de rechtbank kent het recht
"the court knows the law"
Het adagium wordt soms ook vermeld als: "jura novit curia", "iura noscit curia", "curia iura novit", "curia novit legem" en soms verkeerd vermeld alsi "uris novit curia" or "iura novat curia".
Partijen dienen het recht niet uit te leggen aan de rechtbank wanneer zij zich op een recht steunen. Partijen dienen zelfs voor de rechtbank niet te melden welk recht, of welke rechtsregel op hun zaak toepasselijk is. Deze rechtsregel naar Belgisch en internationaal recht, is eigen aan inquisitoriale procedure en is verschillend van de benadering in het meer formalistische common law. Het adagium werd opgetekend door de middeleeuwse glossatoren.
Het voorwerp van de vordering is niet de juridische grondslag of juridische kwalificatie van een eis, maar louter hetgeen wordt gevorderd (gevraagd van de rechter), lees hetgeen de eiser wil bekomen of wat de eiser met zijn vordering beoogt.(Cass. 28 september 2012, C.12.0049.N, Arr.Cass. 2012, 2075, conclusie advocaat-generaal C. Vandewal; Cass. 2 april 2010, C.09.0204.F, Arr.Cass. 2010, 1029; zie ook: J.-F. Van Droogenbroeck, «Chronique de l’office du juge», JLMB 2013, p. 1317, nr. 14).
De rechter mag ingevolge het beschikkingsbeginsel dit voorwerp niet wijzigen maar mag wel de juridische grondslag van een vordering invullen, aanvullen of wijzigen. Da mihi factum dabi tibi ius (geef mij (rechter) de feiten en ik geef u uw recht).