OPINIE
(deze tekst is een persoonlijke overtuiging van Advocaat Elfri De Neve)
In een aantal gevallen kan een collectieve schuldenregeling mensen met schuldoverlast helpen. Toch kent deze wetgeving geen onverdeeld succes en krijgt ze veel kritiek. Meer dan eens spreken mensen in collectieve schuldenregeling over hun nachtmerrie en zijn ze niet te spreken over de al te krappe kooi waarin ze zich gevangen voelen. Meer dan 20 jaar wordt reeds gesleuteld aan deze wetgeving waarop kritiek langs alle kanten blijft bestaan.
De nadelen van de collectieve schuldenregeling.
1. De schuldenaar ontvangt niet meer rechtstreeks zijn inkomsten. Al zijn inkomsten worden ontvangen of dienen doorgestort aan de schuldbemiddelaar, de schuldenaar verkrijgt een zogeheten "leefgeld".
2. Meerdere burgers die onder collectieve schuldenregeling leven ervaren het leefgeld absoluut als onvoldoende. Er kunnen zich problemen voordoen met de regelmatige uitbetaling. Er worden door de schuldbemiddelaar reserves aangelegd waarover de schuldenaar geen rechtstreekse toegang heeft. Voor heel wat uitgaven is de schuldenaar aangewezen op een vraag aan de schuldbemiddelaar. Voor meerdere schuldenaars voelt dit vernederend aan.
3. Heel wat burgers die in collectieve schuldenregeling zijn beklagen zich erover dat zij door de schuldbemiddelaar niet geïnformeerd worden over de stand van hun dossier, over hoeveel er reeds werd terugbetaald, hoeveel er op hun rekening staat, hoe lang de schuldenbemiddeling nog zal duren.
4. Zij beklagen zich vaak over een gebrek aan communicatie en communicatievaardigheid van de schuldbemiddelaars. Veel kritiek heeft het over schuldbemiddelaars die niet bereikbaar zijn, bij wie ze niet mogen aankloppen, die hun brieven en e-mails niet beantwoorden en die al zeker niet aan de telefoon willen komen. En als er dan eens contact is wordt dit vaak al te kort en al te bont omschreven, waarbij de schuldenaar na 5 minuten terug op straat staat.
5. Ook de schuldbemiddelaar rekent kosten en erelonen aan, die in de regel van de gelden van de schuldenaar worden afgenomen. Enkel in uitzonderlijke gevallen wordt dit loon door een bepaald fonds betaald. De schuldbemiddeling is dus niet gratis De staat van ereloon, emolumenten en kosten van de schuldbemiddelaar komt ten laste van de schuldenaar en wordt bij voorrang betaald.
6. Meerdere personen gebonden aan schuldbemiddelaars hebben het gevoel onder een soort voogdij te staan. Ondernemers die daarentegen in een insolventieregeling terechtkomen kunnen na faillissement daarentegen wel vrij over hun gelden blijven beschikken. De burger in een collectieve schuldenregeling is afhankelijk van een herzienbare leefgeldregeling. Voor bijkomende uitgaven dient er in de perceptie van de schuldenaars vaak gesmeekt te worden. In de perceptie van de schuldbemiddelaars oordelen zij in functie van de wet en de belangen van schuldeisers en schuldenaars onder toezicht van de rechtbank.
7. Mensen in schuldbemiddeling spreken soms over de ervaring van de schuldbemiddelaar als een tweede schoonmoeder die zich kan moeien met de leefwijze, de uitgaven en de inkomsten van het gezin, die aandringt naar het zoeken van een andere goedkopere woning. De schuldbemiddelaar kan aandringen om bijkomende inkomsten te vergaren en uitgaven te beperken. Wie geen werk heeft wordt verwacht werk te zoeken, wie deeltijds werkt wordt verwacht inspanningen te leveren om voltijds aan het werk te gaan.
