De rechtbank van eerste aanleg is de rechtbank met de ruimste bevoegdheid en is aldus ingericht voor alle burgerlijke geschillen en strafzaken, die niet tot de bevoegdheid van een andere rechtbank behoren. Zij heeft volheid van bevoegdheid, met andere woorden zij is bevoegd voor alle geschillen die niet uitdrukkelijk door de wet aan een andere rechtbank zijn toegekend.
Op grond van artikel 568, eerste lid Ger.W. komt aan de rechtbank van eerste aanleg immers een volheid van bevoegdheid toe. Dit betekent dat de rechtbank van eerste aanleg kennis kan nemen van alle vorderingen die bij haar aanhangig worden gemaakt wanneer
(a) de verwerende partij niet in limine litis een exceptie van materiële onbevoegdheid aanvoert en
(b) op voorwaarde dat het geschil niet behoort tot de exclusieve bevoegdheid van een andere rechtbank
Bij twijfel verdient de rechtbank van eerste aanleg overigens steeds de voorkeur
In elk gerechtelijk arrondissement is er één rechtbank van eerste aanleg. In totaal telt België arrondissementen en dus 27 rechtbanken van eerste aanleg. De adressen van deze rechtbanken vindt u hier.
De rechtbank van eerste aanleg is opgedeeld in in ofwel 3 ofwel 5 afdelingen. Elke rechtbank van eerste aanleg kent minstens 3 afdelingen, zijnde een afdeling voor burgerlijke zaken (deze afdeling heet de burgerlijke rechtbank), een afdeling voor strafzaken (deze afdeling heet de correctionele rechtbank), en een afdeling voor jeugd- en familiezaken (deze afdeling heet de familie- jeugdrechtbank). Er zijn vijf rechtbanken van eerste aanleg die gelegen zijn waar ook een zetel van een hof van beroep gesitueerd is (Gent, Antwerpen, Brussel, Luik en Bergen). Deze rechtbanken bestaan uit 5 afdelingen. Zij hebben ook een afdeling voor fiscale zaken en een afdeling voor de strafuitvoering (de strafuitvoeringsrechtbank).
De rechtbank van eerste aanleg is opgesplitst in meerdere kamers. Een kamer behandelt een bepaald soort van zaken. In die kamers zetelen vaak rechters gespecialiseerd is een bepaald soort zaken die aan deze kamers worden toebedeeld. ER zijn kamers met een alleenzetelende rechter en kamers met 3 rechters.
Elke rechtbank van eerste aanleg heeft een bureau voor rechtsbijstand, meerdere onderzoeksrechters, een correctionele raadkamer (onderzoeksgerecht), en één of meerdere beslagrechters, één of meer onderzoeksrechter.
De rechtbank van eerste aanleg wordt geleid door de Voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg, die ook eigen bevoegdheid heeft onder meer in korttgeding en op eenzijdig verzoekschrift. DE rechtbank bestaat verder uit rechters en ondervoorzitters.
Naast de zittende magistraten bij de rechtbank van eerste aanleg (de rechters) zijn er ook de staande magistraten die het openbaar ministerie, ook parket genoemd waarnemen onder leiding van de procureur des konings bijgestaan door de substituut procureurs des konings.
Bij elke rechtbank van eerste aanleg is er een griffie onderleiding van een hoofdgriffier en een secretariaat van het parket onder leiding van een parket-secretaris.
De unus iudex (één rechter) is de standaard.
De partijen kunnen zowel in beroep, als in eerste aanleg, geen behandeling meer vragen door een kamer met drie rechter. Enkel de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg of van het hof van beroep, krijgt ingevolge heeft de mogelijkheid om zaken geval per geval ambtshalve door te verwijzen naar een kamer met drie rechters. Hij kan dit doen het n uitzonderlijk geval wanneer «de complexiteit of het belang van de zaak of bijzondere, objectieve omstandigheden daartoe aanleiding geven. De beslissing van de voorzitter te verwijzen naar een kamer met drie rechters of om dit niet te doen is een maatregel van inwendige aard en is dus niet vatbaar voor verzet of hoger beroep.
