Bezitsvorderingen, die de vorm van een complainte of reïntegranda kunnen aannemen kunnen op een relatief korte wijze een einde maken aan een bezitsstoornis.
Menig advocaat heeft zich in het verleden willen beroepen op de bezitsvordering om een stoornis van een recht van uitweg of een recht van doorgang ongedaan te maken. Advocaten faalden keer op keer. Bezitsvorderingen kunnen slechts ingesteld worden ten aanzien van onroerende goederen of rechten die vatbaar zijn voor verkrijgende verjaring (art. 1370 Ger.W.). Derhalve kon voorheen geen bezitsvorderingen – noch complainte, noch reïntegranda – ingesteld tegen de stoornis ten aanzien van niet-voortdurende en/of niet-zichtbare erfdienstbaarheden. Immers deze rechten kunnen niet door verkrijgende verjaring ontstaan (art. 690-691 BW).
Aldus bleef een bezitsvordering uitgesloten bij een (conventioneel) recht van overgang en een (wettelijk) recht van uitweg.
Het Grondwettelijk hof oordeelde op 13 oktober 2011 (GwH 13 oktober 2011, nr. 151/2011, BS 15 december 2011, RW 2011-12, 1803, noot V. Sagaert) dat art. 1370 Ger.W. het gelijkheids- en non-discriminiatiebeginsel schendt «in zoverre het de houders van een wettelijke of conventionele erfdienstbaarheid van uitweg uitsluit van het instellen van een reïntegranda».
De wetgever diende derhalve de wet aan te passen en deed dit in een verborgen bepaling van de inmiddels klassiek geworden wetten "diverse bepalingen" waar alles en nogwat dooreen staat. In art. 27 van de 25 april 2014, verscheen een bepaling die stelde dat de vereiste dat een bezitsvordering dient te slaan op onroerende goederen/rechten die vatbaar zijn voor verkrijgende verjaring «niet van toepassing is wanneer het om een wettelijke of conventionele erfdienstbaarheid van uitweg gaat en wanneer de ontzetting van bezit of de stoornis veroorzaakt is door geweld of feitelijkheden». Wie een recht van overgang of uitweg heeft kan nu eindelijk een reïntegranda instellen, indien natuurlijk aan de andere voorwaarden van de bezitsvordering voldaan is.
Wie een erf of een uitweg geblokkeerd ziet, heeft thans door de openstelling van de reditegranda voor deze rechten eindelijk meer armslag gekregen.
Deze recente wetswijziging kreeg een kritische noot, niet omwille van het openstellen van deze vordering, maar wel omdat de wetgeving verder en beter kon aangepast door V. Sagaert, Erfdienstbaarheden van uitweg of overgang worden voortaan beschermd tegen bepaalde bezitsstoornissen, RW 2014-2015, p. 1