8. De schuldenaar verliest doordat inkomsten in de regel niet meer door de schuldenaar maar door de schuldbemiddelaar worden ontvangen ook een deel van zijn privacy. In gevolge art. 1675/9 worden niet alleen alle schuldeisers maar ook de werkgever, uitbetalingsinstanties en alle personen die op welke grond ook schuld hebben of betalingen moeten doen aan de schuldenaar verwittigd van de collectieve schuldenregeling en dus ook van de misère en deconfiture van de schuldenaar.
9. Schuldeisers en andere derden staan begrijpelijk afkerig ten aanzien van personen in collectieve schuldenregeling. Een collectieve schuldenregeling stigmatiseert en marginaliseert de schuldenaars. In heel wat contracten wordt tegenwoordig zelfs een ontbindend beding opgenomen op grond waarvan een overeenkomst wordt ontbonden in geval van collectieve schuldenregeling, terwijl de toegang tot heel wat diensten, overeenkomsten en contracten gesloten blijft voor mensen in collectieve schuldenregeling.
10. Ook roerende goederen kunnen verkocht worden, zoals een auto of ander duur materiaal, of meubilair., ook al gebeurt dit uitzonderlijk, toch blijft zulks in de wet ingeschreven.
11. Er kan wordt tussen beide gekomen en mee beslist in de levenswijze, telkens dit een weerslag heeft op het budget.
12. De kwijtschelding kan enkel bekomen worden indien de volledige schuldbemiddeling tot een goed einde wordt afgerond. De schuldbemiddelaar heeft altijd het recht om de herroeping van de collectieve schuldenregeling te vragen wanneer de schuldenaar naar zijn mening onvoldoende meewerkt. Hij houdt aldus over de schuldenaar een zekere controle.
13. Er bestaat onzekerheid hoe lang een collectieve schuldenregeling kan duren. Er is onduidelijkheid vanaf wanneer de termijn van 7 jaar begint te lopen en wanneer de schuldenaar door een erfenis of door een toeval tot beter fortuin komt , kan de collectieve schuldenregeling opnieuw geopend worden.
14. De collectieve schuldenregeling staat niet open voor zelfstandigen ook niet voor zelfstandigen in bijberoep en ook niet gedurende vijf jaar voor wie reeds in een herroepen collectieve schuldenregeling zat.
15. Alle mogelijk vragen kunnen aan de schuldenaar gesteld over alle mogelijke inkomsten en vragen een bedenkingen kunnen geuit over de levenswijze.
Art. 1675/7 §3 bepaalt
“De beschikking van toelaatbaarheid houdt voor de verzoeker het verbod in om, behoudens toestemming van de rechter:
- enige daad te stellen die een normaal vermogensbeheer te buiten gaat;
- enige daad te stellen die een schuldeiser zou bevoordelen, behoudens de betaling van een onderhoudsschuld voor zover deze geen achterstallen betreft;
- zijn onvermogen te vergroten.”
Aldus kan een daad en handeling van de schuldenaar in vraag gesteld in de zin of zijn aankoop of andere rechtshandeling al dan niet valt onder de strenge norm van een “normaal vermogensbeheer”.
Telkens kan de schuldenaar ter verantwoording worden geroepen en is hij uitleg verschuldigd.
Bij elke betaling aan de een of andere schuldeiser, kan de vraag gesteld of hij hiermee en hierdoor een schuldeiser bevoordeelt en of hij door het stellen van een handeling zijn schuldoverlast niet heeft vergroot.
16. Er zijn tal van uitzonderingen inzake schulden die niet kunnen kwijtgescholden en ook de boedelschulden, zijnde de schulden die sinds de collectieve schuldenregeling worden gemaakt worden niet in de regeling opgenomen.
17. De duur van de collectieve schuldenregeling van maar liefst 7 jaar (en in de praktijk vaak langer) biedt geen vooruitzicht op een schone lei op korte termijn zoals dit nochtans wel geboden wordt in onze buurlanden. Zo bedraagt de termijn van de schuldsanering in Nederland bedraagt slechts 3 jaar en de Tweede Kamer in Nederland zou op 24 januari 2023 de termijn verkort hebben tot 1,5 jaar.
