De oude wet van 13 april 1995 op de handelsagentuur werd inmiddels opgeheven en met enkele aanpassingen overgenomen in het boek X wetboek van economisch recht:
Link naar het economisch wetboek samenvatting van de nieuwe regeling in het WER
1. Opzegvergoeding (art. X. 16 WER)
Indien de overeenkomst door de principaal wordt beëindigd zonder een ernstige tekortkoming van de handelsagent in de zin van artikel X.17, eerste lid, of wordt opgezegd
zonder dat het bewijs wordt geleverd dat de opzegging is gebaseerd op de in het tweede lid bedoeld objectieve economische
criteria, is de principaal aan de handelsagent een bijzondere vergoeding verschuldigd waarvan het bedrag gelijk is aan
achttien maanden vergoeding berekend overeenkomstig paragraaf 3, onverminderd de andere voor de handelsagent uit de wet voortvloeiende rechten naar aanleiding van de beëindiging van de handelsagentuurovereenkomst.
2. Uitwinningsvergoeding (Art. X.18 WER) Na de beëindiging van de handelsagentuurovereenkomst heeft de handelsagent recht op een uitwinningvergoeding wanneer hij de principaal nieuwe klanten heeft aangebracht of wanneer hij de zaken met de bestaande klanten aanzienlijk heeft uitgebreid, voor zover dit de principaal nog aanzienlijke voordelen kan opleveren.
De uitwinningvergoeding mag
niet meer bedragen dan het bedrag van een jaar vergoeding berekend op basis van het gemiddelde van de vijf voorafgaande jaren of op basis van de gemiddelde vergoeding in de voorafgaande jaren indien de handelsagentuurovereenkomst minder dan vijf jaar heeft geduurd.
3.
Aanvullende vergoeding (Art. X.19 WER). Voor zover de handelsagent recht heeft op de uitwinningvergoeding bepaald in artikel X.18 en het bedrag van deze vergoeding de werkelijk geleden schade niet volledig vergoedt, kan de handelsagent, mits hij de werkelijke omvang van de beweerde schade bewijst, boven deze vergoeding schadeloosstelling verkrijgen ten belope van het verschil tussen het bedrag van de werkelijk geleden schade en het bedrag van die vergoeding