Confessio dividi non debet
De bekentenis is ondeelbaar, zij kan niet worden opgesplist
De onsplitsbaarheid van de bekentenis
L'aveu ne doit pas être divisé
art. 1356 BW:
"Een gerechtelijke bekentenis is een verklaring die in rechte gedaan wordt door de partij of door haar bijzondere gevolmachtigde.
Zij levert een volledig bewijs op tegen hem die de bekentenis gedaan heeft.
Zij mag niet te zijnen nadele gesplitst worden.
Zij kan niet herroepen worden, tenzij men bewijst dat zij het gevolg is van een dwaling omtrent de feiten. Zij zou niet kunnen herroepen worden onder voorwendsel van een dwaling omtrent het recht".
Wat betekent de bepaling in het wetboek dat de bekentenis niet ten nadele van de bekendere mag worden gesplitst?
Dit betekent dat de bekentenis in haar geheel wordt aanvaard of verworpen. Het is niet toegelaten een deel van de bekentenis te aanvaarden om een ander deel ervan te verwerken.
Voorbeeld: een partij erkent een lening te zijn nagegaan naar een andere partij, maar voegt hieraan onmiddellijk toe dat de schuld volledig werd afgelost. Welnu de tegenpartij mag deze bekentenis niet opsplitsen en hieruit afleiden dat het bewijs geleverd is van het bestaan van de schuld door de bekentenis van het bestaan van de lening, eraan toevoegend dat het bewijs niet geleverd is dat er afbetaald werd. De bekentenis geldt voor het geheel of voor niets. Deze regel met betrekking tot de onsplitsbaarheid van de bekentenis geldt zowel voor de gerechtelijke als de buitengerechtelijke bekentenis.
Een onderscheid dient gemaakt tussen de complexe of samengestelde bekentenis enerzijds en de meervoudige bekentenis die wel kan worden opgesplitst. Bijvoorbeeld een persoon bekent een lening te zijn nagegaan en daarnaast een huurcontract. Wanneer de bekentenis betrekking heeft op totaal losstaande feiten dan wel rechtshandelingen die niets met mekaar te maken hebben kan de bekentenis worden opgesplitst.
Een bekentenis is niet splitsbaar. Een begin van bewijs is dit echter theoretisch wel. Een partij kan er dus belang bij hebben om een bepaalds stuk niet als een bekentenis te kwalificeren maar wel als een begin van bewijs, zeker wanneer zij de verbod van splitsbaarheidd van de bekentenis hiermee wil omzeilen.
Nieuw bewijsrecht in burgerlijke zaken vanaf 1 november 2020
Wet 13 april 2019 Nieuw Burgerlijk wetboek Bewijs
Ilse Vogelaere, Nieuwe bewijsregels in burgerlijk recht vanaf 1 november 2020, De Juristenkrant, 390 29 mei 2019, pagina 3.
Uittreksel uit de wet
Afdeling 4. Bekentenis
Art. 8.30. Kenmerken van de bekentenis
De bekentenis kan gerechtelijk of buitengerechtelijk, uitdrukkelijk of stilzwijgend, al dan niet intentioneel zijn.
Art. 8.31. Buitengerechtelijke bekentenis
De zuiver mondelinge buitengerechtelijke bekentenis is enkel toelaatbaar in de gevallen waarin de wet het bewijs met alle bewijsmiddelen toelaat.
De buitengerechtelijke bekentenis kan voortvloeien uit het gedrag van een van de partijen, zoals de uitvoering van een contract. Dat gedrag kan met alle bewijsmiddelen worden aangetoond.
De buitengerechtelijke bekentenis heeft dezelfde wettelijke bewijswaarde als de gerechtelijke bekentenis.
Art. 8.32. Wettelijke bewijswaarde van de bekentenis
De bekentenis is onherroepelijk, behalve in geval van dwaling omtrent de feiten, of in geval van iedere andere nietigheidsgrond.
Zij levert een bewijs op tegen hij die de bekentenis gedaan heeft, tenzij zij niet oprecht is.
De samengestelde bekentenis is onsplitsbaar, tenzij een van de onderdelen ervan vals, onwaarschijnlijk of in tegenspraak is met het andere onderdeel. In dat geval mag elk onderdeel worden ingeroepen, onafhankelijk van het andere.