Nochtans blijft de termijn in België vooralsnog gehouden op een termijn van maar liefst 7 jaar, met zelfs discussies over de vraag vanaf wanneer deze termijn loopt en met mogelijkheid om in bepaalde gevallen deze termijn te verlengen? Er blijft verzet bestaan om deze termijn te verkorten.
Deze 7 jaar is te lang, niet alleen voor de personen in schuldbemiddeling zelf, maar ook voor hun naasten en al wie te hunner laste valt. Een termijn van zeven jaar weegt met name op de kinderen; hun kindertijd wordt getekend door ontzeggingen. Ook voor ouderen kan een dergelijke termijn geen venster bieden op een nieuwe toekomst, laat staan een verse start bieden.
De huidige collectieve schuldenregeling verstoort volgens ons op fundamentele wijze het evenwicht tussen de schuldenaar en de schuldeiser in de moeilijke oefening tussen het zoeken naar de balans tussen de rechten op betaling versus de overweging dat de schuldeiser een economisch risico heeft genomen en te allen tijde de fundamentele rechten en vrijheden en het recht op menselijke waardigheid van zijn schuldenaar dient te eerbiedigen en de burger een recht heeft deze rechten door de overheid gewaarborgd te zien.
Dat evenwicht tussen een menswaardig leven voor de schuldenaar en een afbetaling van de schulden, is nochtans cruciaal wil een CSR-procedure voldoende draagkracht krijgen en behouden.
Er blijft een groot verschil tussen de opgelegde 7 magere jaren onder toezicht voor de particuliere burgers en de ondernemers die na een faillissement in toepassing van boek XX WER onmiddellijk een nieuwe start kunnen nemen na een persoonlijk faillissement en die reeds de dag na faillissement inkomsten en goederen kunnen verwerven zonder beslag.
18.. Door de collectieve schuldenregeling worden alle schulden formeel erkend. Schuldeisers die de vordering al lang vergeten waren, de vordering hadden afgeschreven en de vordering aldus bijna hadden laten verjaren, worden terug wakker geschud en deze oude schulden worden terug geactiveerd. Door de erkenning van de schuld in de opgave van schulden in het verzoekschrift en de uitwerking van de CSR, wordt de reeds verworven looptijd van de verjaring op nul gesteld en gaat de verjaring zelfs niet lopen tijdens de volledige duurtijd van de schuldbemiddeling.
19. Uit de toelichting van een wetsvoorstel 2679/001 (een voorstel dat poogt de CSR te verbeteren - Voorstel (schuldbemiddeling.be) citeren we volgend fragment (eigen onderstreping):
“In werkelijkheid spelen ten aanzien van de sector (lees de collectieve schuldenregeling) meerdere factoren, waaronder het slechte imago van schuldbemiddeling bij de bevolking. Bij de eeuwwisseling werd van dat systeem nog alle heil verwacht, maar de werkelijkheid vertelt inmiddels een heel ander verhaal.
Wie als schuldenaar een schuldbemiddelingsprocedure ingaat, ondergaat een ware beproeving: niet alleen moet hij bepaalde zaken opgeven, maar soms ook zijn levenswijze helemaal omgooien. De ervaring in het veld heeft de aanvankelijke hoop dus tenietgedaan en die negatieve reclame heeft sommigen ervan weerhouden in schuldbemiddeling te gaan. Veel personen in schuldbemiddeling getuigen bovendien dat de procedure heel star is. Zodra ze is opgestart, is het immers heel moeilijk of zelfs onmogelijk om het van de schuldbemiddelaar ontvangen leefgeld te doen aanpassen, terwijl sommige niet voor beslag vatbare inkomstenbronnen kunnen verdwijnen (alimentatiegeld in veel gevallen) of nieuwe inkomstenbronnen kunnen opduiken (bij een nieuwe baan bijvoorbeeld).
