Incassokantoren verenigd in de vzw “Belgische Vereniging van Incasso-ondernemingen” , zijn een procedure gestart voor het grondwettelijk hof teneinde te bekomen dat zij zelf brieven zouden mogen versturen om verjaringen tegen te gaan en verder de zelfde bevoegdheden zouden krijgen als advocaten.
In het arrest van 10 december 2014 heeft het Grondwettelijk Hof de incassokantoren teruggefloten. Incassokantoren verloren hun proces. Noch de wetgever, noch het grondwettelijk Hof hebben vertrouwen in deze kantoren. Het hoogste rechtscollege van België dat de opdracht heeft de wetten aan de grondwet te toetsen , bevestigt dat de consument minder zekerheid heeft en minder beschermd wordt en minder zekerheden heeft wanneer deze betaalt aan incassokantoren in plaats van aan advocaten en gerechtsdeurwaarders en dat incassokantoren door de wetgever zelf minachtend en wantrouwend bekeken worden door hun slechte reputatie.
Ondertussen hebben stilaan ook de consumenten hun vertrouwen in deze kantoren verloren zie bv.
http://www.test-aankoop.be/forum/Topic/548328
Als schuldenaar dient u zich nooit te laten intimideren door een incassokantoor. In de regel betekent een brief van een incassokantoor niets meer dan een intimidatie en mag een consument of onderneming die een dergelijke brief krijgt in de regel veronderstellen dat er niet tot procedure wordt overgegaan.
Dus eigenlijk is een brief van een incassokantoor voor degene die hem ontvangt zeer goed nieuws, met name dat er met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid nooit zal geprocedeerd worden en dat het gewoon blijft bij brieven. Soms schakelen incassokantoren over op telefoneren. Haak dan in en spreek niet met hen. Soms sturen ze een zogenaamde inspecteur op huisbezoek. Die kerels hebben geen enkele bevoegdheid. U heeft het recht hen de deur te wijzen. Laat ze nooit binnen.
De wetgever en het grondwettelijk hof hebben met zoveel woorden en zelfs uitdrukkelijk hun wantrouwen over deze incassokantoren geuit en de slechte reputatie van de incassokantoren bevestigd.
Het argument van de incassokantoren dat zij juist zorgen voor minnelijke regelingen en aldus kosten vermijden voor de schuldeiser en de schuldenaar is onjuist. Immers ze vermijden geen procedures, ze komen in de regel enkel tussen in die dossiers waarvoor de schuldeisers niet willen procederen voornamelijk omdat de bedragen te klein zijn, de schuldvorderingen verjaard zijn, betwist zijn of de schuldenaars onvermogend zijn. In een aantal gevallen gaat het dus om intern reeds afgeschreven of verloren gewaande vorderingen.
De meerwaarde voor de schuldeiser is al evenzeer bedenkelijk omdat deze zijn reputatie aldus te grabbel gooit aan incassokantoren die een volgens de wetgever zelf kwalijke reputatie hebben.
Incassokantoren vorderen niet alleen sommen in waarvoor schuldeisers geen rechtsvorderingen willen of kunnen instellen, zij trachten ook betwiste vorderingen te innen en nog erger verjaarde schulden te innen.
Met alle mogelijke dreigementen, trachten ze een schulderkenning of een betaling te bekomen, hoe klein ook. Tot voor kort werd aangenomen dat een betaling van een natuurlijke schuld de betaling van een natuurlijke schuld inhield waardoor het voordeel van de verjaring verviel.
Door een baanbrekend arrest van het Hof van Cassatie lijkt hier verandering in te komen.
Het Hof van Cassatie oordeelde in haar arrest van 29/11/2013, RW 2014-2015, 939 dat wanneer een schuldenaar onder dwang een verjaarde schuld betaald of erkend die erkenning of betaling niet bindend is voor de schuldenaar en dat elke aldus onder dwang gedane betaling kan worden teruggevorderd.