Principe
Sinds het nieuwe echtscheidingsrecht in september 2007 in voege trad, is, los van de schuldvraag en van de procespositie, de economisch zwakste ex-echtgenoot principieel onderhoudsgerechtigd ten aanzien van de economisch sterkste ex-echtgenoot, voorzover de economische zwakkere zich niet schuldig gemaakt heeft aan partnergeweld of een zware fout die de voortzetting (of de hervatting) van de samenleving onmogelijk heeft gemaakt en de behoeftigheid niet te wijten is aan een eigen keuze van de economische zwakkere .
In de praktijk wordt vaak gebruik gemaakt van deze laatste voorwaarde onder de vorm van de zogeheten exceptie van luiheid, die evenwel slechts zeer sporadisch wordt aangenomen (zie
Brussel 17 februari 2009, T. Fam. 2009, 141 met noot en Rb. Mechelen 14 februari 2008, RABG, 2008, 719 met noot en Rb. Leuven 4 februari 2008, RABG 2008, 709).
Het verschil in de economische positie moet voldoende significant zijn (Zie
Brussel 17 februari 2009, T. Fam. 2009, 141 met noot en rb. Leuven, 4 februari 2008, RABG 2008, 709) en de onderhoudsgerechtigde.
De onderhoudsuitkering ligt, rekening houdend met de middelen en mogelijkheden van de partijen, minimaal op het bedrag vereist om de staat van behoefte van de uitkeringsgerechtigde te dekken en maximaal op een derde van de inkomsten van de uitkeringsplichtige.
Referentiestandaard
Een hoger bedrag dan het minimum, zijnde het bedrag om de loutere behoeftigheid te dekken dient toegekend wanneer de uitkeringsgerechtigde een aanzienlijke terugval kent van diens economische situatie.
De wetgever laat in het midden aan welke criteria deze terugval dient getoetst.
In een eerste stelling wordt de vergelijking gemaakt met de economische positie van de onderhoudsgerechtigde en de positie van deze onderhoudsgerechtigde indien er geen huwelijk was geweest, waarbij dan dient aangetoond dat de economische zwakkere precies door het huwelijk minder heeft kunnen investeren in de eigen loopbaan of halftime is gaan werken, mindere promotiekansen heeft gehad, of zelfs helemaal gestopt is met werken. Zie bv. Brussel 17 februari 2009 (lees deze rechtspraak via het paswoord van Jurisquare of in het Tijdschrift voor Familierecht 2009, 141, dan wel op onze site
via deze link.
Deze stelling wordt door een meerderheid van de rechtspraak en door het Hof van Cassatie niet gedeeld.
Het pleit is dan ook gewonnen voor de tweede visie. In deze visie dient de economische zwakkere aan te tonen dat hij of zij door de echtscheiding in een aanzienlijk slechtere situatie is gekomen dan tijdens het huwelijk.