Wanneer de rechter het verzoekschrift voor een vordering tot collectieve schuldenregeling aanvaardt, wordt het vermogen van de schuldenaar onbeschikbaar. De schuldenaar heeft dus niet langer toegang tot zijn ver[1]mogen, met inbegrip van alle eventuele inkomsten die nog tijdens de tenuitvoerlegging van het afbetalingsplan worden verkregen. Alle betalingen ten gunste van de schuldenaar moeten worden gestort op een door de schuldbemiddelaar beheerde rekening. Opdat de persoon in schuldbemiddeling in zijn levens[1]onderhoud kan voorzien, houdt de schuldbemiddelaar van de op de voormelde rekening gestorte bedragen een “leefgeld” af, dat minstens gelijk moet zijn aan de niet voor beslag vatbare inkomsten, als bedoeld in de artikelen 1409 tot 1412 van het Gerechtelijk Wetboek.”
(De wet voorziet evenwel dat met uitdrukkelijke schriftelijke instemming van de verzoeker dit leefgeld tijdelijk mag worden verminderd.
Anderzijds kan ook de rechter afwijken van deze regeling middels een gemotiveerde beslissing en dus een leefgeld bepalen onder deze wettelijke onbeslagbare grenzen zonder dat de inkomsten waarover de verzoeker beschikt minder kunnen bedragen dan de bedragen bedoeld in artikel 14 van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie).
Leefgeld betekent ook niet dit niet dat de schuldenaar dit geld in handen krijgt. De schuldbemiddelaar kan een budgetbegeleiding doorvoeren om een deel van het leefgeld aan te wenden voor huur, nutsvoorzieningen, medische kosten, schoolmaaltijden). Zelfs het onbeslagbare kindergeld en alimentatiegeld wordt aan de schuldbemiddelaar uitbetaald en is dus niet in vrijheid beschikbaar voor de schuldenaar, niettegenstaande deze gelden onbeslagbaar zijn.
Schuldbemiddelaars argumenteren dat zij deze gelden indirect door bestedingen ten voordele van de kinderen ter beschikking stellen (bvb door betaling van schoolmaaltijden, medische kosten en ander noodzakelijke betalingen voor de kinderen). Dit kan wordt ook vaak ervaren op een betutteling en zelfs op een feitelijke oneigenlijke inmenging in het ouderlijk gezag en het beheer van de hiermee gepaard gaande gelden, hetgeen vaak aanvoelt alsof de schuldenaar niet meer als een volwassene wordt aanzien. In de commentaren van de schuldbemiddelaars komt vaak hun beoordeling terug over het zogeheten onverantwoord uitgavenpatroon en ander onverantwoord gedrag van hun schuldenaars, waardoor deze sturing vanuit de hoogte door de schuldbemiddelaar gepaard gaat met zelfs morele waardeoordelen over hun schuldenaars vanuit de normen en waarden van de schuldbemiddelaar.
Aldus werd in het parlement door de indieners van hoger vermeld wetsvoorstel erkend dat het leefgeld onvoldoende afgestemd is op de reële situatie van de schuldenaar waarbij hij zelf onvoldoende wordt gehoord met zijn referentiekader..
De huidige regeling van het leefgeld staat volgens ons en de indieners van het wetsvoorstel niet garant om de persoon in schuldbemiddeling in staat stellen een levensstandaard te behouden waarmee hij en al wie te zijnen laste valt, een waardig leven kan (laten) leiden zonder aan noodzakelijke uitgaven te moeten verzaken.
Er ontbreken in de huidige regeling verder referentiebudgetten en gestructureerde procedures om op basis van objectieve criteria het leefloon te herzien.
Vandaag kan een persoon in schuldbemiddeling weliswaar naar de rechter stappen op grond van artikel 1675/14, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek, maar die regeling schiet volgens ons en de indieners van het wetsvoorstel tekort.