Uitzonderingen op deze regel:
Het oude art. 92§1 Ger. W. werd opgeheven.
De uitzondering van art. 92, § 2 Ger.W. blijft behouden. Deze bepaling stelt dat voor samenhangende (burgerlijke en straf)zaken waarvan er ten minste één naar een collegiale kamer moet worden verwezen, alle zaken voor een kamer van drie aanhangig worden gemaakt.
In strafzaken die betrekking hebben op misdaden waarop een straf staat van meer dan twintig jaar opsluiting en hoger beroep tegen vonnissen door de politierechtbank gewezen in strafzaken dient verwezen naar een kamer met 3 rechters.
Het marktenhof houdt steeds zitting met drie raadsheren.
De strafzaken in hoger beroep worden behandeld door een kamer met drie rechters, tenzij voor hogere beroepen die uitsluitend of enkel nog op burgerlijke vorderingen betrekking hebben die dan door slechts 1 raadsheer worden behandeld.
Sanctie op miskenning van het aantal rechters
Een vonnis of arrest dat niet gewezen is door het wettelijk voorgeschreven aantal rechters of raadsheren is vernietigbaar (art. 779 Ger. W.), doch deze regel is niet van openbare orde, (Cassatie 22 februari 2013).
De collegiale kamers als opleidingskamer voor jonge magistraten:
Alvorens te kunnen zetelen als alleen zetelend rechter of raadsheer, dient de magistraat 1 jaar gezeteld hebben in een kamer met 3 rechters/raadsheren.
(wet van 19 oktober 2015 houdende wijzigingen van het burgerlijk procesrecht en houdende diverse bepalingen inzake justitie, BS 22 oktober 2015) - Wijzigingen in het Gerechtelijk Wetboek .
Het nieuwe artikel 195 Gerechtelijk Wetboek luidt:
" Art. 195. Alle werkende rechters in de rechtbank van eerste aanleg die gedurende ten minste één jaar het ambt van rechter of van magistraat van het openbaar ministerie hebben uitgeoefend, alsook de plaatsvervangende magistraten bedoeld in artikel 156bis,, kunnen als enige rechter zitting houden.
Na het schriftelijk en met redenen omklede advies van de procureur des Konings en van de stafhouder van de Orde van advocaten te hebben gevraagd, kunnen evenwel alle werkende rechters in de rechtbank van eerste aanleg, ongeacht hun anciënniteit, als enige rechter zitting houden, wanneer de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg de noodzaak daarvan aantoont.
De aangewezen magistraten kunnen ook in de andere kamers van de rechtbank van eerste aanleg zitting nemen naar de rang van hun installatie.
Werkende rechters die als enige rechter zitting houden en die door de voorzitter van de rechtbank worden aangewezen om als assessor deel uit te maken van een hof van assisen, mogen voor de duur van de zitting van het hof van assisen worden vervangen door een plaatsvervangend rechter die deze functie al ten minste tien jaar uitoefent en die regelmatig zitting houdt of zitting heeft gehouden in strafzaken in een kamer met drie rechters,
"
Dit gewijzigde artikel geeft verder uitwerking aan het principe dat er zoveel mogelijk beroep wordt gedaan op alleen zetelende rechters. Probleem was dat in de oude versie een anciënniteit vereist was van 3 jaar als magistraat om als alleenzetelend rechter te mogen zetelen.
Gevreesd werd dat er tekort zou zijn aan magistraten die als alleenzetelend rechter zouden mogen optreden en de ervaringsvereiste (lees kwaliteitswaarborg) werd ingekort tot 1 jaar, met uitzonderingsmogelijkheiden die zelfs alleenzetelende rechters zonder ervaring toelaten.