(wet van 19 oktober 2015 houdende wijzigingen van het burgerlijk procesrecht en houdende diverse bepalingen inzake justitie, BS 22 oktober 2015) - Wijzigingen in het Gerechtelijk Wetboek .
Het nieuwe artikel 744 Gerechtelijk Wetboek luidt:
"Art. 744.
De conclusies bevatten tevens, achtereenvolgens en uitdrukkelijk:
1° de uiteenzetting van de voor de beslechting van het geschil pertinente feiten;
2° de aanspraken van de concluderende partij;
3° de middelen die worden ingeroepen ter ondersteuning van de vordering of het verweer, waarbij in voorkomend geval verschillende middelen genummerd worden en hun voordracht in hoofdorde of in ondergeschikte orde wordt vermeld;
4° het gevraagde beschikkende gedeelte van het vonnis, waarbij in voorkomend geval de hoofdorde of ondergeschikte orde van de verschillende onderdelen wordt vermeld. De in een andere zaak of in een andere aanleg genomen conclusies waarnaar wordt verwezen of waaraan wordt gerefereerd worden niet beschouwd als conclusies in de zin van artikel 780, eerste lid, 3°. "
Uit artikel 780, tweede lid, 3° Ger.W. volgt dat de rechter niet verplicht is te antwoorden op middelen waarvan de uiteenzetting niet beantwoordt aan de vereisten van artikel 744 Ger.W. (art. 149 Gw.).
Het Grondwettelijk Hof heeft in haar arrest van 31 mei 2018, nr. 62/2018, randnrs. B.50.-B.54.geoordeeld dat de artikelen 744 en 780 Ger.W. bestaanbaar zijn met het fundamenteel recht van toegang tot de rechter en de grondwettelijk gewaarborgde motiveringsplicht van de rechter, en evenmin discriminatoir zijn ten aanzien van rechtzoekenden die niet worden bijgestaan door een advocaat.
Concreet betekent dit dat de rechter slechts moet antwoorden op een volgens de wet gestructureerde conclusie en dus op genummerde “echte” middelen.
Echte middelen zijn aanhalingen in conclusie van feiten, rechtshandelingen of rechtsnormen, waaruit een partij rechtsgevolgen afleidt tot staving van een eis, verweer of exceptie. Deze verplichting belet niet dat de rechter op niet genummerde middelen mag antwoorden, zonder dat hij hiertoe evenwel verplicht te zijn en dat hij mits hij binnen de grenzen van het debat blijft, de rechtsregels mag toepassen overeenkomstig de daarop toepasselijke rechtsregels.
Een conclusie die niet beantwoordt aan de verplichte structuur die een conclusie overeenkomstig artikel 744 Ger.W. moet hebben, moet niet worden beantwoord overeenkomstig artikel 780,3° Ger.W.
Klik hier voor een
Model van een conclusie