20. Art 1675/3 stelt dat de collectieve schuldenregeling ertoe strekt “de financiële toestand van de schuldenaar te herstellen, met name hem in staat te stellen in de mate van het mogelijke zijn schulden te betalen en tegelijkertijd te waarborgen dat hij zelf en zijn gezin een menswaardig leven kunnen leiden.” Dit artikel dient samen gelezen met art. 1675/12 Ger. W. dat voorziet dat indien de genomen maatregelen niet volstaan om de volledige schuld te betalen de kwijtschelding mogelijk is onder de voorwaarde dat alle voor beslag vatbare goederen te gelde worden gemaakt. Die kwijtschelding kan dan weer teniet worden gedaan wanneer de schuldenaar terugkeert tot beter fortuin.
21. De rechter kan geen kwijtschelding verlenen voor volgende schulden:
- de schulden die een schadevergoeding inhouden, toegestaan voor het herstel van een lichamelijke schade veroorzaakt door een misdrijf;
- de schulden van een gefailleerde die overblijven na het sluiten van het faillissement (weliswaar onverminderd de bepaling en de uitzondering van art. 1675/13 §4)
Deze schulden blijven dus ook na de collectieve schuldenregeling bestaan. De collectieve schuldenregeling biedt geen uitweg voor deze schuldoverlast.
22. Wanneer onroerende goederen in mede-eigendom toebehoren aan de schuldenaar en aan andere personen, dan kan de arbeidsrechtbank, op verzoek van de schuldenaar of de schuldbemiddelaar handelend in het kader van een gerechtelijke aanzuiveringsregeling, de verkoop van de onverdeelde onroerende goederen bevelen.
23. 1675/15 Gerechtelijk wetboek voorziet in de zeer regelmatig voorkomende
procedures tot herroeping van de collectieve schuldenregeling. Hierdoor gaan alle inspanningen verloren in die zin dat de schuldeisers hierna al hun rechten hernemen op de volledige sommen. Deze herroeping kan worden uitgesproken:
hetzij wanneer geoordeeld wordt dat onjuiste stukken werden afgegeven aan de schuldbemiddelaar;
hetzij wanneer geoordeeld wordt dat de schuldenaar zijn verplichtingen niet of onvoldoende nakomt (dit wordt in de praktijk vaak aangevoeld als een toets aan de gehoorzaamheidverplichting en medewerkingsverplichting°
hetzij wanneer geoordeeld wordt dat de schuldenaar onrechtmatig zijn lasten heeft verhoogd of zijn baten heeft verminderd (bv. minder uren is gaan werken);
hetzij wanneer geoordeeld wordt dat de schuldenaar zijn onvermogen heeft bewerkt;
hetzij wanneer geoordeeld wordt dat de schuldenaar bewust valse verklaringen heeft afgelegd.
24. De wet voorziet in een centraal register collectieve schuldenregelingen, dit is de geïnformatiseerde gegevensbank voor het beheer, de opvolging en de behandeling van de procedures van collectieve schuldenregeling. Het register verzamelt alle stukken en gegevens betreffende een procedure van collectieve schuldenregeling.
25. Heel wat schuldeisers zijn hoegenaamd niet gelukkig met de collectieve schuldenregeling. Zij weten dat ze nog jaren op hun centen moeten wachten, met heel wat brieven en administratie, waarbij vaak de regelingen finaal worden herroepen, terwijl ze ondertussen niets kunnen ondernemen. Vrije schuldbemiddeling of afkoopregelingen met melding van feitelijke onmogelijkheid tot gedwongen recuperatie dan wel dreiging met een collectieve schuldenregeling volstaan vaak om tot een fatsoenlijke met de schuldeisers te komen zonder collectieve schuldenregeling.
