Het bedrag van een opzeggingsvergoeding kan voor een onderneming zeer hoog oplopen en een onderneming in liquiditeitsnood brengen.
Een eerste benadering om het probleem op te lossen is natuurlijk een correct gegeven ontslag waarbij aan de werkgever verzocht wordt om tijdens de opzeggingstermijn arbeidsprestaties te leveren. In dit geval zal de werkgever niet onmiddellijk in eenmaal een vergoeding dienen te betalen, maar gewoon het loon dienen door te betalen tijdens de opzeggingstermijn hetgeen het bedrijf niet onmiddellijk in haar liquiditeiten aantast en waarbij het bedrijf anderzijds nog beschikt over de mogelijkheden en voordelen van de prestaties van de werknemer. Dit behelst natuurlijk wel dat de werkgever de werknemer nog steeds zinvol werk dient te kunnen geven en dit binnen zijn functieomschrijving bij gebreke waaraan de werknemer de verbreking van de arbeidsovereenkomst zou kunnen vaststellen met recht op onmiddellijke betaling van de opzeggingstermijn.
Wanneer een werkgever opzegt en hierbij stelt dat de werknemer hij geen verdere arbeidsprestaties dient te leveren tijdens de opzeggingstermijn, is de werkgever verplicht tot onmiddellijke en integrale betaling van de opzeggingstermijn.
Het K.B. 29.08.1985 voorziet evenwel in bepaalde uitzonderingen waarop de werkgever zich kan beroepen teneinde betalingsfaciliteiten te bekomen, in die zin dat voor zover aan de voorwaarden van dit KB voldaan is er kan betaald worden in maandelijkse schijven.
Samengevat kunnen ondernemingen die aan een van de hierna vermelde criteria voldoen beroep doen op betalingsgemak zoals voorzien in het KB 29.08.1985;
1. Die ondernemingen die de laatste twee jaar verlies geboekt hebben voor zover het verlies van het laatste jaar groter is dan het totaal van de afschrijvingen en de waardeverminderingen;
2. Die ondernemingen die hun netto-actief ingevolge verliezen hebben zien dalen tot minder dan de helft van het maatschappelijk kapitaal;
3. Die ondernemingen die moeten zijn overgaan tot collectief ontslag;
4. Die ondernemingen die herhaaldelijk en op grote schaal tijdelijke werkloosheid om economische redenen hebben moeten toestaan.
De werkgever kan op deze faciliteiten beroep doen door een aangetekend schrijven te richten aan de werknemer met vermelding van de gronden waarop hij zich beroept op basis van het KB 29.08.1985 en artikel 39bis van de wet op de arbeidsovereenkomsten.
De werkgever kan tegen dit schrijven opkomen door een beroep te doen op de tussenkomst van de arbeidsrechtbank waarbij de werknemer dan de bewijslast heeft dat er niet voldaan is aan de voormelde voorwaarden.