Een fout bij de nakoming van een contractuele verbintenis geeft aanleiding tot contractuele aansprakelijkheid. Een extra-contractuele fout geeft aanleiding tot extra-contractuele aansprakelijkheid (artikel 1382 e.v. Burgerlijk Wetboek).
Eén en dezelfde fout kan zowel een contractuele als een extra-contractuele tekortkoming uitmaken.
Het cassatiearrest van 7 december 1973 (rechtskundig Weekblad 1973-1974, kolom 1597) stelde dat artikel 1382 e.v. Burgerlijk Wetboek niet ingeroepen kon worden wanneer de fout zowel contractueel als extra-contractueel is. Bij een dergelijke samenloop speelt enkel de contractuele aansprakelijkheid. De extra-contractueel aansprakelijkheid kan slecht ingeroepen worden indien de fout en de schade vreemd zijn aan het contract of wanneer de fout tezelfdertijd een misbruik uitmaakt.
Weliswaar heeft het Hof van Cassatie de samenloop versoepeld (koerswijziging middels cassatiearrest van 29 september 2006):
Een contractpartij kan volgens het voormelde cassatie arrest bij de bij de uitvoering van de overeenkomst begane fout alleen buitencontractueel aansprakelijk worden gesteld indien
• de haar ten laste gelegde fout een tekortkoming uitmaakt niet alleen aan de contractuele verbintenis, maar ook aan de algemene zorgvuldigheidsplicht,
• en indien deze fout andere dan aan de slechte uitvoering van de overeenkomst te wijten schade heeft veroorzaakt (Cass. 29 september 2006, RW 2006-07, 1717, noot A. Van Oevelen, NJW 2006, 946, noot I. Boone).
De rechter die vaststelt dat er een contractuele band bestaat tussen partijen, mag de vordering niet toekennen op buitencontractuele grond zonder de gevolgen van een mogelijke samenloop te onderzoeken (zie ook Cass. 29 september 2006, ibid.).
In weerwil van de versoepeling in de formulering van de eerste voorwaarde (een fout die «niet alleen» een tekortkoming uitmaakt aan de contractuele verbintenis, «maar ook» aan de algemene zorgvuldigheidsverplichting), blijft het samenloopverbod inderdaad overeind indien het tweede element niet aanwezig is, namelijk dat de fout andere dan aan de slechte uitvoering van de overeenkomst te wijten schade heeft veroorzaakt
Coëxistentieleer: één en dezelfde fout kan zowel de contractuele aansprakelijkheid meebrengen van de partijen die rechtstreeks betrokken zijn bij het contract als de extra-contractuele aansprakelijkheid tussen een contractpartij die een fout begaat en een derde die buiten het contract staat en dus geen contractuele relatie heeft met de schadeverwekker. Deze derde schadelijder kan zich dan beroepen op de extra-contractuele aansprakelijkheid, terwijl een contractpartij die door dezelfde fout ook schade geleden heeft, zich kan beroepen op de contractuele aansprakelijkheid.
Zie ook Cass. 22 juni 2009, RW 2011-2012, 1001:
III. Beslissing van het Hof
Beoordeling
1. Degene die een contractuele fout begaat, kan buitencontractueel aansprakelijk zijn jegens derden, indien die tekortkoming aan de contractuele verplichtingen eveneens een schending oplevert van de voor eenieder geldende algemene zorgvuldigheidsverplichting.
2. Wanneer de verhuurder van een handelspand een contractuele fout begaat door aan gerechtigden de toegang tot het pand te ontzeggen en hierdoor de uitbating van de handelszaak dwarsboomt, kan deze handelwijze van de verhuurder eveneens een onrechtmatige daad uitmaken waarvoor hij buitencontractueel aansprakelijk is jegens derden.
3. De appelrechter stellen vast dat:
– de eisers op 1 december 1998 als verhuurders met de BVBA N. een overeenkomst van handelshuur hebben gesloten met betrekking tot een handelspand dienstig voor de uitbating van een drankgelegenheid;
– voorheen bij kredietovereenkomst van 20 november 1998 een lening toegestaan was aan de BVBA N., waarvoor de NV B.A.-M. en de verweerster zich borg hebben gesteld;
– de eisers de uitbating van de handelszaak hebben gedwarsboomd door feitelijkheden waardoor aan de huurder een normale toegang tot het gehuurde pand werd ontzegd en waardoor het de verhuurder onmogelijk werd gemaakt het krediet terug te betalen.
Zij stellen, op niet bekritiseerde wijze, ook vast dat de handelwijze van de eiseres tot de opzegging van het krediet en tot de veroordeling van de verweerster als borg van de BVBA N. leidde.
4. De appelrechters oordelen dat de handelwijze van de eisers, die erin bestond aan gerechtigden de toegang te ontzeggen tot het gehuurde pand en hierdoor de uitbating van de handelszaak te dwarsbomen, jegens de huurder van het handelspand een contractuele fout uitmaakt, maar tevens een schending van de algemene zorgvuldigheidsnorm impliceert en een aquiliaanse fout uitmaakt.
Zij verantwoorden aldus hun beslissing naar recht.
Het middel kan niet worden aangenomen.

Belang van het onderscheid :
- contractuele beperkingen;
- exoneraties (bedingen waarin men zich kan ontslaan van zijn aansprakelijkheid);
- bekwaamheid;
- omvang van de schadevergoeding;
- verjaringstermijn.