***
Het valt dan ook niet te verbazen dat collectieve schuldenregeling kunnen mislukken, waarbij ofwel de schuldbemiddelaar de schuldenaars uit de regeling zet, ofwel de schuldenaars zelf vragen om uit de schuldbemiddeling te stappen. Zolang de wetgever geen betere oplossing vindt, waarbij inspiratie kan gevonden worden in het wetboek van economisch recht voor de ondernemers, blijven er evenwel betrekkelijk goede waarborgen voor schuldenaars die hun schulden niet meer kunnen betalen en waarbij het beslagrecht zelf voorziet in sociale beschermingsmaatregelen. Overigens kan niemand verplicht worden in een collectieve schuldenregeling te stappen.
De weergave van deze opinie werd op kritiek onthaald. Onze taal is inderdaad direct en kritisch en gesteund op jarenlange ervaring. Dit neemt inderdaad niet weg dat heel wat schuldbemiddelaars uitstekend werk leveren en de schuldbemiddeling voor heel wat burgers een uitweg biedt. Voorwaarde hierbij is dat er niet alleen tussenkomst wordt verleend door een betere schuldbemiddelaar (en die zijn er zeker) maar ook en vooral dat de schuldenaar vooraf goed geïnformeerd is over alle voordelen en nadelen en voor deze procedure formeel zelf kiest. Te vaak wordt de collectieve schuldenregeling aangepraat en zelfs opgedrongen.
Art. 23 van de Grondwet: Elk mens heeft recht op menselijke waardigheid
Elke schuldenaar heeft het recht om beroep te doen op deze minder bekende sociale beschermingsmaatregelen die wel degelijk een alternatief vormen voor een collectieve schuldenregeling. Deze principes werden uitgewerkt in artikel 1408, 1409 en 1526bis gerechtelijk wetboek, die samen de sociale bescherming van het beslagrecht uitmaken, naast de andere mogelijkheden die het recht biedt
Oplossing Sociale bescherming van beslagrecht in plaats van Wet collectieve schuldenregeling
Deze regelingen zijn vooral interessant voor gezinnen met twee inkomsten en eventueel met kinderen.
In deze regeling is het weliswaar niet mogelijk om een onroerend goed te behouden, maar in de praktijk is dit vaak ook niet mogelijk, zo niet onmenselijk, in een collectieve schuldenregeling. De schuldenaar heeft evenwel het totaal vrije recht om een huurwoning te kiezen naar zijn mogelijkheden, zonder inmenging van derden. Men heeft dus steeds een dak boven het hoofd, weze het een huurwoning.
Het beslag op roerende goederen is in feite niet meer dan een dwangmiddel dat zelden wordt uitgevoerd en waarvoor er oplossingen en alternatieven zijn
In deze regeling kan er weliswaar zogenaamd beslag gelegd worden op de goederen, maar men vergeet dat het grootste deel van de goederen (zijnde de belangrijkste inhoud van de slaapkamers, de kleren, de kleerkast, het linnengoed, de bedden, de kussens, de dekens, het gerief voor de persoonlijke verzorging, verzorgingsproducten, wasmachine, kookfornuis, frigo, voedingsmiddelen, kasten om voedingsmiddelen in te bewaren, tassen, vorken, drinkglazen, messen, lepels, potten, pannen en de kasten waar dit inzit, de zaken om de woning te onderhouden zoals emmers, borstels, dweilen, stofzuigers, het gerief om de tuin te onderhouden, huisdieren en alles wat dient voor de huisdieren, studiemateriaal, al hetgeen wat dient voor de uitoefening van het beroep tot een waarde van € 2500, niets van de kinderen, verlichtingstoestellen, verwarmingstoestellen ...) niet voor beslag vatbaar zijn. De lijst is nog veel langer en terug te vinden op het internet.
De weinige overige goederen die wel in beslag genomen kunnen worden, kunnen voor een prikje worden teruggekocht, zonder dat deze uw woning dienen te verlaten.
