van sommige patenten, samen met de vraag of leven en het redden van een mensenleven vatbaar is voor octrooien, patenten en licenties.
Vanzelfsprekend dringt er zich tevens een internationale interventie op, binnen Europa en zo mogelijk ook daarbuiten.
Herstel van de economie en terug naar de oikos
Het herstel van de economie is niet de taak van de overheid. Ze dient wel regulerend op te treden, opportuniteiten te bieden, een correct fiscaal beleid te voeren en de mensen terug moed en zin geven.
Maar het echte herstel begint bij elke mens binnen zijn oikos, met zijn initiatief, zijn creativiteit die zo weinig mogelijk aan banden dient gelegd.
Deze mens, zijn oikos, zijn sociale omgeving dient te stoppen met zwijgend te accepteren. We dienen dringend te leren ethisch te handelen en de overheid en de markt op haar ethiek af te rekenen. Maar al is het gemiddelde IQ van onze mensen zeer hoog, het ethische besef en het hiermee gepaard gaande ethisch IQ ligt eerder laag. Schop jezelf, je familie, je omgeving, de markt en de overheid een geweten, een ethisch besef en dat is meer dan wafels verkopen voor het goede doel. Stop met zwijgen. U bent lang genoeg beleefd geweest. Schreeuw het uit en kies verstandig. lees doorheen de partijprogramma's op zoek naar hetgeen politieke partijen echt denken en willen. Laat u hierbij niet opruien door populisten en complotdenkers. Geloof in het vrije denken maar misken de wetenschap niet. Maar weet vooral dat de politiek, de polis, meer is dan regering en parlement. het is een voortdurende interactie tussen wetgever, regering, administratie, burger, markt, politiek in dialoog met de wetenschap, met de ethiek en het hogere universele (natuur)recht als geweten. Althans dit zou de politiek moeten kunnen zijn of betrachten.
Inspiratie: Nico Koning, het faillissement van de marktutopie 3 juni 2011