De obductie is het door het openbaar ministerie gevorderde onderzoek van het lijk door een patholoog.
Deze patholoog aangesteld als wetsdokter gaat over tot de de lijkschouwing of autopsie.
Autopsie (Grieks: "met eigen ogen zien" ) is het onderzoeken van een lichaam nadat de persoon is overleden om de doodsoorzaak na te gaan, ook wel sectie of obductie genoemd.
Soms wordt de term obductio ook gebruikt voor het inwendig onderzoek van het lijk in tegenstelling tot het uitwendig onderzoek van het lijk waarbij elke lijkschouwing aanvangt. Het inwendig onderzoek kan ook voorafgegaan worden door röntgen onderzoek of CT scan.
Wanneer een verdacht overlijden plaatsvindt, beslist het parket vaak tot een lijkschouwing of autopsie. Nabestaanden kunnen zich hiertegen niet verzetten. Het parket beschikt ter zake over beslissingsbevoegdheid tot vrijgave van het lijk.
Wanneer anderzijds patiënten overlijden in een ziekenhuis, gebeurt het vaak dat het lijk het voorwerp uitmaakt van wetenschappelijke studie.
Patiënten zijn hiervan vaak niet op de hoogte. Zij hebben evenwel het recht om bij de opname in het ziekenhuis te verklaren dat ze zich verzetten tegen dergelijke lijkschouwingen of autopsie die louter omwille van wetenschappelijke doeleinden gebruikt worden. Ook nabestaanden kunnen onmiddellijk na het overlijden dergelijke rechten laten gelden ten aanzien van het ziekenhuis.
Wanneer nabestaanden vragen hebben mbt de verantwoordelijkheid van een arts bij het overlijden kunnen zij via een advocaat zo vlug mogelijk na een overlijden actie laten ondernemen.
Dit kan ofwel strafrechtelijk als burgerrechtelijk. Strafrechtelijk wordt dan beroep gedaan op een onderzoeksrechter die kan beschikken tot een autopsie. Maar ook burgerrechtelijk en zelfs op eenzijdig verzoekschrift zou een autopsie kunnen gevorderd worden teneinde de juiste doodsoorzaak en de gebeurlijke verantwoordelijkheden van de artsen te laten vastleggen.
Eens een lichaam begraven is kan er nog steeds een lijkschouwing worden uitgevoerd, dit na exhumatie of opgraving, bevolen door een onderzoeksrechter of een burgerlijke rechter.
Nabestaanden hebben het recht de waarheid en de verantwoordelijkheid bij een overlijden te kennen. Zij oefenen dit recht uit namens de overledene of namens zichzelf.
Verzekeringsmaatschappijen stellen vaker vorderingen dienaangaande in. Het is begrijpelijk dat de gewone burger ietwat afkerig staat tegenover deze vorderingen op grond van piëteit ten aanzien van de overledene. Toch is dit gevoel van respect voor het het dode lichaam misplaatst, gezien precies het respect voor de overledene enkel kan beleden worden door een respect voor de waarheid.