Bovendien is geen enkel beslag mogelijk zonder een voorafgaand vonnis van de rechter, die dit pas kan uitspreken nadat u voor de rechter werd opgeroepen en alwaar u uw verdediging kan laten gelden, dit vonnis dient dan betekend te worden en pas daarna kan het beslag gelegd worden op de goederen die voor beslag van zijn maar teruggekocht kunnen worden alvorens ze worden opgehaald.
Beslag betekent immers nog niet dat deze goederen onmiddellijk worden meegenomen. Zij worden opgeschreven door de gerechtsdeurwaarder op een lijst, waarvan u een kopie krijgt.
U heeft dan 10 dagen om middels een bijzondere brief aan de gerechtsdeurwaarder te laten weten dat u een koper gevonden heeft voor deze goederen voor een prijs die overeenkomt met de vermoedelijke gedwongen openbare verkoop van deze goederen. Zelden is dit meer dan € 1250. En zo kan een familielid, een vriend of gelijk welke derde de goederen voor u terugkopen zonder dat ze uw woning verlaten en zonder dat ze nadien nog voor beslag van baas zijn.
U kan nog enige tijd brieven krijgen. Maar op deze brieven kan uw onvermogen bevestigd worden, waarbij weliswaar correct wordt weergegeven hoe een actuele toestand er uitziet en waarbij de kans zeker niet denkbeeldig is dat na 10 jaar de schulden of minstens een deel ervan verjaard is.
De sociale beschermingsmaatregelen van het beslagrecht, berekenen onbeslagbare gedeelten per persoon en dus niet voor heel het gezin samen. Alle inkomsten worden dus niet samengevoegd om het onbeslagbare deel te berekenen. Elk inkomen wordt afzonderlijk berekend om het relatief hoge onbeslagbare gedeelten van het loon te berekenen.. Kindergeld en maaltijdcheques (groeipakket) zijn niet voor beslag vatbaar. In zekere mate wordt ook het loon op de bankrekeningen beschermd.
Voorbeelden (cijfers geldig in 2023 voor inkomsten uit arbeid). De onbeslagbare inkomsten worden jaarlijks gekoppeld aan de index.
1. wanneer een koppel elk € 1316 verdienen, kan er geen beslag gelegd op een loon maar houden zij steeds samen € 2.632 over, ook de groeipakketten (het kindergeld) en de maaltijdcheques en de onderhoudsgelden voor de kinderen kunnen zij behouden
2. wanneer een koppel elk € 1706 verdienen, houden ze elk 1.569 euro over en dus samen 3.139,20 meer maaltijdcheques, kindergeld, onderhoudsgeld voor de kinderen.
3. zo kan individueel per gezin berekend worden wel deel van het loon nooit kan worden afgehouden. Dit deel wordt beschermd door de wet ten einde de menselijke waardigheid
4. van de schuldenaar te waarborgen en niemand maar dan ook niemand kan de schuldenaar verplichten om met deze onbeslagbaar gelden schulden te betalen.
Met deze bedragen dienen dan de nutsvoorzieningen en de huishuur betaald evenals de kosten voor voeding en kleding en de medische kosten.
Maar ten aanzien van de andere schulden (van het verleden) kan het onvermogen worden ingeroepen.
Beslag op loon of goederen kan slechts gebeuren nadat de zaak eerst voor de rechtbank is voorgekomen en de rechtbank eerst de schuldvordering van de schuldenaar heeft nagezien en uw verdediging of die van uw advocaat heeft gehoord
Zeer vaak wordt vastgesteld dat meerdere vorderingen totaal ongegrond zijn of niet op een wettige wijze werden ingesteld dan wel dat er overdreven kosten en intresten werden aangerekend. Schuldeisers dreigen met de rechtbank, maar de rechtbank is de vriend van het recht en dus ook de instantie die de rechten van de schuldenaar gerespecteerd wil zien en mee kan helpen vermijden dat overdreven of onverschuldigde kosten en interesten of verjaarde schulden betaald moeten worden.
