Beledigingen en pesterijen via sociale media en het internet.
Het internet en sociale media waaronder Facebook worden vaak misbruikt om te pesten, te beledigen, huwelijksperikelen te beslechten, waarheden of onwaarden te verspreiden die de privacy van een persoon verstoren.
Het gebeurt niet alleen via sociale media zoals facebook maar ook in nieuwsbrieven, blogsites, maar ook via e-mail, chats, SMS berichten en dergelijke meer.
Beledigingen of pesten op sociale media reikt veel verder dan de loutere vermelding op de site zelf. Aangezien de sociale media zeer hoog gerankt worden door google, worden deze beledigingen geïndexeerd en gekoppeld aan de naam van het slachtoffer.
Eenvoudiger gesteld, wanneer men de naam van het slachtoffer googelt komen de beledigingen vanzelf te voorschijn.
De rechter kan hier tegen optreden waarbij niet alleen dient gedacht te worden aan strafrechtelijke procedures maar vooral aan burgerrechtelijke procedures waarbij een verbod kan worden opgelegd aan een persoon om nog verder beledigende commentaar op het internet te verspreiden onder welke vorm ook.
Dit verbod kan uitgebreid worden tot het zelfs louter vermelden van de naam van de persoon en tot een volledig communicatie verbod met een overige persoon.
Een en ander kan zowel voor de rechter ten gronde worden gevraagd als voor de rechter in kortgeding en zelfs voor de Vrederechter of de kortgedingrechter bij echtelijke moeilijkheden.
Het lijkt het nieuwe tendens te zijn dat echtelijke moeilijkheden soms worden uitgevochten op het internet op de meest vulgaire wijze waarbij de naam van een persoon te grabbel wordt gegooid.
Om het verbod kracht bij te zetten wordt aan het verbod meestal een dwangsom gekoppeld die kan variëren van 250 euro tot 1.000 euro per dag en per overtreding waarbij elke publicatie op het internet en eventueel zelfs elk googleresultaat als een inbreuk kan worden aanzien.
De rechter kan dus wel degelijk een censuurverbod opleggen aan een welbepaalde partij om over een welbepaalde andere partij te schrijven of te communiceren.
Men kan zich nu in vraag stellen of een en ander in strijd is met de vrijheid van meningsuiting zoals gewaarborgd in artikel 10 van het Europees verdrag van de rechten van de mens.
Hierop dient onmiddellijk ontkennend geantwoord te worden.
Rechtspraak en rechtsleer zijn het er over eens dat de vrijheid van meningsuiting niet absoluut is en geen vrijgeleide is om personen te verontrusten.
De rechter kan dus de vrijheid van meningsuiting wel degelijk limiteren, doch dit slechts na een inbreuk en niet voorafgaandelijk aan welkdanige publicatie.
Zo niet zal de rechter preventief een spreekverbod of schrijfverbod opleggen daar waar de rechter enkel de vrijheid van meningsuiting repressief kan beperken en niet preventief.
Een andere vraag die men zich kan stellen is in hoeverre het vorderen van een dergelijke maatregel hoogdringend is wanneer sedert geruime tijd de publicatie op het internet verspreid wordt.
Het antwoord op deze vraag kan positief beantwoord worden, in die zin dat de betrokkene slechts kennis met vertraging neemt van de verspreiding in de sociale media en dat anderzijds elke dag de schade verder toeneemt.
Dergelijke uitlatingen kunnen gewoon pesterijen uitmaken zonder dat zij voldoen aan het criterium van laster en eerroof.
Een en ander kan immers bewerkstelligd worden door een tekst te publiceren waarin een aantal beledigende uitlatingen staan die niet aan de persoon zelf gekoppeld zijn maar die in de zoekmachines wel aan de persoon gekoppeld worden doordat de naam van de persoon in dezelfde tekst voor komt als een aantal beledigende termen.
Maar wanneer de meldingen laster en eerroof uitmaken, betekent dat het behoud van de inhoud op de website de instandhouding van het misdrijf laster en eerroof met zich meebrengt, waarbij de hoogdringendheid steeds te weerhouden is.
Voor een toepassingsgeval waarbij de Vrederechter een censuurverbod op het internet aan echtgenoten oplegt in het kader van maatregelen 223 B.W. zie Vredegerecht Ninove, 03.05.2012, AR. 12/A/356, onuitgegeven, weze het geciteerd in de juristenkrant, 27.06.2012, nr. 252. lees het volledig vonnis via deze link
Zie de bijdrage van Gerd Verschelden, Vrederechter censureert facebookpagina van echtgenote. Zie link verder op deze pagina.