Huwelijkspartners kunnen hun huwelijksovereenkomsten regelen naar goeddunken, mits zij daarin niets bedingen dat strijdig is met de openbare orde of met de goede zeden en zij de regels van de coherentie van het stelsel niet schaden.
Bij gebreke van bijzondere overeenkomsten, vormen de regels van het wettelijk stelsel de huwelijksvermogensregels.
Tijdens het huwelijk hebben de huwelijkspartners noodzakelijk een huwelijksvermogenstelsel (het wettelijk stelsel bij gebreke aan een andere regeling of een conventioneel stelsel.
Ter bescherming van de vermogens van de echtgenoten, mag een huwelijkscontract geen bedingen bevatten die de essentie van het gekozen stelsel aantasten.
In een stelsel van gemeenschap zijn de drie vermogens, dat van elke echtgenoot en het gemeenschappelijk vermogen, en de verrekeningen tussen die stelsels, essentieel.
De echtgenoten kunnen in hun huwelijksvoorwaarden het bewijs regelen van die verrekening tussen de vermogens in die zin dat de verrekeningen geacht worden van dag tot dag te zijn opgesteld.
Indien echter wordt overeengekomen dat het tegenbewijs daarvan niet zal mogen worden geleverd of dat er bij de ontbinding van het stelsel geen vergoedingsrekeningen mogen worden opgemaakt, tast dit de essentie van het gemeenschapsstelsel, dat de belangen van de beide partijen in het huwelijk beschermt, aan.
Dergelijk beding is strijdig met het dwingend recht van elke echtgenoot op verrekening.
De echtgenoten kunnen in het huwelijkscontract of bij de wijziging ervan tijdens het huwelijk, geen afstand doen van het opstellen van een vergoedingsrekening.
De ontbinding van het huwelijksstelsel met een gemeenschap (zoals het wettelijk stelsel) heeft vereffening en verdeling ten gevolge.
Vooraf wordt voor elke echtgenoot een rekening opgemaakt van de vergoedingen tussen het gemeenschappelijk vermogen en zijn eigen vermogen. Vervolgens wordt overgegaan tot de verrekening van de lasten en de verdeling van de netto-baten.
Tijdens het huwelijk zal vaak vermenging optreden van de verschillende vermogens en zullen er frequent gelden uit het ene vermogen worden aangewend om schulden uit het andere vermogen te betalen, of om goederen mee aan te kopen die behoren tot een ander vermogen, kortom er gebeuren in de regel tijdens een huwelijk verschuivingen tussen de vermogens. Zo kunnen gemeenschappelijke gelden worden aangewend om eigen schulden te voldoen of kunnen eigen gelden worden aangewend om een gemeenschappelijke schuld te voldoen. Aldus kunnen vermogens verrijkt of verarmd worden.
Bij de echtscheiding worden deze posten dan verrekend, en gecompenseerd. Dit wordt uitgewerkt in de artikelen 1432 tot 1438 B.W. en 1442 tot 1444 BW.
Deze bepalingen gelden enkel voor vermogensverschuivingen tussen het eigen vermogen en het gemeenschappelijk vermogen,
Deze bepaling geldt niet voor de verschuiving tussen tussen de eigen vermogens van de huwelijkspertners. Voor de verschuivingen tussen de respectievelijke eigen vermogens geldt artikel 1450 B.W.
De waarde van de vergoeding(en) :
- bedraagt minstens de verarming van het vermogen waaruit de gelden zijn onttrokken
- is hoogstens de waarde(vermeerdering) van het goed dat ermee is gekocht of gemaakt op het ogenblik van de vereffening van het huwelijksvermogen
- levert interesten op vanaf de dag van ontbinding van het stelsel
Is het uitsluiten van het stelsel van de vergoedingsrekeningen uitgesloten in een huwelijksvermogensstelsel met gemeenschap, dan dient opgemerkt dat wel bedingen met betrekking tot het bewijs van vermogensverschuivingen, bedingen met betrekking tot het bedrag van de vergoeding (vb. regels met betrekking tot waardevermindering/vermeerdering) en bedingen met betrekking tot de gronden van de vergoeding (bv. voor gereedschappen en werktuigen)wel toegelaten