Een advocaat onderlegd in insolventierecht kan zorgen voor een buitengerechtelijke insolventieregeling, nazicht van de schuldvorderingen, verweer voor de rechtbank, antwoord op de brieven van schuldeisers, inroepen van de staat van onvermogen, onderhandelen met oog op schuldbevriezing of afkoopregelingen, inroepen van verjaring, uitstel van betaling bekomen, bezwaar aantekenen tegen beslag op onbeslagbare goederen, de schuldeisers van antwoord dienen, de schuldvorderingen voor de rechtbank betwisten, maar vooral steun geven en antwoorden bieden op de vele vragen van de onvermogenden waarbij echt tijd voor hen kan worden gemaakt. Besef ook dat een groot deel van de schuldeisers noch de tijd, noch de goesting, noch de middelen heeft om blijvend dossiers actief te houden. Een zeer groot deel van de vorderingen wordt afgeschreven en bereikt aldus de verjaring.
De kostprijs van de tussenkomst van een advocaat kan ook hier pro-Deo geregeld worden mits de inkomsten lager liggen dan de maximumgrens voor de pro-Deo advocaten. en rekening wordt gehouden met e voordelen en nadelen van pro-Deo tussenkomsten.
Wanneer pro-Deo niet mogelijk is kan een verdediging gebeurlijk voorzien en georganiseerd worden middels duidelijke ereloonafspraken en eventueel voor een vaste maandelijkse en betaalbare provisie of forfait die in overleg wordt bepaald.
Door de tussenkomst van een advocaat kan een loonoverdracht tijdelijk of blijvend worden opgeschort zodat u nog een langere periode uw volledige loon krijgt.
Deze regeling heeft als voordeel dat u zelf over uw geld blijft beschikken.
Voordelen van de bescherming van het beslagrecht in plaats van een collectieve schuldenregeling:
1. u beschikt volledig zelf over het onbeslagbaar deel van uw inkomen
2. er kan pas beslag gelegd worden nadat er een vonnis is tussengekomen waarbij over uw rechten wordt geoordeeld en vermeden wordt dat er te veel in rekening wordt gebracht en er wordt nagezien of u de som wel degelijk verschuldigd bent.
3. De goederen waarop beslag kan worden gelegd zijn eerder beperkt. De belangrijkste goederen kunnen zelfs niet in beslag worden genomen. De overige goederen kunnen voor een minimale prijs teruggekocht worden zonder dat ze de woning dienen te verlaten, waarna ze voor altijd beschermd zijn tegen beslag.
4. Op loonoverdrachten (rechtstreekse inhoudingen van de bank bij uw werkgever) kan verzet worden aangetekend waardoor u minstens tijdelijk uw volledige loon terug ontvangt.
5. Bij beslag of loonoverdracht behoudt u steeds uw volledig onbeslagbaar deel van uw inkomen evenals het groeipakket (kindergeld) en meer € 95 per kind ten laste.
6. U bepaalt zelf uw eigen leven en u dient zich niet te houden aan de richtlijnen van schuldbemiddelaar. Geen bemoeienis, bescherming van uw privacy,
7. U behoudt een vooruitzicht op verjaring.
Noot:
Als advocaten onderlegd in insolventierecht kunnen wij u bijstaan in een beste verdediging. U vraagt hiertoe best een afspraak. Hiertoe kan u ons bellen op het telefoonnummer van ons secretariaat 055/31.86.47 om een afspraak vast te leggen. Breng dan al uw stukken (inkomstenstukken, schulden, brieven) mee. Wij nemen dan de tijd om naar u te luisteren, antwoord te geven op uw vragen, advies te verlenen en een voorstel van aanpak te formuleren. Wij vragen voor een afspraak 150 euro. Telefonisch kunnen we geen vragen beantwoorden. Korte vragen kan u wel per e-mail stellen naar
elfri@elfri.be aan 8€ per e-mail.
Zie ook deze links: