Een in de literatuur steeds weerkerend onderscheid is dat tussen «facilitatieve» en «evaluatieve» bemiddeling.
«Facilitatieve» bemiddeling betekent dat de bemiddelaar de partijen zal bijstaan in het expliciteren van het geschil, het ontwikkelen van alternatieven, en het suggereren van punten voor partiële of globale wilsovereenstemming.Bij een «facilitatieve« bemiddeling zal de bemiddelaar zich onthouden van een beoordeling van de respectieve posities van de partijen, en zijn aandacht hoofdzakelijk concentreren op belangen.
Hiertoe wordt verwezen naar het werk van Fisher Roger en Ury William, Getting to Yes: negociating agreement without giving in (1982). Deze auteurs stellen vier richtlijnen voor om een win-win-resultaat te bereiken:
1) «seperate the people from the problem» — maak het onderscheid tussen de persoon en het probleem;
2) «focus on interests, not position» — concentreer op belangen, niet op posities;
3) «invent options for mutual gain» — ontwikkel alternatieven tot wederkerig voordeel;
4) «insist on objective criteria» — dring aan op objectieve criteria.
Hierna wordt verder gewerkt met de Richtlijnen van de «Getting to Yes»-methode
Door het geschil te depersonaliseren wordt een afstand gecreëerd tussen het geschil en de personen die een rol speelden of spelen in het geschil
opeenvolgende stappen
— elk van de partijen gelegenheid geven het eigen standpunt duidelijk te formuleren;
— elk van de partijen ertoe brengen duidelijk inzicht te verwerven in het standpunt van de tegenpartij;
— de kern van het geschil omschrijven, en deze kern hoeft niet noodzakelijk in juridische of economische termen omschreven te worden;
— trachten de partijen zelf tot nieuwe inzichten te brengen over de wijze waarop zij hun geschil zouden kunnen beslechten (lateral thinking);
— partijen confronteren met het beste alternatief indien geen dading tot stand komt («best alternative if no negociated agreement» — BATNA), en tevens met het slechtste alternatief indien geen dading tot stand komt («worst alternative if no negociated agreement» — WATNA);
— alternatieven suggereren waarvan verwacht kan worden dat zij tot een wilsovereenstemming tussen de partijen leiden;
— indien deze wilsovereenstemming een feit wordt, behulpzaam zijn bij het opstellen van de dading.
[Caucus/ bemiddelaar bedreven in hermeneutiek, of uitlegkunde / omgekeerde Socratische dialectiek]
De Socratische dialectiek was erop gericht de gesprekspartner van Socrates tot het inzicht te brengen dat hij niet wist wat hij dacht te weten. De bemiddelaar zal trachten de partijen te doen inzien dat hetgeen zij als een geschil beleefden, de aanzet tot een overeenstemming kan opleveren.