Definitie begin van bewijs door geschrift: elk geschrift dat uitgaat van degene die een rechtshandeling betwist of van degene die hij vertegenwoordigt, en waardoor de aangevoerde rechtshandeling waarschijnlijk wordt gemaakt (Art. 1347, tweede lid BW)
Wanneer wordt betwist dat tussen de partijen een bepaalde overeenkomst is gesloten, is het beweerde feit dat door het begin van bewijs door geschrift waarschijnlijk moet worden gemaakt, het bestaan van die overeenkomst tussen de partijen. Daarbij is niet vereist dat ook de beweerde omvang of inhoud van de overeenkomst door het geschrift waarschijnlijk wordt gemaakt. Eens het bestaan van de overeenkomst door getuigen of vermoedens mag worden bewezen ingevolge het voorhanden zijn van een begin van geschreven bewijs, behoort de precieze omvang of inhoud van de overeenkomst evenzeer tot wat door getuigen of vermoedens mag worden bewezen en Rb. Oost Vlaanderen-afdeling Dendermonde RABG 2018/20/1846).(zie Cass. 19 mei 2017, C.12.0623.N).
Een onregelmatige akte kan een begin van bewijs door geschrift uitmaken. Een onregelmatige akte kan ook een elektronisch document zijn, bv. een e-mail waarop geen (elektronische) handtekening staat.
Het begin van bewijs moet niet alleen uitgaan van de persoon tegen wie de vordering wordt ingesteld of zijn vertegenwoordiger, maar het beweerde feit moet ook waarschijnlijk worden gemaakt. Dat de inhoud van het geschrift het beweerde feit louter mogelijk maakt, volstaat niet. Waarschijnlijkheid betekent dat het feit, door het geschrift, een schijn van waarachtigheid krijgt.
Nieuw bewijsrecht in burgerlijke zaken vanaf 1 november 2020
Wet 13 april 2019 Nieuw Burgerlijk wetboek Bewijs
Ilse Vogelaere, Nieuwe bewijsregels in burgerlijk recht vanaf 1 november 2020, De Juristenkrant, 390 29 mei 2019, pagina 3.
Voorwaarden waaraan het begin van bewijs door geschrift moet voldoen:
1. Een geschrift (eventueel elektronisch, al dan niet handgeschreven, al dan niet met bedoeling als bewijs te dienen). Een geschrift is een uitdrukking in taal middels begrijpelijke tekens, zonder dat evenwel sprake hoeft te zijn van onmiddellijke leesbaarheid in tekens die moeten neergelegd zijn in een duurzame drager die de mogelijkheid van een latere raadpleging biedt.(vb. niet ondertekende brief, e-mail, sms, telegram, telex, faxbericht, Instagram-bericht, Facebook bericht, WhatsApp-bericht, bierviltje, kasticket...
2. Een geschrift uitgaande van de schuldenaar, lees van de persoon tegen wie de vordering wordt ingesteld, lees uitgaande van het rechtssubject tegen wie het geschrift wordt ingeroepen. Niemand kan het bewijs van zijn eigen aanspraken zelf verschaffen. Toch kan het geschrift uitgaan van een derde mits de schuldenaar zichzelf het geschrift (desnoods stilzwijgend) toe-eigent of dat hij het geschrift erkent.
3. Een geschrift dat het betwiste feit waarschijnlijk (geloofwaardig) maken. Het geschrift moet dus overtuigen. Een geschrift dat iets louter mogelijk maakt (vb. een overschrijving van een bedrag bewijst nog geen lening) maakt iets nog niet waarschijnlijk.
Het begin van schriftelijk bewijs, bewijst op zich nog niet voldoende. Het begin van bewijs door geschrift is een vertrekpunt van bewijs dat door ander bewijs dient aangevuld, zoals getuigenverklaringen en/of feitelijke vermoedens.